LEDEMATEN PROVINCIE GRONINGEN

 A        H     L    N          

Woldendorp

Welkom!

Kerspel
Index
Kerspel
Klik-Kaart

Medewerkers

Email RHC Groninger Archieven



powered by FreeFind

Woorden
Verklaard
Taxaties 1731
WNT
Retro Acta 562 en 564, DTB Woldendorp. Feb./maart 2006 Dick Kuipers.
Deels corr. en aangevuld MG. 
Geheel gecorrigeerd en deels aangevuld (kerkenraad, acta) aug. 2006 Ton Bosch.

- predikanten
- mutaties 1669 - 1681
- lijst 1682 en mutaties tot 1684
- lijst 1685 en mutaties tot 1715
- lijst 1715 en mutaties tot 1735
- mutaties 1735 - 1751
- lijst 1777 en mutaties tot 1811
- kerkenraad
- acta (partieel)

Namen der predicanten cedert de Reformatie
1. Henricus N. de eerste pred. 3 week in sijn bedieninge met de 4. overleden
2. Joannes Warmold. heeft 22 jaar t’ Pr. ampt bedient
3. Harmannus Ockens Anno 1628 - 1648
4. Haicko Eggerici Anno 1649 beroepen
5. Joannes Bieruma Anno 1667 beroepen
6. Henricus Ten Oever Anno 1682 beroepen. den 14 Jan bevestiget. Vertrocken den 2. Mart 1684
7. Antonius Havingha Anno 1685, beroepen den 11 Febr: bevestiget den 21 Juni. gestorven den 30sten Maij Anno 1714. soo na 29 jaar (somma 108 en 3 week)
8. Wilhelmus Beckeringh Groning: beroepen den 31 sten Julij 1714 en bevestigt den 4den Aug. 1715. En gestorven den 26 April 1733
9. Georg Hijll beroepen van Wagenb: den 24 januarij 1735, bevestigt den 15 Maaij 1735
10. Reint Beckeringh beroepen van Wirdum na Woldendorp den 23 Julij 1777 en den 23 November 1777 bevestigt. Overleden den 28 November 1791
11. Gerrit Albrinck beroepen van Zuiderhuisterveen in Friesland, den 7 Dec. 1792 te Woldendorp bevestigd, den 26 Mai 1793

[geschreven tussen nr. 10 en nr. 11:]
Schoelmesters
Albertus Mathheus, 2 Gaicko N 3 Droingel ? 4. Sjamme Regnerus ?
5. Albert Claassen 6. Jacob Grouwers 7. Jan Jans Cladde


Anno 1669
Ledematen der bemeinte Jesu Christi van het Caspel Woldendorp
soo aengenomen sijn tot den Tafel des Heeren.

3 sept. 1669 nae dat sij van de Artijckelen haeres geloofs ondersocht waeren:
Abel Jans ende Anje Aickes sijn huisvrouw

16 dec. 1669 nae goede belijdenisse:
Grietje Jacobs huisvrouw van Harmen Ennens

4 maart 1670 wederom aangenomen:
Jacob Dercks, alsoo hij sich selven voor een tijt van jaeren van het heilige aventmael gesuspendeert hadde
Met attestatie dd. 8 dec. 1669 van 't Sant:
Ocko Willems

3 juni 1670 na dat sij ondersocht waeren:
Gerrit Tijes ende Hille Peters sijn huijsvrouw
Met attestatie dd. 9 mei 1670 van Hoornhuisen ende Kloosterbuiren:
Eltjen Dercks huisvrouw van Ocke Willems

2 sept. 1670 aengenomen:
Tidde Nannes ende Anna Egeberts sijn huisvrouw
Met attestatie dd. 16 maji 1670 van Jemgum:
Hessel Boelen ende Lucke Barklage, beide van Jemgum

2 dec. 1670 aengenomen nae belijdenisse:
Luitjen Sjabbens ende Ebel Harmens sijn huisvrouw
Met attestatie dd. 28 nov. 1670 van Oterdom:
Tjaeckjen Abels, weduwe des eerwaerden Johannis Toxopai, in sijn
leven bedienaer des goddelicken woordts in de gemeinte tot Oterdom
Met attestatie dd. 23 nov. 1670 van Termunten:
Grietjen van Buiren van Termunter sijl

3 maart 1671 aengenomen nae belijdenisse:
Idtje Arents huisvrouw van Focko Dercks
Tamke Autjes, weduwe van Reeuwen Jans

1 sept. 1671 met attestatie dd. 6 juli 1671 van Emden:
Sara Tonnis van Emden
Met attestatie dd. 31 aug. 1671 van Nieuwolda:
Griete Jansen van Niewolda huisvrouw van Harmen Harmens

1 dec. 1671 aengenomen nae belijdenis:
Trijne Pieters
Jan Juirs ende Stijne Ottes sijn huisvrouw
Harmen Harmens
Epke Luilefs
Hinderick Onnens


1 maart 1672 aengenomen nae belijdenisse:
Anna Waldericks
Albert Jans

Gerrit Hindericks ende Freucke Ubbens Ritzma sijn huisvrouw

7 juni 1672 aengenomen:
Lucke Jans huisvrouw van Epke Luilefs
Attje Roelefs huisvrouw van Tamme Aikes
Met attestatie:
Lucia Richters van Rijmberck dd. 22 april 1672
Jan Roelefs van Westerlee dd. 4 juni

27 sept. 1672 aengenomen:
Jan Haijes

20 dec. 1672 attestatie vertoont:
Sjouke Harmens van Wagenborch dd. 18 dec. 1672

7 maart 1673 aengenomen nae belijdenisse:
IJcke Aises huisvrouw van Jan Roelefs
Maria Jochums huisvrouw van Hans Hindericks

20 juni 1673 aengenomen nae belijdenisse:
Hinderick Heres

12 dec. 1673 aengenomen nae belijdenisse:
Freke Vreercks huisvrouw van Meerten Pieters

6 maart 1674 toegelaten:
Geertjen Pieters huisvrouw van Pieter Gerrits, komende van
Borchsweer met een goet getuichenisse dd. 5 martij 1674
Derckjen Verstee met attestatie van Groningen dd. 14 dec. 1673

12 maart 1675 met attestatie dd. 3 feb. 1675 van Groningen:
Catharina Schoonhoven, huisvrouw van Joh. Bieruma Pastor in Woldendorp

11 juni 1675 met attestatie van Westerlee:
Cornelius Draeck ende Lisebet Gijses sijn huisvrouw, verteickent dd. 8 juni 1675

7 juli 1676 met attestatie van Neijewolda:
Warmoldus Johannis ende Tette Harmens sijn huisvrouw dd. 17 juni verteickent

22 dec. 1676 met attestatie van Termunten:
Stine Ottes huisvrouw van Jan Juirs dd. 16 sept. 1676, ende
Willem Everts met sijn huisvrouw Jantjen Pieters dd. 4 dec.

16 maart 1677 aengenomen:
Peterke Luilefs huisvrouw van Peter Gerrits

8 maart 1678 aengenomen:
Pieter Gerrits

17 okt. 1679 aengenomen:
Albert Claesen
Ende Grietje Pieters huisvrouw van Walderick Does, is van
Borghsweer tot ons overgekomen met attestatie dd. 16 okt. 1679

[Einde van de aantekeningen van Johannes Bieruma]


[ aug/sept. 1682, na bevestiging dominee Henricus ten Oever ]

Het kerkeboek der ledematen zijnde dese vorige 4 beschrevene bladeren
ik doorgelesen hebbende, heb tot bedroevinge van mijn giest daer uit
gesien hoe dat mijn antecessor in de twie eerste iaren van sijn bedieninge
niet een, en in de acht laaste jaren maar drie nieuwe Ledematen gemaakt
heeft het welke mij dies te meer Godt heeft doen bidden dat hij mij gelieve
te gebruiken als sulk een bequaam instrument, waar door dat hem mochte
gegeven werden van dese vervallene hutte de eere sijnes naams.

De ledematen de ik hijr gevonden heb ben dese navolgende:

De mannen
1 Claas Benes ouderlink
2 Harm Engels ouderl.
3 Focko Derk kerkvoogt
4 Claas Harrems kerkv.
5 Albert Jans diaken
6 Willem Evers diaken
7 Luitien Siabbes
8 Hindrik Siwers
9 Warmoldus Johannes
10 Jacob Derks
11 Geert Jans
12 Occo Willems
13 Jan Haijes
14 Nanne Tiddes
15 Gerrit Tijes
16 Eppe Lulefs
17 Tamme Elties
18 Albert Clasen
19 Hindrik Onnes
20 Abel Jansen

De vrouwen
1 Etien Gerrits
2 Jantien vr. van de diak.
3 Ebel vr. van Luitien Siab.
4 Meu Atie
5 Eva
6 Marie
7 Pieterke Pieters
8 Tietie Eemers
9 Berentijn
10 Martie Jans
11 Grietien vr. van Geert Jans
12 Grietie Jans
13 Grietien vr. van Waldrigh
14 Anne vr. van Jan Haijes
15 Lukke vr. van Roelef Harms
16 Hille vr. van Gerrit Ties
17 Lukke vr. van Eppe Lulefs
18 Griete Harms
19 Sjoukke Joes vrouw
20 Ide vr. van de kerkvoogt

-- sept. 1682 is dese gemiente met dese twie ledematen verrijkt, als:
mijn huisvrouw Racheltie Ubbenius gekomen met attestatie, en
mijn dienstmaaght Temke Hindrix na belijdenis

23 sept. 1683 versterkt na belijdenisse:
Jantien Pieters weduwe van Jacob Euwes

1683 Den laasten Novemb. toegelaten na belidenis:
Anne Pieters huisvr. van Albert Jans en
Stine Harrems huisvr. van Jan Harrems
En met attestatie verteikent van dom. Hijl pastor in Midwolmerhamrik:
Jan Bischop

28 febr. 1684 na gedane belijdenis toegevoeght:
Jacob Abram Grouwers, schoolmeester alhijr,
Cornellis Thies
Arent Tonkens
Bouke Detmer weduwe Bronger Jennips
Lisebeth Wiets huisvrouw van Pieter Jans
Derkie Jans weduwe van Jurgien Jans

[Einde van de aantekeningen van Henricus Ten Oever]


[Begin van de aantekeningen van Antonius Havingha]
7 juli 1685 en eenige volgende dagen so binnen als buiten ons dorp
in t’biwesen van de ouderl. Harmen Engels en Claas Benes voor de
eerste maal dese vervallen Gemeinte gevisiteert etc.

Ledematen alhijr gevonden ben dese:

Harmen Engels
ouderl.
Claas Benes oud.
Focko Derx oud.
Claas Harmens
Geert Jans diaken
Hendrick Onnes diaken
Luitjen Sjabbes
Warmoldus Johannes
Jacob Derx
Hendrick Siwers
Albert Jans
Occo Willums
Jan Haijes
Nanne Tiddes
Gerrijt Tijes
Epko Luilefs
Kornellijs Tijes
Tamme Eltjes
Abel Johannes
Derck Jacobs
Ulferd Peters

vrouwen:
Ebel vr. van Luitjen Sjabbes
Attje Roelefs
Berentje
Catharina
wed. van Past. Bieruma
Gretje van Buiten
Lucke Barklage

Hille vr. Gerrijt Tijes
Ide Arents
Sjoucke
vr. van Joest Jans
Eva
Tiete Eemes
Martjen Jans
Grete Waldrix
Hille
vr. van Cornellijs Tijes
Lucke
vr. van Epke Luilefs
Grete Harmens
Jantjen
wed. van Jacob Euwers
Grete Jans

13 dec. 1685 onse gemeinte verrijckt na belidenisse met:
Anje Steijes huisvr. van Derck Jacobs
Cijntien Clasen
en
Occo Harmens
Met attestatie ben gekomen:
Freecke Frerix van Noordbroeck,
Aaltjen Schultes van Solwert

14 maart 1686 verrijckt na belidenisse:
Waldrick Doës

-- juni 1686 versterckt na belidenisse:
Meenje huisvr. van Hendrick Onnes
Gretje Jacobs
wed. Arent Tonckes
Met attestatie van Neuwolda:
Anne Hendrix

-- sept. 1686 versterckt na belidenisse:
Gretje Hendrix
Geeske Lucxs
Trijnje Immes

Met attestatie:
Catharina Sickens huisvr van Antonius Havingha Eccls.
Peterke Luilefs van Termunten
Jantjen Hemmes van den Dam

20 dec. 1686
Geen nieuwe Ledem. bekomen wegens den bedroefden toestant
van dat schrickelijcke oordeel van de hoge water vloet, waar door
veele menschen ben onder ons verdroncken, onder allen elf ledematen,
verhopende etc.

-- maart 1687 versterckt na belidenisse:
Grete Claassens, en
Frans Christophers

-- sept. 1687 versterckt na belidenisse:
Menger Immesen
Hendrick Arents
Teetje Hessels

Met attestatie van het Hoge Zant:
Peter Cornellijs
Gretje Abrahams


17 dec. 1687 versterckt na belidenisse:
Jantjen Jans huisvr. van Otto Adams
Met attestatie:
Jan Jans Cladde van Groningen

9 maart 1688 versterckt na belidenisse:
Sibelke Albers out 66 jaren
Wabbo Alberts

2 sept. 1688 met attestatie overgekomen van de Meeden:
Wiart Eilers en
Maicke Jacobs

8 maart 1689 versterckt na belidenisse:
Albert Roelefs

5 juni 1689 verrijckt naa belideniise:
Gerrijt Gerrijts Dol
Hille Harmens

Met attestatie uit Bleiham:
Albert Jacobs en Nantie Egberts ehel.

9 maart 1690 verrijckt na belidenisse:
Derck Harmens
Evert Geers
Martjen Nannes
Geesjen Peters
, en
Anje Bruuns
Is eindelijck Frans Christophers na dat hi in t’jaar 1687 den 22 Febr.
belidenisse des geloofs had gedaan an den tafel na verscheidene
eernstlijcke vermaninge verschenen.

14 sept. 1690 met attestatie van Groningen overgekomen:
Aaltjen Jans huisvr. van onsen schoelmr. Jan Jans Cladde

7 dec. 1690 verrijckt na belidenisse:
Derck Fockes
Jan Fockes
Jicke Heeres
huisvr. van Boele Hessels
Tijmtje Hendrix huisvr. van Wabbe Alberts
Boucke Claassens


-- juni 1691 tot ons met attestatie:
Claas Harckes van Doesum
Anje Dates van Neu Scheemda

6 sept. 1691 verrijckt na be[li]denisse:
Froucke Albers

13 maart 1692 versterckt na belidenisse:
Otte Adams

5 juni 1692 versterckt na belidenisse:
Reuwen Hilckes

4 sept. 1692 met attestatie overgekomen:
Reint Eeverts van Midwolmer Hamrick

24 dec. 1692 versterckt na belidenisse:
Menstie Abels

10 maart 1695 verrijckt na belidenisse:
Greetje Reinders en Trijnje Geerts

2 juni 1695 verrijckt na belidenisse:
Geert Tjasses en
Tiddo Nannes

1 sept. 1695 met attestatie overgekomen:
Tjaackje Eltjes, versien met attestatie van de Medum dd. 25 aug. 1695

14 maart 1697 is onse gemeente versterckt met:
vrou Tielcke Mensingh van Groningen huisvr. van Ant. Havingha Eccls in Woldendorp

6 juni 1697 versterck na belidenisse:
Eelcke Jacobs,
Imme Peters,
Gerrijt Peters
Jantjen Sumps
[?]

5 dec. 1697 met attestatie overgekomen:
Otto Jans van Suidbroeck

4 dec. 1698 verme[er]dert na belidenisse:
Lijsebet Jans

5 maart 1699 versterckt na belidenisse:
Hendrik Thomas

4 juni 1699 verrijckt na belidenisse:
Albert Berents

3 maart 1700 versterckt na belidenisse:
Matje Tonnijs en
Attje Tammes

2 juni 1700 met attestatie overgekomen:
Aucke Smaals van Hellum
Menso Rosevelt van Delfzijl

1 sept. 1700 versterckt na belidenisse:
Heijel en
Jicke Fockes

4 dec. 1701 vermeert na belidenisse:
Aaltjen Uuckes
Trijnje Willums
Claaske Derx


5 maart 1702 verrijckt na belidenisse:
Jacob Meertens en
Jicke Udes

4 maart 1703 versterckt versterckt na belidenisse:
Jide Willums

2 sept. 1703 verrijckt na belidenisse:
Jan Berents
Met attestatie:
Berent Derx en Trijntien Dates gekomen van Finserwolt

2 dec. 1703 verrijckt na belidenisse:
Otto Jans
Met attestatie gekomen:
Fraucke Eissen van Risum

2 maart 1704 versterckt na belidenisse:
Elske Jurjens en
Nantje Derx


1 juni 1704 versterckt na belidenisse:
Roelef Jans en
Jan Joesten
Met attestatie waren van Borchs[w]eer:
Harmen Jans en Hille Harmens

1 maart 1705 verrijckt na belidenis:
Simon Hendrix
Trijnie Tjarx
Swaantie Nannes
Hemke Remkes
Christiaan Roelefs

7 juni 1705 met attestatie overgekomen van Oterdom:
Hendrick Fockes dd. 4 jun. 1705

6 dec. 1705 met attestatie overgekomen:
Hilcke Ottes uit N.Wolda dd. 3 dec. 1705 gegeven

6 juni 1706 versterckt na belidenisse:
Geertien Jacobs en
Geeske Derx
Met attestatie:
Tietie Hessels, en
Lambert Jans en Anje Heeres eehel. van Farmsum dd. 1 jun. 1706

6 maart 1707 versterckt na belidenisse:
Joest Ubbes

5 juni 1707 met attestatie overgekomen van Wagenborgen:
Waalke Cornelijs en Martien Epkes ehel.

4 sept. 1707 met attestatie overgekomen:
Harm Jans en Froucke Thomas ehel. van dnus All. Hijl dd. 1 sept. 1707
[dus van Nieuwolda, zie ook 10 juni 1708?]

10 juni 1708 met attestatie overgekomen:
Reinder Alberts en Harmtie Jans ehel. uit Neu Wolda van dnus All. Hijl dd. 25 mai 1708

2 dec. 1708 verrijckt na belidenisse:
Mettje Jacobs
Met attestatie:
Bonneko Jans van N. Scheemda dd. 20 nov. 1708

10 maart 1709 versterckt na belidenisse:
Jan Berents van Lesterhuis
Meindert Reuwens
Aijolt Hendrix
Jan Epkes
Tietie Epkes
en
Gretie Hendrix

9 juni 1709 verrijckt naa belidenisse:
Hille Mennes en
Gretie Harmens
Met attestatie:
Hero Jacobs van Uitwijrda dd. 28 maij 1709

8 sept. 1709 met attestatie verschenen:
Lupke -- van Noordbroeck

2 maart 1710 verrijckt naa belijdenisse:
Taackjen Abels en
Lamme Alberts
Met attestatie:
Tekela Berents en Anje Hendrix beide van Midwolda

?? juni 1710 met attestatie overgekomen:
Jantjen Rouhof van Alten

7 dec. 1710 overgekomen met attestatie van Noordbroeck:
Trijntjen Jans

7 juni 1711 is de Gemeinte na dat se een geruimen tijd waren onderwesen versterckt met:
Aaltjen Thomas
Luitien Fransen
en
Geertruit Jans
Met attestatie:
Jacob Fockes en Greetie Remkes van Neu wolda

6 sept. 1711 met attestatie tot ons gekomen:
Harmen Jans en Wijpke Hendrix ehel.
Tjackke Egges van D. A. Hijl [dus van Midwolder Hamrik?], en
Geeske Peters van Neuw Scheemda

6 dec. 1711 met attestatie tot ons gekomen:
Stoffer Harckes van Midwolda
Geeske Harmens van Lange akker Schans

4 sept. 1712 versterckt na belidenisse:
Gerthruida Havingha
Alcke Harmens
en
Eefke Joest

4 juni 1713 versterckt na belijdenisse:
Eelcke Hessels
Jesel Tiddes
Jan Douwes
en Renske [Jans] Eeh.
Harmen Tjarx
Berent Tjarx

Met attestatie:
Engel Geerts van Beerta dd. 19 nov. 1713 [datum klopt dus niet!]

10 sept. 1713 met attestatie overgekomen:
Berent Jans en Hendrickjen Eeverts van Zuidbroeck

[einde aantekeningen van Antonius Havingha]

24 juni 1714 is tot ons wederom overgekomen:
Trijnje Jans met attestatie van Gardelsweer dd. 19 maij 1714

9 sept. 1714 tot ons overgekomen:
Albert Willems met attestatie van Midwolde dd. 6 sept.
en Derk Hendrix van Nieuwolda


[begin van de aantekeningen van Wilhelmus Beckeringh]

Sept. 1715
De Ledemaaten van mij Wilh. Beckeringh Groninganus alhier gevonden, waaren de naavolgende:

Manspersonen [bijschriften soms nauwelijks leesbaar]
1. J[an] Jans Cladde ouwderl. en schoolmr. 1687 d. 21 9b met att. Gron. ...
2. Geert Tjasses ouwderl. 2 juni 1695 angen. (ovl. tot Delfzijl ad. 1721 in maart)
3. Jan Berents tot Lesterh[uis] kerckvoogt en diacon angenomen d. 10 maart 1709
4. Berent Derx diaken 2 7b. 1703 met att. Finsterw. angenomen (dood 14 maart 1718?)
5. Frans Christoffers angenomen in maart 1687 (overleden d. 15 8b. 1722)
6. Gerrijt Gerrijts angen. d. 5 juni 1689
7. Evert Geerts angenomen 9 maart 1690 (gest. in maart 1725)
8. Reeuwen Hilkes ang. 5 juni 1692 (doot)
9. Tidde Nannes ang. 2 juni 1695 (overleden 13 febr. 1728)
10 Gerrijt Pieters 6 juni 1697 angenomen (overleden 31 mei 1732)
11 Jacob Meertens 5 maart 1702 angenomen (overl. 4 9b. 1727)
12 Harmen Jans met attest. van Borgsweer 1 juni 1704
13 Roelef Jans Eod dato
14 Jan Joesten Eod dato (gestorven den 7 mei 1720)
15 Joest Ubbes 6 maart 1707 angenomen (overleeden 17 maart 1721)
16 Waalke Cornellijs d. 25 Junij ejusd annï [1707] met att. van Wagenb. van Dnus Dronrijp
(vertr. met att. 3 sept. 1717)
17 Reijnder Alberts 10 juni 1708 att. Nieuwolda Dnus. Alb. Hijl
18 Bonneke Jans attest. 2 dec. Ej.ai [1708] Nieuwe Scheemda Ph. Themmen (di?? 3 mei 1716?)
19 Meijndert Reeuwens 10 maart 1709 angenomen (in september 1721 vertr.?)
[verdere tekst doorgekrast: overleeden in ??? 1717]
20 Jan Epkes eod dato et mador (overleden en begraven d. 21 mei 1720)
21 Hero Jacobs attest. van Uitwijrda 9 juni 1709 B. Keun 28 mei 1709 (1729 vertr. [?] d. 19 Aug … )
22 Jacob Fockes Lesterhuis att. 7 juni 1711 Nieuwolda (1736 verstorven)
23 Luitjen Fransen angenomen eod dato
24 Stoffer Harckes att. 6 dec. 1711 van Midwolde Dnus. Sparringa (vertr. naa Westerlee 30 mei 1726)
25 Jan Douwes 4 juni 1713 angenomen (vertr. naa Borgsweer)
26 Harmen Tjarcks...\ [beide] Eod
27 Berent Tjarcks ..../ (overleden 10 jan. 1738)
28 Derck Hindricks Nieuwolda Dnus. Dronrijp att. 9 sept. 1714 (dood, 3 juni 1722 vertr. naa Termunten)
29 Albert Willems att. 9 sept. 1714 Midwolde dnus Sparringa (met att. vertr. 25 febr. 1721 naa Finsterwold)
6 dec. 1722 nog 17 s. 18 september 17..

Van de vrouwelijke sexe deese
1. Anje Steijes angen. 25 juli 1685 huisvr. van mr. Willum Sijmont (overleden 23 nov. 1730)
2. Tietje Hessels att. 9 aug. 1687 van Dnus. Bijler op ’t Hogez. (huisvr. van n.3, overleden)
3. Nantje Egberts att. 5 juni 1689 van Blijham (Geert Adams)
4. Geertien Pieters 9 maart 1690 wede Tjarck Ber[ents] (overl. 29 okt. 1727)
5. Tijmtje Hindrix den 7 dec. ejusd anni, Bonneke Jans vrouw
6. Grietje Reenders vrouw van Jan Wilkes 10 maart 1695 vr. van onse schoolmeester
7. Trijnje Geerts (overleden 4 mei 1731 [of 14])
8. Teelke Mensingh wedw Havingha met att. Gron. 14 maart 1697 (att.6 juni 1718)
9. Imme Pieters huisvr. van Wille Eggen den 6 Junij ej.ad. (in Febr. 1721 overl.)
10 Attje Tammes 3 maart 1700 vr. van Jurjen Jurjens (9 maart 1722)
11 Jicke Fockes 1 sept. 1700 huisvr van Doeke Derx Leste...
12 Trijnje Willems 4 dec. 1701 huisvr. van n. 14
13 Trijntien Dates huisvr van n. 4 Eod tj… et modo (overl. 5 april 1729)
14 Elske Jurjens 2 maart 1704 wede Mense Jacobs (overleden 15 febr. 1737)
15 Hilke Ottes att. 6 dec. 1705 van Nieuwolda dnus. A. Hijl (overleden) (vr.n.13)
16 Geertien Jacobs 6 juni 1706 huisvr. van Wilh. Jans (21 aug. 1724 gest.[?])
17 Martjen Epkes met haar man boven n.16 met att. (gest. 12 jan. 1716[?])
18 Harmtje Jans met haar man n.17 boven (att. 26 aug. 1723)
19 Tietje Epkes te gelijk met haar br. n.20 supra (vertr. met haar man vid.s.)
20 Hille Mennes 9 juni 1709 huisvr. van n.10 (27 okt. 1720 doot)
21 Taakjen Abels 2 maart 1710 huisvr. van n.2 (att. d. 28 mei 1721)
22 Lamme Alberts eod. d. huisvr. van n.15 (26 maart 1722 overleden)
23 Anje Hendrix eod. tpre. met att. van Midw. van dnus Sparringa (Swarte Jans)
24 Aaltjen Thomas met n.22, 23. Huisvr. van n.12
25 Geertruit Jans, eod tpre met haar man n.23
26 Grietje Remkes met haar man n.22
27 Wijpke Hindricks met att. 6 sept. 1711 dnus. A. Hijl (met att. vertr. 24 sept. 1716)
28 Geeske Pieters E.t. van de Nieuwe Scheemda P. Themmen (d.27 maij 172.) (Doet Willem [?])
29 Alke Harmens dogter van n.27 4 sept. 1712 (vertr. .. att. 24 dec. 1715)
30 Eefke Joests, dogter van n.15 et 22
31 Eelke Hessels huisvr. van n.19
32 Jeesel Tiddes [huisvr.] van n.20 4 juni 1713
33 Renske Jans [huisvr.] van n. 25 (overl. in dec. 1721)
34 Engel Geerts attestatie van G. Meijer in de Beerta (19 ….. ubisit)
35 Hindrickien Eeverts att. d. 10 sept. van Suidbroeck (dnus Klugkist) (Berent Jans wede) (overleden 12 dec. 1723)
36 Trijnje Jans att. van Garrelsweer 24 juni 1714. Woont tot Termunten met haar man Casper een papist (met att. vertr. 1 maart 1717)
37 Antje Cornelis j.d. met att. van dnus Meijer in de Scheemda in dato 8 febr. 1714 (met att. naa Gron.)
38 Anne Hindrix met att. van Nieuw. in Julij 1686 (overl. in F. 1725)
39 Anje Dates van de Nieuwe Scheemda 1691 in Junij (d. 4 Febr. 1728) (vr. van n.9)
40 Lupke vrouw van Eltje Alberts att. 8 sept. 1709 (dnus. Muntinge tot Noortbroek) (dood)
(6 dec. 1722 nog 25 van deese boven staande alhier)

Den 22 September [1715]
Naa voorgaande visitatie en proefpredicatien ’s Heeren Avondmaal in
deese Gemeijnte de eerstemaal bedient an 52 â 53 Ledemaaten 21 mans
en 31 vrouwspersonen soo dat van de mannen 8 en van de vrouwen 9
moeten gemist hebben nam.
Reijnder Alb. en sijn huisvr. om bovengem. reeden,
Joest Ubbes huisgesin daar ook de reeden gemelt,
Tidde Nannes al eenige jaaren absent; als ook Jacob Meertens;
Evert Geerts [in de marge]; Geertien Jacobs;
Teelke Mensingh wegens siekte, Anje Hindrix n.23 als ook n.27.
De andere mij onbekent en ook de reeden waarom, dat vervolgens hoop te ondersoeken.

Huisen
Lesterhuis 3, Somerdijk en Leegte 3, nog andere buitenhuisen 16, Int loeg 39;
‘tsamen 61. Waaronder 4 Mennisten, 2 papisten. En verscheijden half Luitersen

15 dec. 1715 verrijckt naa belijdenisse:
1ste nieuwe ledemaat Aaltien Fockes huisvr. van Hero Jacobs (overl. 25 nov. 1725)

9 maart 1716 vermeerdert met drie jonge dogters, naa belijdenisse:
2. Grietje Tiddes (met …..)
3. Aafke Sjabbes (att… Midw.) en
4. Geertien Loerts; de laastgenoemde Sondags te vooren ook gedoopt sijnde (overl. in jan. 1729)

24 aug. 1716 attestatie verleent an:
Wijpke Hindrix en Alke Harmens, vid. num. 27 en 29

6 dec. 1716 met attestatie overgekomen deese vier:
1. Derck Harmens en
2. Grietjen Jaspers van Groningen dd. 3 juli 1716
3. Anneke Pieters van Niekerk en Vliedorp dd. 9 okt. 1715
4. Antje Klaassen van Nieuwolda

1 maart 1717 attestatie gegeven an:
Trijnje Jans (no. 36) vertrocken naa Termunten

22 maart 1717 de attestatie te rug gegeven an:
Derck Harmens en sijn huisvr. boven genoemt vertreckende naa Huij.

3 juni 1717 met attestatie vertrocken:
Grietje Tiddes naa Termunten, aangen. 9 maart 1716

6 juni 1717 vermeerdert:
5. Hilje Hindricks met attestatie van Midwolda geteekent dd. 2 juni 1717 (met att. .. d. 2 7b …)
Naa belijdenisse angenomen:
5. Geert Adams (d. 19 Julij ..22 …)
6. Doecke Dercks
7. Jannes Reijnders (.. 12 dec. 1722 ….)
8. Aaltien Reijnders (met att. vertr. naa Noorten 25 mei 1721)

1 sept. 1717
Waalke Cornellis met attestatie vertrocken naa Nieuwolda.

2 sept. 1717
Hilje Hindricks [met attestatie vertrocken] naa Termunten

5 dec. 1717 vermeerdert met deese twee susters:
5. Anje Freericks medebrengende attestatie dd. 24 okt. 1717 van Weijwert
6. Krijnje Reijnders ook voorsien met een att. van Vliedorp en Nijkerk

5 juni 1718 vermeerdert met:
7. Egberdina Bavinck huisvr. van D. Wilhelmus Beckeringh Eccls tot Woldendorp
ingevolge de attestatie van Groningen

6 juni 1718 attestatie gesonden an:
mijn moeder Teelke Mensingh wede Havingha tot Groningen

21 aug. 1719 attestatie geschreven voor:
Aaltien Reijnders naar Zuidbroeck vertrocken dog kort daarnae wederom omgekeert, blijft een ledemaat hier

18 okt. 1719 attestatie geschreeven voor:
Anneke Pieters en Krijnje Reijnders moeder en dogter naa de Mieden vertrocken.

18 dec. 1719 vermeerdert na belijdenisse:
9. Frederick Henderick Havingha S.S.Th.St. (att. naar Groningen 11 febr. 1720)
10. Hilke Hindericks (overleden ..cls[?] 6 aug. 1727)
11. Hinderickien Alberts (overl. 29 juni 1725)
12. Aafke Pieters (met att. naa Term.)
13. Anje Wabbes
14. Anje Jacobs

12 febr. 1720 twee attestatien an:
mijn Br. F. H. Havingha S.S.Th.St. en
Antje Cornellis naa Groningen vertrocken toegesonden

19 maart 1720 vermeerdert door:
8. Agnieta Holtmans met attestatie van Middelstum en Toornwert dd. 21 sept. 1719

6 juni 1720 attestatie verleent an:
Aafke Sjabbes van mij angenomen, en naa Midwolda vertrocken

9 juni 1720 vermeerdert met:
9. Hinderick Jans Holtman met att. van Middelstum
10. Nantje Hemmes van Bellingwolda (att. naa Wijmeer 12 m[aart] 1729)

27 juli 1720 een attestatie gegeven an:
H. Jans Holtman en Agnieta Holtmans bovengem. vertr. naar Veendam

8 sept. 1720 tot ons gekomen:
11. Geert Melis met attestatie van Groningen dd. 13 julij (overl. 19 okt. 1722 tot Term.)

25 febr. 1721 attestatie gesonden an:
Albert Willems naa Finsterwold

27 mei 1721 attestatie gegeeven an:
Geeske Pieters huisvr. van Doeë Willems naa Termunten verhuist

28 mei 1721 [attestatie gegeven] an:
Taackjen Abels wede van Geert Tjasses naa Delfzijl

25 mei 1721 meede attestatie gegeeven an:
Aaltien Reijnders nieuws van mij angenomen en nu naa Noortbroek vertrocken

1 juni 1721 versterckt met:
12. Heebe Hannes huisvr. van Egge Boelens met attestatie van de Nieuwe Beets
(vertr. 25 nov. 1723 met att. naa Nieuwolda)

1 maart 1722 met attestatie verscheenen:
13. Sare Meners van Griethzijl in oostfrieslant geteckent dd. 9 febr.

3 juni 1722 attestatie verleent an:
Derck Hindericks naa Termunten

7 juni 1722 met attestatie tot ons gekomen:
14. Harmen Janssen van Grijmersum (vertr.1726, att. 25 juni 1732?)
15. Martje Jacobs van Homsweerum beijde uit Oostvriesland, geteekend dd. 18 mei 1722

12 dec. 1722 attestatie verleent an:
Jannes Reijnders

6 juni 1723 met attestatie tot ons gekomen:
16. Harmke Roelefs van Schildwolda, en
17. Greetje Janssen van Westerhuizen in Oost Fr. (18 maart 1728 overl.)

26 aug. 1723 attestatie gegeeven an:
Reijnder Alberts en Harmke Jans Echtel. dog niet in fo.. [? = afkorting] als gewoonlijck, echter naa waarheijt

1 sept. 1723 attestatie gegeeven an
Harmke Roelefs naa Wagenborgen vertrocken

5 sept. 1723 vermeerdert met:
18. Gerrijt Claassen en
19. Jantien Jacobs met attestatie van Termunten, en
20. Wibregt Jans van Nieuwolde (7 sept. 1731 att. vertrocken), beijde geteekent 2 sept. 1723

25 nov. 1723 attestatie gegeeven an:
Heebe Hannes huisvrouw van Egge Boelens naa Nieuwolda

5 maart 1724 vermeerdert met:
21. Roelef Koerts met attestatie van Termunten (att. 30 mei 1730 vertr.),
22. en desselfs huisvrouw Lijnje Alberts met attest. van Wibelsum in Oostvriesl.

1 juni 1724 attestatie gegeeven an:
Aafke Pieters huisvr. van Wiert Heeres naa Termunten

3 sept. 1724 op belijdenisse angenomen, en deese gemeijnte dus vermeerdert met:
15. Pieter Everts

3 juni 1725 vermeerdert met:
23. Jan Luppes, met attestatie van Zuidbroeck dd. 25 april 1725

30 mei 1726 attestatie gegeeven an:
Stoffer Harkes en Tietje Epkes na Westerlee

1 dec. 1726 vermeerdert met:
24. Engel Entes huisvrouw van Tonke Freerrick met attestatie van Heveskes, en
16. Jan Pieters naa voorgaande onderwijs en belijdenisse angenomen

14 sept. 1727 met attestatie tot ons gekomen van Termunten:
25. Tjaart Harms en
26. Aagtje Dercks sijn huisvrouw

28 febr. 1729 attestatie verleent an:
Jan Douwes naa Borgsweer vertr.

12 maart 1729 attestatie gegeven an:
Nantje Hemmes naa Wijmeer in Oostfriesland vertrocken

5 juni 1729 vermeerdert met attestatie van Termunten:
27. Haijo Willems en
28. Pieterke Epkes echtel.
op belijdenisse angenomen:
17. Hilje Tjarcks huisvrouw van Hinderick Hindericks

19 aug. 1729 attestatie verleent an:
Hero Jacobs naa Delfzijl vertrocken

4 sept. 1729 vermeerdert met:
29. Jan Jeltes en
30. sijn huisvr. Antje Pieters met attestatie van Enum

12 maart 1730 verrijckt met twee broeders:
31. Ebel Bos met attestatie van Amsterdam, en
32. Nanneke Pieters van de Scheemda

30 mei 1730 attestatie verleend an:
Roelef Koerts en Lijnje Alberts echtelieden vertrocken naa Holwijrda

10 sept. 1730 vermeerdert met attestatie:
33. Harbert Sinningh en
34. Elisabeth Gillot sijn huisvr. met att. van Termunten (10 nov. 1732 att. na Finsterw.)
35. Heere Jacobs van Delfzijl
36. Wijtske Harmens van Manslagt in OostFr.

3 dec. 1730 tot ons overgekomen:
37. Hinderick Sibes met attestatie van Midwolda (23 febr. 1733 att. naa Term.)

4 maart 1731 naa belijdenisse angenomen:
18. Aaltien Jans Cladde huisvrouw van Haije Pieters (met attestatie vertrocken na Termuntersijl 1737)

10 juni 1731 op belijdenisse angenomen:
19. Eje Wietes huisvr. van de E. kerkvoogt en zijlvest Jan Berents

2 sept. 1731 vermeerdert met:
38. Jantien Bonnes met attestatie van Termunten (te Term. overleden)
Op belijdenisse angenomen:
20. Focke Jacobs

7 dito [sept. 1731] attestatie verleent an:
Wijbrecht Jans huisvr. van Bartelt Richts naa de Nieuwe Beerts vertrocken op Maij jongst.

2 dec. 1731 vermeerdert met:
39. Ede Pieters en
40. Jantien Jans Ehel. met attestatie van Westerlee

9 maart 1732 op belijdenisse angenomen:
21. Antje Tjaarts huisvr. van Luitjen Sjabbes (overl. in juni 1732)
22. Grietje Tjaarts huisvr. van Haije Hinder.
23. Lijsbet Hilkes (met att. vertr. d. 4 nov.) en
24. Nieske Geerts beijde dienstmaagden van Ede Pieters en mij selfs.

4 nov. 1732 attestatie verleent an:
Lijsbet Hilkes dienstmaagd naa de Meeden vertrocken

10 dito [nov. 1732] [attestatie verleent] an:
Harbert Sinningh en Elisabet Gillot Echtel. naa Finsterwold vertrocken

23 febr. 1733 attestatie verleent an:
Hinderick Sibes naa Termunten

[ander handschrift]

20 sept. 1733 toegelaten:
Uke Jansen en Trijntie Garrels op attestatie van Termunten


[begin van de aantekenijngen van de nieuwe dominee - Hijll?]

10 juni 1735 van Wagenb. overgekomen:
mijn allerliefste een zeer godvrugtige huijsvrou Hima Maria Hijll geboren van Peer
Na voorgaand onderwijsinge angenomen:
Menno Gerrijts
Pieter Jan Joesten
Gepko Ariaans huijsvrou van Nantke Pieters

2 juni 1735 na voorgaand onderwijsinge angenomen:
Stoffer Fransen Hommerinckhuisen
Hindrikjen Menses vrou van Harmen Tiarks
Bauwe Lammers vrou van Menno Gerrijts
Jantjen Harmens vrou van Gerrijts Writzerss
Stijntje Roelefs vrou van Okke Dijll
Bouwe Siabbes vrou van Willem Jacobs
Cnellijske Haijkes vrou Roelef Luijtjes
Geertjen Harmens vrou van Jan Jans

2 nov. 1735 met attestatie van Nieuwolda:
Trijntjen Jans huijsvrou van Ide Jans
Na voorgaande onderwijsinge angenomen:
Evert Jacobs
Anje Willes huijsvrou van Garbrant Jans

2 maart 1736
Hindrik Hindriks
Thomas Harmens (overl. 11[?] juni 1737)

juni 1736 angenomen:
Haijo Hindriks
Jacob Menses
Jantjen Eijlers
(vrou van Derk Jans)
Peterke Jans (vrou van Pieter Jans Joesten)
Antje Albers

31 aug. 1736
Klaas Pieters
Diewer Haijkes
vrou van Stoffer Fransen

31 nov. 1736
Willem Jacobs (overleden in Mai 1737)

1 maart 1737 na voorgaende onderwisinge angenomen:
Tonko Frericks
Idje Arents Doeckes


30 mei 1737 na voorgaande onderwijsinge angenomen:
Hilke Menses
Derk Jans
Met attestatie van Groningen:
Geesjen Jans vrou van Albert Eltjes

29 nov. 1737 met attestatie van Termunten:
Hilje Hindriks vrou van Harmen Jans

26 febr. 1738 na voorgaande onderwijs angenomen:
Garbrand Jans
Hijbel Waldriks
Fokko Doekes
Hindrik Sijbes
Aafke Luijtes


6 juni 1738 met attestatie van Schiltwolde:
Aaltjen Ties wed. van Berent Smeeding

5 dec. 1738
Aafke Fokkes vrou v. Fokke Doekes met attestatie v. Wagenb.
Okko Edses en Aagtje Jannes egtel. ... Lesterhuijs,
Ebelje Jacobs vrou v. Jurjen Menses
Engel Harmens

18 dec. 1739 na voorg. onderwijs angenomen:
Rijktjen Harmens
Jan Aaldriks


17 juni 1740 met attestatie van Termunten:
Trijntje Luijlefs (wed. v. Waldrik Hijbels)

7 sept. 1742 met attestatie v. Schiltwolde:
Pieter Pieters en Grietje Hebels Egtel.

3 maart 1743 na voorgaand onderwijs angenomen:
Klaas Jans
Jan Hindriks
Lubge Gerrijts


1 sept. 1743 met attestatie v. Termunten:
Hindrik Sijbes

11 dec. 1744 na voorg. onderwijs angenomen:
Riemen Hindriks vr. v. d’ kerkvoogd Hilko Menses
Stijntje Wijpkes vr.v. Evert Jacobs
Met attestatie v. Appingadam:
Jan Haveman

10 sept. 1745 met attestatie van Term.:
Heijne Clasen en Hilje Nannekes Ehel.

16 dec. 1747 na voorg. onderwijs angenomen:
Eltje Hindriks vr. van Pieter Pieters

15 maart 1747 na voorg. onderwijs angenomen:
Aijelt Jans
Remke Jacobs
Haijko Harmens Scho
Pieter Pieters


8 maart 1748 na voorgaand onderwijs angenomen:
Wijpke Derks
Hindrik Jans
Harmen Alberts
Hindrik Eltjes
Elske Berens
Grietje Jans


6 dec. 1748 met attestatie v.d. Beerta:
Frouke Egbers vr. v. Derk Doekes

17 sept. 1751 met attestatie v. Finsterwold:
Willem Joestens en Geertruijd Harmens Ehel.


Anno 1777

Aantekeningen van de namen der ledematen in de gemeente te Woldendorp
en van andere kerkelijke verrigtingen door mij Reind Beckeringh pred. alhier

Het klein aantal der Ledematen waren bij mijn komst alhier de navolgende
Manspersonen:
1. Hindrik Eltjes ouderling en diacon
2. Wabbe Freerks Vos ouderling
3. Jannes Cornelis diacon
4. Tonnis Geerts
5. Eijlt Jans
6. Pieter, NB toegenaamt Stubber
7. Jan Haveman
8. Klaas Michiels
9. Tonnis Arends Poseë
10. Jan Karsjens
11. Antonij Beltman
12. Ebel
13. Jan Wijpkes

Van het vrouwelijk geslagt deze:
1. Aagtje
2. [niet vermeld] huisvrouw van Tonnis Geerts no 4
3. Wieke huisvr. van Klaas Michiels no 8
4. Janna huisvr. van Berent …. Snijder
5. Annegijn huisvr. van Tonnis Poleë
6. is mijn waarde en lieve huisvrou Geertruida C. Fockens van Wirdum met mij overgekomen

6 dec. 1778 op belijdenis aangenomen:
Albartus Jans Blink en
Cornelis Aijlkes

14 maart 1779 verrijkt met:
Focko Gerrits, op belijdenisse

13 juni 1779 op belijdenis aangenomen:
Pieter Edes en deszelfs huisvrouw Renske Cornelius
(met attestatie tot de gemeinte van Termunten overgegaan dd. 28 nov. 1793)

3 sept. 1779 vermeerdert met:
Knelske Edes na belijdenisse

1 maart 1780 op belijdenis aangenomen:
Egbert Harms

10 juni 1781 op belijdenis aangenomen:
Eemke Tjapkes

2 dec. 1781 op belijdenis aangenomen:
Aldert Jans

10 maart 1782 op belijdenis aangenomen:
Tamme Jacobs en Lupke Derks ehel:

9 maart 1783 op belijdenis aangenomen:
Wabbo Hindriks

1 juni 1783 met attestatie van Borgsweer overgekomen:
Julle Jans en Martjen Wijrts echteleeden

7 sept. 1783 met attestatie vertrokken naar de N. Beerta:
Tammo Jacobs en Lupke Derks ehel.

11 juni 1786 vermeerdert met attestatie:
Jurjen Wabbes van Heveskes
Elizabeth Obbes van Delfzijl

9 dec. 1787 vertrokken met attestatie naar Weiwert:
Jan Karssens
Overgekomen met attestatie van Wedda:
Leendert Smedingh

8 juni 1788 op belijdenis aangenomen:
Hillegijn Cornelius

14 dec. 1788 met attestatie tot ons overgekomen:
Focke Menkes Croen van Borgsweer

12 sept. 1790 met attestatie overgekomen:
Zwaantje Harmannij huisvrouw van Paulus Lanzenberg van Farmsum

5 dec. 1790 met attestatie van Veendam overgekomen:
Jan Smeding, schoolmr. dezer plaats

4 sept. 1791 op belijdenis aangenomen:
Lupke Hindriks

10 maart 1793 gedurende de vacature waren overgekomen:
Eppo Harms en zijn dogter Klaaske Eppens, met attestatie van Farmsum

16 juni 1793 met attestatie van Zuiderhuisterveen in Friesland overgekomen:
Aaltje van Assen huijsvrouw van Dom. Albrinck,
E.A.L. Albrinck,
en de meid Aaltje Janssen.

Lijst van Lidmaten welke ik G. Albrinck bij mijne komst te Woldendo[r]p gevonden heb.
[doorhalingen voor de leesbaarheid niet overgenomen, alleen volgnr. doorgehaald]
Manspersonen
1. Jannes Cornelis ouderling (overl.)
2. Klaas Michiel ouderling (overl.)
3. Julle Jans, diacon
4. Alderd Jans (vertrokken)
5. Fokke Menkes Kroon (overleden)
6. Jurjen Wabbes (overleden)
7. Eppo Harms (vertrokken)
8. Jan Smeding, schoolmr

Vrouws-personen
1. Knelske Edes (overl.)
2. Wijke, vrouw van K. Michiels
3. Martje Wijrts
4. Hilligje Cornelius [doorgehaald zonder vermelding]
5. Zwaantje Harmannij (vertr.)
6. Lupke Hindriks
7. Klaaske Eppens

13 maart 1794 na geloofsbelijdenis toegelaten:
Roelef Pieters
Ocke Jannes
Haje Epkes
Bauke Jans


6 april 1796 na geloofsbelijdenis aangenomen:
Geesje Nannes, vrouw van Roelef Pieters
Eppijn Egberts

27 mei 1796
Jan Pieters
Antje Berends, en
Diewer Harms

16 maart 1797 na geloofsbelijdenis aangenomen:
Jantje Eppes

2 maart 1798 na geloofsbelijdenis aangenomen:
Meerten Klaassen, en
Aaltje Claassen

10 maart 1798 na geloofsbelijdenis aangenomen:
Hindrik Jacobs

1 maart 1799 na geloofsbelijdenis toegelaten:
Menno Cornelius en
Bouwe Jacobs

28 nov. 1800 van Appingedam met attestatie overgekomen:
Jurjen Jentzema

6 dec. 1801 na belijdenis angenomen
Eltjo Hindriks en
Hindrik Alberts

28 maart 1802 na geloofsbelijdenis toegelaten:
Michiel Claassen
Gerrit Fokkes
, en
Anje Fokkes
Met attestatie van Groningen overgekomen:
Antje Tonnis

8 april 1803 na geloofsbelijdenis toegelaten:
Jannes Julles
Hilje Entes
Engel Entes


12 juni 1803 met attestatie van Oostwold:
Hilke Meertens

23 nov. 1803 met attestatie van Vlagtwedde overgekomen:
Wilke Willems en
Rebekka Claassens

maart 1804 met attestatie overgekomen:
Elisabeth Anna Gerrarda van de Pol

5 mei 1804 na belijdenis aangenomen:
Jesel Alberts, en
Fenje Jans

4 april 1805
Sijbolt Dethmers
Wijpke Jans
Eeuwke Julles


Vernieuwde lijst van alle de Lidmaten te Woldendorp 1805
Mannen
1. Julle Jannes, ouderling (obiit)
2. Jan Smeding, schoolmr.
3. Roelof Pieters, kerkv.
4. Okke Jannes, ouderling
5. Hajo Epkes, kerkv. (obiit)
6. Jan Pieters
7. Hindrik Jacobs (obiit)
8. Menno Cornelius
9. Eltjo Hindriks, diacon
10. Jurjen Jentzema (vertrokken)
11. Jannes Julles, diacon (obiit)
12. Sijbolt J. Dethmers (obiit)

Vrouwen
1. Wijke Meertens (obiit)
2. Martje Wijrts
3. Lupke Hindriks
4. Klaaske Eppes
5. Bouke Jans
6. Geesje Nannes
7. Eppijn Egberts (obiit)
8. Antje Berends
9. Diewer Harms
10. Jantje Eppes
11. Bouwe Jacobs
12. Antje Fokkes
13. Antje Tonnis
14. Hilje Entes
15. Hilke Meertens
16. E.H.G. van de Pol
17. Fenje Jans
18. Wijpke Jans
19. Eeuwke Julles

17 april 1806 op belijdenis aangenomen:
Bijfke Jannes

24 april 1807 op belijdenis aangenomen:
Voske Jans en
Antje Klaassen

25 juni 1807
In de kerkenraad voorgesteld zijnde hoe te
handelen met Klaaske Eppes, huijsvrouw van Daniel Jans Kroon,
welke alhier lidmaat geweest zijnde, maar zedert Mai 1803 naar
onder de gemeente van Termunten vertrokken, tot dus verre hare
kerkelijke attestatie niet had gevraagd, en waarschijnlijk, wegens
hare meerdere nabijhijd bij Woldendorp, wel inclineerde, om hier
als lidmaat te blijven continueren - is besloten, dat voornoemde
Klaaske Eppes tans werkelijk onder de gemeinte van Termunten
woonende, als vertrokken moet worden aangemerkt, en dat een
kerkelijke attestatie naar gewoonte, met en benevens een
extract van dit besluijt, aan haar zal worden afgegeven
van desen inhoud:
L.S.
Klaaske Eppes is lidmaat van de ware gereformeerde kerk,
niet dwalende in de lere en onergelijk van wandel, enz volgens
usantie ........

5 nov. 1808 met attest. van Hellum:
Isaac Jacobs

1809 op belijdenis aangenomen:
Cornelius Fokkes en
Anje Everts


1810 op belijdenis aangenomen:
Berend Claassen en
Roelof Everts

4 juni 1810 op belijdenis aangenomen:
Hebeltje Reinds
Hindrik Engelkes
Etje Willems


7 dec. 1810 na belijdenis aangenomen:
Wopke Lulofs

2 maart 1811 na belijdenis aangenomen:
Derk Hindriks Huisman en
Frouwke Hindriks Huisman


[Mutaties kerkeraadsleden]

1679
Ocko Willems tegenwoordige boeckhouder onses caspels
armen is gesint sijn diaconie dienst af te staen, ende
voorts daer op reeckeninge te doen van sijn ontfangts
en uitgaeve, waerom de eerw. kercken raedt genoodtsaeckt
is, in des selfs plaetse een nieuwe diaken te kiesen etc.

Nae voorgaende kondinge is Jan Hemmes den 5 julij 1679
tot diaken verkoren, ende nae dat hij drie achter een
volgende sondagen volgens kercken ordre den 20 en 27 julij
ende den 3 augusti opentlick van de predick stoel was
afgekondight, ende niets tegen hem voorgebraght sijnde,
in sijn diaconie dienst geconfirmeert den 28 september 1679

22 febr. 1680
Alsoo Harmen Engels olderlingh deser gemeinte door
swachheit sijn olderlinghs ambt seer beswaerlick
kan bedienen ende de visitatie van gesonde ende
krancke niet wel kan waer nemen tot ???nisse [vlek]
van den tweden olderlingh, so heeft het E. consistorium
goet gevonden, om nae gedaene predicatie, tot dienst
van dese gemeinte, eenige personen te nomineren, waar
uit de keur van een darden olderlingh sal worden gedaen die
benevens Harmen Engels ende Claas Benes het olderlinghsambt
magh bedienen

29 febr.1680
Nae voorgaende kondigen is Focko Dercks met eenparige
stemmen tot olderlingh deser gemeinte verkoren, ende niets
tegen hem ingebraght sijnde is hij den 6 junij 1680 in sijn
olderlinghs ambt geconfirmeert.

19 dec. 1680
Alsoo Epke Luilefs tegenwoordige boeckholder onser caspels
armen de tijt sijner bedieninge heeft uitgedient, soo is hij
gesint om voornoemde dienst af te staen etc.
Ende is Albert Jans den selven dito tot diaken verkoren, ende
nae voorgaende proclamata den 23 jan. 1681 bevestight.

9 april 1681
Volgens gewoonlicke kondinge ende electie is Willem Everts in
plaets van den overleden voorstander Jan Hemmes in sijn
diaconie ambt bevestight den 12 mei 1681

Anno 1682 na voorgaande nominatie van 4 praedikanten
als dn. Temmens van Weiwert, dn. Palmer van de Wildervank,
dn. Gramsbergen van Borgsweer en dn. Matthie van Peise,
en twie candidaten dn. De Jager en mijn persoon, so heeft het
de Opperste herder der Schapen door sijne bezondere voorsienigheit
belieft, mij sijn geringe dienaar den 14 januar. tot Zielbezorger van
deze vervallene gemiente te beroepen, correct een half jaar Candidatus
geweest zijnde, en na dat ik den 9 maij met dn. Sickman beroepene
praedicant tot Finsterwolde, van dn. Takens past. tot Middewolde,
dn. Mees pt. tot Winschoot en dn. Hoorn past. op de Noort ben plenarie
geexaminiert, so ben ik Henricus ten Oever Groninganus den 6 augusti
door dn. Meijer van Termunten en dominus Sickman voornoemt alhijr
bevestigt in de plaats van de overledene dn. Johan Bieruma.

Naa dien den oppersten herder naa sijn wise voorsienigheit in t’jaar
onses H. Jesu anno 1685 den 11 Febr. mij geringen en onbequamen
tot een zielbesorger van dese vervallene Gemeinte had beroepen en
met Dnus. Burger beroepen Predic. tot Finsterwolt den 20e Mai deses
van Dnus. Hermanni uit de Wildervanck, Dnus. Molanus tot Unstwedde
en Dnus. Hijl in Midwolmer Hamrick, plenarie geexamineert, is de
bevestiginge van mij Antonius Havingha Oldambting door
Dnus. H. Meijer Pr. uit de Scheemda en Dnus. Gerh. Beckeringh van
Scheemder Hamrick houdende sijn sermoon uit Joan 18:36 in plaatse
van Dnus. Henr. Ten Oever na Sidbuiren verplaats) geschiet 21 Jun.

13 mei 1688 kerckelijcke vergaderinge gehouden en getreeden tot een
neu ouderl. in plaatse van den overledene ouderl. Claas Benes, is uit
veelen Claas Harmens met pluraliteit erweelt, en sonder insperinge
den 17 juni 1688 in sijn bedieninge van ouderl. bevestiget

26 jan. 1690 is kerckelijcke vergaderinge gehouden om te treden tot
een nominatie van 2 neuwe ouderlingen in plaatse van Claas Harmens
en Focke Derx, ben uit de genomineerde personen met pluraliteit van
stemmen verkoren tot ouderlingen Geert Jans en Alje Peters, en eerst
den 16 Mart bevestiget.

1 juli 1691 is kerckelijcke vergaderinge gehouden en een nominatie
gemaackt van een neu diaken, is doenmaals met meeste stemmen
in plaatse van Alje Peters verkoren Epko Luilefs

16 juli 1691 is de broeder Epko Luilefs sonder hinder in sijn bedieninge bevestiget

17 april 1692 kerckel. vergaderinge gehouden, om te treden tot een
keur van een neuwe diaken, is doenmaals met eenparige stemmen
verkoren Wabbo Albers in plaatse van Derck Jacobs.

8 mei 1692 is Wabbo Albers in sijn bedieninge bevestiget

1 april 1694 heeft Epko Luilefs sijn bedieninge van die diaconie opgesegt,
is Albert Roelefs met eenpaarige stemmen tot desselvs bedieninge erweelt,
en sonder hindernisse op den 29 deses in sijn bedieninge bevestiget

17 febr. 1695 is Albert Jacobs met meeste stemmen tot diaken verkoren,
is sonder hinder den 17 mart in sijn bedieninge bevestiget

22 april 1695 is Jan Jans Cladde met de meeste stemmen tot diaken
verkoren en sonder op den 19 mai in sijn bedieninge bevestiget

16 mei 1697
Tjarck Beerents in plaatse van Albert Jacobs met pluraliteit van
stemmen tot diaken verkoren en sonder insperinge op den 13 juni 1697
in sijn bedieninge bevestiget

4 juni 1699 is met 9 stemmen tot diak. [verkoren] Gerrijt Peters,
alsoo sonder hinder in sijn ambt bevestiget den 2 julij

19 juni 1701 is de broeder Geert Tiasses nadat tu met pluraliteit
van stemmen tot diaken deser gemeinte war erweelt in plaatse van
de br[oeder] Tjarck Berents sonder hindernisse in sijn bedieninge bevestiget

23 juli 1702 is de broeder Derck Jacobs voor de tweedemaal na
voorgaande kercken spraack in sijn diakenschap bevestiget

12 aug. 1703 is de broed[er] Jacob Meertens volgens kercken
order in sijn diakenschap bevestiget

13 juli 1704 ben de broederen als Epko Luilefs en Derck Jacobs
als ouderlingen en Jan Jans Cladde als diaken gesamentlijck in haar bedieninge sond[er] hinder bevestiget

9 maart 1706 Tidde Nannes volgens kercken[order] sonder eenige
insperinge bevestiget in ’t ampt van sijn d[i]aconschap

3 juli 1707 is Jan Berents (nadat hi met pluraliteit van stemmen
tot diaken waar verkoren) in sijn ampt bevestiget

3 juni 1708 is Gerrijt Peters na voorgaande kercken spraak in sijn
diakonie bedieninge sonder insperinge bevestiget waartoe hi met
eenparige stemmen waar verkoren

14 juli 1709 is de broeder Geert Tjasses (na dat met pluraliteit
van stemmen tot diaken waar verkoren) in sijn bedieninge bevestiget

20 juli 1710 is Tjarck Berents tot ouderling en Meindert Reuwens
tot diaken met vollenkomen stemmen verkoren.

17 aug. 1710 ben voorseide broeders een jeegelijck in sijn
bedieninge bevestiget sonder inspraacke

27 aug. 1713 is de Broeder Jan Jans Cladde (na dat hi met pluraliteit
van stemmen tot ouderling deser gemeint waar verkooren) in sijn
bedieninge sonder inspraacke bevestiget.

21 jan. 1714 ben Geert Tiasses als ouderling en Jan Berents en
Beerent Derx als diakonen na voorgaande kerckenspraacken jeder
in sijn bedieninge sonder bedieninge bevestiget

-- aug. 1715
Naa dat het den Grooten albestierder had behaagt, naa sijn wijse
voorsienigheijd mijn steevader en antecessor Ant. Havingha van
sijn post aftelossen, heeft hem goetgedagt deese Gemeijnte niet
lang weduwe of weese te laaten, maar het herte van de collatoren
soo weeten te neijgen dat sij met eenparige stemmen sonder eenig
voorgaande nominatie mij, de olderminste van ’s H. Dienaars, alhier
hebben beroepen en in Sj Hoogst uit gesonden. De beroepinge geschiede
den 31 Julij 1714. ben daarop plenarie geexamineert den 2 Julij 1715 door
Dnus. H. Meijer Senior in de Scheemda, Hubbelinck tot Winschoten en
Beuckers in de Ouwde Schans. En vervolgens naa driemaal gekondigt te
sijne den 4den Augustus alhier bevestigt door genoemde H. Meijer
NB deselve heeft ook mijn vader bevestigt) en H. Sijbinga Eccl. in de Eexte.

mei 1716
Naa voorgaande kondinge en electie den 5 april als ook drie proclamatien
is Bonneke Jans den 3den maij, volgens kerckenorder in sijn ampt van
diaken bevestigt, in plaats van de overleeden voorstander der armen Berent Dercks.

18 dec. 1719 is Geert Tjasses ouwderling deeser gem. voor de kerckenraad
geciteert en verscheenen, ten eijnde wettige en wigtige reedenen te geeven
van sijn langwijlig afsijn van de tafel des Heeren, en het bijwonen der
openbare godsdienst, tot ergernisse der gemeijnte, twelck niet konnende
doen, en weijgerende deselfs bekentenisse van schuld in desen als oock
belofte van een beeter gedrage en leevenswijse bijsonder weegens sijn
notaire dronckenschap te doen, heeft de kerckenraad met leedtweesen sijn
hartneckigheijd in deesen anmerkende, hem van sijn ouwderlingschap
gesuspendeert, en de taafel des Heeren ontsegt etc.

14 jan. 1720 sijn Gerrijt Pieters en Geert Adams de eerstegenoemde
tot ouwderling, en de laaste tot diacen met meerderheijd van stemmen
geëligeert en naa drie proclamata op den 11 febr. in hunne bedieningen
volgens kerkenorder bevestigt, en is Jacob Fockes den 19 junij 1718
geëlig. boeckhouwder gew[orden?]

6 sept. 1722 sijn des agtermiddaags meede tot diaconen bevestigt
Stoffer Harckes en Doeke Dercks, sijnde 9 aug. met meerderheijd van stemmen
verkoren door de gemeijnte en 3 agtereenvolgende sondagen gekundigt

23 mei 1723 is naa voorgaande nominatie, electie en 3 proclamata tot diaken
deesen gemeijnte in plaats van de Br. Stoffer Harkes afgegaan op sijn bedieninge
bevestigt de Br. Beerent Tjasses

18 juni 1724 is naa voorgaande nominatie der kerckenraad
electie met eenparige stemmen op Heemelvaartsdag 25 mei
geschied, en 3 proclamata, tot 3de diaken deeser gemeijnte
(volgens voormaals genomene resolutie) in die bedieninge
bevestigt de Broeder en kerckvoogt Jan Beerents te Lesterhuis

16 juni 1726 is de Broeder Pieter Everts naa voorgaande nominatie,
electie en driemaal kundigen, in sijn bedieninge als diaken bevestigt

15 juni 1727 is naa drie gewoonlijke proclamata todt diaken deeser Gemeijnte bevestigt
de Broeder Gerrijt Klaassen naa dat op hemelvaart(s)dag met pluraliteit van stemmen,
uit een nominatie van 3 der kerckenraad, van deselve en de gemeijnte was verkoren

4 juni 1730 is de broeder Haijo Willems naa voorgaande novatie, electie
en drie proclamata in sijn bedieninge als diaken van dese gemeijnte bevestigt

20 mei 1731 is de broeder Harm Tjarcks in sijne bedieninge als diacen bevestigt

8 juni 1732 is de broeder Nanneke Pieters (op hemelvaartsdag met eenparige
stemmen verkoren) in sijn bedieninge als diaken naa kerckenorder bevestigt

12 okt. 1732 is de broeder de E. kerckvorst en sijlvest Jan Berents, naa voorgaande vocatie
en electie, en drie proclamata in sijn hoogwigtige bedieninge van ouwderling deser gemeijnte
in plaats van de verstorvene ouwderling Gerrijt Pieters naa kerckenorder bevestigt

15 nov. 1733
Ede Peters tot diacon bevestigt

28 juni 1789 is hier tot ouderling verkozen (in plaats van Wabbo Freeriks Vos)
Jannes Cornelius, en tot diacon de schoolmr. Leendert Smedingh in plaats van
Jannes Cornelius, welke beide, na 3 voorafgaande kondigingen in hunne
bedieninge bevestigt zijn den 26 Julij 1789

13 juni 1790 zijnde toen ook den verkoren ouderling met name Klaas Michiels,
en Julle Jans als diacon, nadat ze op drie voorgaande zondagen aan de gemeente
waren voorgestelt, en niemat eenig beswaar tegen dezelve had ingebragt, in
hunne bedienninge bevestigt

16 juni 1793
Eodem dato tot diacon verkoren en aangesteld, mr. Jan Smeding

14 juli 1793 is mr. Jan Smeding in de bediening van het
diakenschap alhier bevestigd

18 juni 1797 is met meerderheijd van stemmen tot diacon
verkoren Hajo Epkes.
Ter zelvertijd wierd door Aldert Jans geprofereert, om
ook het ouderlingschap alle 2 jaaren te doen verwisselen, en dien
ten gevolge den ouderling Jannes Cornelius, welke reets veele jaaren
dien post met ijver en getrouwigheijd had waargenomen, dadelijk
te verklaren daar van vervallen te zijn.
De ouderling Jannes Cornelius zelve absent zijnde, wierd
door dom. Albrinck hier tegen ingebragt, dat het hier een
gewoonte, en teffens een wijse instelling was, om ouderlingen voor
hun leven te verkiesen; dat het daarom willekeurig en wederrechtelijk
was, om eenen man, die wel gediend had ontijdig en tegen de insantie [?]
van zijnen post te doen verlaten, en dat hij dit alles de belangen der
gemeinte wierden uijt het oog verloren, aangezien het hier wegens
de weinige lidmaten schielijk aan de voorwerpen zoude ontbreken,
om alle jaaren de keus van een ouderling zoo wel als van een
diacon dar uijt te konnen fourneren.
Dan, de zaek in omvraag gebragt zijnde, wierd bij hoofdelijke
stemming voor het s jaarlijksche afgaan van eenen ouderling, en
dus ook voor het dadelijk afzetten van den oudsten ouderling bij
meerderheijd geconcludeert, dom. Albrinck protesterende,
en het ongerijmde en nadelige daar van blijvende beweren, wierd de
vergadering op ???af gescheiden tot agtermiddag, als wanneer de
ouderling Jannes Cornelius volgens berigt van zijn zoon zelve present zijnde,
zijne belangen daar tegen zoude konnen inbrengen.

Eodem dato 's agtermiddags de kerkenraad met overroeping
van de mans lidmaten, ter zaake van het ouderlingsschap weder
vergaderd zijnde, verzogt Jannes Cornelius zijn ontslag als ouderling,
het welk door de meerderheijd hem geaccordeert wordende,
eindelijk door dom. Albrinck uijt hoofde van het gedaane
verzoek van de ouderling zelve, mede wierd toegestemd met
protest voor het vervolg, indien men anders als op verzoek of
om gegevene ergernis iemant van het ouderlingschap zoude
willen ontzetten, gemerkt de bezwaarlijkheijd om onder de weinige
lidmaten alle jaren iemant te vinden, die voor dien post bekwaam is.
Hier op overgegaan zijnde tot de keus van eenen nieuwen
ouderling wierd bij meerderheijd verkosen Julle Jans, stemmende
dom. Albrinck als voren voor Jannes Cornelius.


[Censuur en andere zaken; niet volledig !!]

22 dec. 1676
Ende alsoo Jan Juirs op den 1 december 1671 bij ons tot lidtmaet van
de waere gereformeerde religie is aengenomen geweest, ende eenige
jaeren sich van den tafel des heere hadde geabsenteert, is op de
22 december deses jaers met approbatie des kercken raedts
wederom tot des heeren aventmael toe gelaten

16 maart 1677
Cornelis Clasen, nae dat hij eenige jaeren sich van den tafel des
heeren hadde onthouden, wederom met approbatie des kerckenraets
tot het heilige nachtmael des heeren toegelaten.

[ Onderstaand verhaal is zo curieus dat ... ]
Novemb. 1682: Den 26 November heb ik van onse ouderlink Claas Benes een brief gekregen (want ik tot Groningen waar) dat ik cito cito moste thuis komen, door dien Harmke weduwe van --- Onnes alderhande middelen bedagte en int werk stelde, om haar om te brengen, ben ik op dages daar aan, zijnde Saturdaghen avont na haar gegaan, ten huise zijnde van Joest Jans, maar also dese vrouw noit de aldergauwste is geweest, so waar sij als doe nogh veel minder in staat om wijse redenen met mij te verwisselen, evenswel door Gods genade heb ik haar verkregen dat sij met mij sprak (want sij de ganse dagh sonder spreken gelegen had) en verscheiden malen badt. Sondages smorgens vroeg kreeg sulke tijdinge van haar slimme staat dat ik maar eenmaal moste predigen, na gedane praedikatie heb ik mij na haar toe begeven, heb doemaals als ook savons te voren verstaan, dat dese haar elendigheit waar gesproten, uit de gedagten van niet te konnen salig werden, want sij twalf weken voor dese tijd had een onegt kind verovert en dat door toe doen van een seker Oldenburger genaamt ........ en onse jongste helaas diaken Willem Evers, welke tot heden toe van haar verswegen waar, dogh door Godts voorsienigheit op dese wijse openbaar gemaakt, het gebeurde dat ik dese weduwe reis besogte, om haar te bestraffen over hare sonde en middel an te tonen om haar met God te versoenen, so klaagde sij mij dat de nabers haar na gaven dat sij met meer als die Oldenburger sonde te doen gehadt hebben, twelk ik haar afvragende seitse so losmundigh wegh, sonder de minste verging[?], dat so sij met meer dan een te doen had gehadt, so wouw sij de Duivel haar ziel wel geven, waar op ik haar, in de praesentie van Claas Albers, voor bestrafte, en vertoonde wat groot kwaat sij begink so waneer sij evenswel met meer dan een te doen had gehadt, welke woorden Godt vijf à ses dagen daar na in haar geheugnisse heeft wedergebragt, so dat sij in haar conscientie overtuigt wijrde, dat [...]schelijk had gesworen want seide sij tegens de nabers ik [...] in tegenwoordigheit van de pastoor geseit ik gaf de Duivel mijn ziele, so ik niet meer te doen had gehadt als de Oldenburger, en nu ik kan niet saligh werden ik moet mij om hals brengen, want Willem Evers heeft ook tot verscheijden malen bij mij gelegen, hijr op so isse met haar kind na Joest Jans huis gegaan, seggende dat sij noit in haar huis[?] weer wou want de Duivel haar in schuinde dat se haar leven soude verkorten
Eenige dagen daar na is Willem Evers door listigheit ontboden in Joest huis, daar komende heeft dese weduwe Harmke hem verweten dat hij oorsaak van haar elende waar, waarop eenige van de nabers seiden, het lijkt Willem of ij er schult an hebben, waar op heer seer ligtelijk had konnen seggen, ik ontken dat, dat mens wiet ie wel is niet alte wijs, maar waneer God iemand straffen wil, so beneemt hij hem de wijs want hij anstons in tegenwoordigheit van twie ledematen Hindrik Onnes en Siouke, Joes Jans vrouw, en andere doet dese ronde belijdenisse, dat ik soude seggen dat ik met haar niet had te doen gehadt, dat soude ik liegen, ik wil dat niet versweren en brengen mijn ziel voor den Duivel.

7 novemb. 1683 heb bezogt de huisvr. van Willem Evers liggende in
haar doodbed de w[e]lke nu in een jaar niet ten Avondmaal of in de
kerke was, wegens 't overspel van haar man Willem Evers, en is kort
daar an overleden, en Willem Evers nochmaals vermaant om tot de
schoot der kerke zigh weder te begeven, want hi sint sijn afval maar
eens alhijr in de kerk verschenen is

1683 den laasten Novemb.
Hijr op ten avondmaal verschenen Grietie Ennes die in negen de halfs iaren,
en Tamme Etties die in eenige iaren niet te Avondm. gegaan hadden wegen
eenige questien en oneernigheden door de genade Godes nu ??gh genomen

12 maart 1694 met Willem Everts die in den jare 1682 in overspel bevonden
waar over van den kerckenraadt geëxcommuniceert, gesprocken over overgank
tot mennoniten als grouwelijcke sonde of hi nog geen gevoelen had van sijn
snoode bedrijf, etc.

6 maart 1718
Niettegenstaande de hooge watervloed en overstrominge deeser provintie,
op den 25 en 27 Xb. des voorgaanden jaars, is egter daarin Gods goedheijd
en lanckmoedigheijd tonswaarts, bijsonder te roemen, booven soo veel
andere plaatsen en Gemeijnten deeses, en der nabuirige landen waarin
honderden van Ledemaaten als andere menschen verdroncken sijn, datter
(God sij gelooft) niet een van die schaapen, Ledemaaten der Gemeijnte nam:
over welcke de Heere ons tot een herder en opsiender gestelt had, wegens
het voorgen. oordeel Gods was omgekoomen.
Als sulcks bleeck in de Gewoonelijcke visitatie soo in als buiten het ronde
loeg volbragt, alleen het huisgesin van Lucas Hindricks is verdroncken,
waarvan de genoemde alleen een Lidmaat sijnde, egter nog geen attestatie
gebragt hebbende, maar eens als een gast bij... an de Tafel des H. genaadert was.

6 juni 1728 is de broeder Harmen Tjarcks naa voorgaane schuldbekentenis
en vergiftenis bede weederom angenomen op belofte van in het toekomende
voorsigtiger te wandelen

30 juni 1811
Ter gelegenhijd der voorbereiding tot het H.Avondmaal en den
kerkenraad voorgedragen zijnde, dat Hilke Meertens en
Jantje Eppes, beide lidmaten deser gemeente zedet een geruimen
tijd in grote verwijdering en oneenighijd leefden; dat men
wel van tijd tot tijd gehoopt had, dat de vriendschap tusschen dese
beide vrouwen zig herstellen zou, vooral ook op grond van
betrekkingen, omdat de zoon van de eene met de dogter van de
andere getrouwd was, dog dat de vijandschap eer scheen te
vermeerderen als te verminderen, en de tusschenkomst van den
kerkenraad zoo wel te meer vereischte, omdat er reets een
dadelijke haat en vijandschap scheen plaats te hebben, en Jantje
Eppes
nu al een en andermaal onze kerkgemeenschap in het gebruik
des H. avondmaals niet had bijgewoond.
De predikant en de ouderling Jan Pieters gecommitteerd
zijnde om gemelde vrouwen daer over te hooren en indien
mogelijk tot reden te brengen, vonden Hilke Meertens zeer
gezind om zig te vertanen, maar Jantje Eppes in tegendeel,
zoo als zij zeide, daar toe niet in staat, voorgevende dat zij
de beledigde parthij was, kan dat zij de commissie van
den kerkenraad niet verwagt hebbende, daer op niet voorbereid
was en dat het haar onmogelijk was om nu zoo kort voor
het avondmaal de zaak in te schikken, versoekende dat men
haar meer tijd mogt geven. Aangedrongen zijnde dat zij als christen
geen vrijmoedighijd tot god kon hebben, indien zij niet vergevensgesind
was; dat haer godsdienstig bestaan daer door in de war raakte;
dat ook de gemeinte het als een wangedrag beschouwde, waar over
die niet onverschillig mogt zijn,
en dat zij een pligt die zoo zeer voor hare rekening lag, niet hoeft
uijtstellen, scheen zij eindelijk te zeggen, dat zij de zaak zoude
bijleggen, indien Hilke Meertens bij haar kwam, haar daer toe
aanzogt en beleed schuld te hebben. Waar op de kerkeraadt
commissie Hilke Meerters bewogen hebbende om de minste te willen
zijn en dadelijk met hun mede te gaan, bleek bij de uijtkomste
dat dit was als olie in het vuur - en men was genoodzaakt
om voor dat maal de zaak wederom op zijn beloop te laten.

2 sept. 1811
in den kerkenraad overwogen zijnde dat de goede vriendschap
en harmonie tusschen Hilke Meertens en Jantje Eppes als
nog niet hersteld was, wierd dadelijk besloten om die twee
vrouwen voor den kerkenraad te citeren

6 sept. 1811
De geciteerdens in den kerkenraad verscheenen zijnde had
de kerkenraad het genoegen om na veele aangewende moeite
Hilke Meertens en Jantjen Eppes zig alles te zien vergeven
en elkanderen omhelsen. Wordende de vergadering met
dankzegging besloten, zoo als zij met den gebede begonnen
was.

 

Beheerder van deze site is RHC Groninger Archieven. Je bent bezoeker sinds 28 januari 2006.