LEDEMATEN PROVINCIE GRONINGEN

 A        H     L    N          

Weiwerd

Welkom!

Kerspel
Index
Kerspel
Klik-Kaart

Medewerkers

Email RHC Groninger Archieven



powered by FreeFind

Woorden
Verklaard
Taxaties 1731
WNT
Ledematen van Weiwerd, ingevoerd feb./maart 2006 Edsko Havinga.

Nog niet nagekeken.

- lijst en mutaties 1616 - 1662
- mutaties 1664 - 1681
- lijst en mutaties 1681 - 1706
- lijst en mutaties 1706 - 1724
- mutaties 1743 - 1753
- lijsten en mutaties 1753 - 1765 
- mutaties 1782 - 1811
- lijst belijdenis vanaf ca. 1766 
- predikanten, ouderlingen en diakenen 
- kerkenraadshandelingen


Tafel van de ledematen onser Gereformierde Gemeente
int Carspel Weijwert, beginnende int Jaar
onser Heeren Christi 1616 den 17 Octob.

Int Jaar onser Salichmakers Jesu Christi -1616- bin Ick Regnerius Wollphius
als een wettelick beropen Prediger tot Weijwert met vrouw end 
kinder te woonende gekomen, op den 17-Octob.

-------------------------------------------------------------------
Anno 1616 den -25-Decemb.
hebbe Ick opt eerstemaal te Weijwert het H. Nachtmaal des Heeren 
geholden op Midtwintersdach, end hebbe dese Nafolgende Personen
in de Gemeente gefonden

Claess Janss
Alje Peters met 
sijne huijsvrouwe Geerte
Johannes Abeli schoolmester met
sijne huijsvrouwe Geeske
Hindrick Wever met
sijne huisvrouwe Ave
Luicke Peter Gortemakers huijsvrouwe
Ebel Jan van Reides huijsvrouwe 
Helmich Smitt met sijn huijsvrouwe Reenske
Anne Weverske op de Klimpe
-----------------------------------------------------

Dese navolgende Personen hebben haer dor des Heeren genade bij mijner
tijdt tot de Gemeente begeven

Anno 1617 den 23 Martij
hebbe Ick des Heeren Nachtmaal geholden end hebben haert tot de Gemeente begeven
[deze inleidende zin, of ongeveer gelijkluidende, in het vervolg verder weggelaten en 
datum in moderne notatie, verder ieder nieuw lid op een aparte regel]

23 maart 1617
Alje Rijxt Schroor
Lauwrents Kuper
Jan Aljes vrouwe Geertjen
Zijtje Janssen
Focke Claessen

Anno 1617 den -14 septemb.
hebbe Ick des Heeren Nachtmaal, maer Niemant toegecomen
[ Deze, en soortgelijke mededelingen, in het vervolg weggelaten, 
alleen wanneer de regelmatige kwartaalnotitie ontbreekt is dit aangegeven]

14 december 1617
Ente Lamberts kerckvoget
Enneke Bauwkes huijsvrouwe van Ipo Wilricks
Jan van Reide

8 maart 1618
Ide de huijsvrouwe van Ente Lamberts
Peter Gortemaker

7 juni 1618
Heil de huijsvrouwe van Alje Claesz

18 oktober 1618
Alje Claesz

3 januari 1619
Tonnijs Tijmens
Jan Krantz onse Schoelmester 

4 april 1619
Ide de huijsvrouwe van Tidde Annes
Jan Jacobs

14 mei 1620
Lauwrentz Ouwkens end
sijn huijsvrouwe Egbert
Peter Aljes

3 september 1620
Geeske, huijsvrouwe van Willem Jansz Schroer

26 november 1620
Tidde Annes
Jan Bolte
Elstke de huijsvrouwe van Tiasse Dercks

4 maart 1621
Renne de huijsvrouwe van Jan Bolte

11 november 1621
Jan Aljes
Tonnijs huijsvrouwe van Bartelt Popkens

24 februari 1622
Jantjen huijsvrouwe van Alje Rixte
Lijsabeth huijsvrouwe van Jan Aljes

25 december 1622
Fije huijsvrouw van Reintjen Gerrits

14 april 1623
Gijse kuper

25 september 1624
Ipo Wilrix kerckvoget
Vrouwke huijsvrouwe van Geert Jansz

12 december 1624
Greete huijsvrouwe van Gijse kuper
Greete die huijsvrouwe van Poppe Hindrix ( maer na dertijdt niet meer gebruickt)

6 maart 1625
Bartolt Popkens
Willem Jansz Schroor
Alje huijsvrouw van Tonnijs Tijmens

6 november 1625
Betje huijsvrouw van Jan Hermens

4 maart 1627 
Rolef Frericks met
sijne huijsvrouwe Geertjen
Birne[?] weduwe van wijlen Derck Jurgens 
Geert Schoemaker

30 september 1627
onsse Schoolmester Havick Scholtes, end
sijn huijsvrouwe Ludgert

9 maart 1628
Arent Pelgrim met
sijn huijsvrouwe Trijne
Hebel huijsvrouwe van Geert Schomaker

7 juni 1629
Lamme huijsvrouwe van Derck Tonnijs

14 februari 1630 
Tiasse Dercks

16 mei 1630
Jan Lucas (die het altevoren tot Uijthusen gebruickt hadde)
Hilcke Tiasses

15 augustus 1630
Aget huijsvrouwe van Hilcke Tiasses

7 november 1630
Jan Harmens
Ouwke huijsvrouwe van Jan Lucas

22 mei 1631
Ubeko Haijkes (al vordessen tot Midwolda gebruickt hadde)

22 januari 1632 
Jan Dercks 
de weduwe Lijsabet Jansz

20 mei 1632
Renne huijsvrouwe van Jacob Lammers

5 augustus 1632
Evert Claessen en
Tiake zijn huijsvrouwe

13 januari 1633
Peter Cornelijs
Evert Janssen

23 juni 1633
Haijke kupers vrouwe (dewelcke het H. Nachtmaal altevoren tot Usquert gebruicket hadde)

15 september 1633
Harmen Jansz
Haijcke kuper

15 december 1633 
Jacob Lammerts
Trijne Entens huijsvrouwe van Hermen Jansz

9 november 1634 
Derck Berents Smitt

19 april 1635
Peter Claesz Gortemaker
Trijne huijsvrouwe van Bartolt Popkes

12 juli 1635
de Jonge dochter Lammichen Ipens

25 december 1635
Ludewe huijsvrouwe van Haije Reins

19 juni 1636
Antje Tiasses gewesene Pastersche tot Oterdum
Aelheit Hermans van Suidbroeck
Trijne Berents huijsvrouwe van Wolter Teeuwes Smit
Zijpke Hemmes
Aelheit Jacobs dienstmaecht van Evert Claessen

25 december 1636
Focke Harmens

26 maart 1637
Melcher Hindrix Backer
Hiele weduwe van Cornelijs Zijpkes

18 juni 1637
de Olde Peter Goens[?] (dewelcke het H. Nachtmaal allte voren op andere plaatzen, alst Eppenhusen, Lossdorp, Mithuissen hadde gebruickt, end met sijn vrouwe wel 40 jaren een lutmate der Gemeente wher gewest)

18 februari 1638
Haije Reins
Lauwrentz Dercks

13 mei 1638 niemand

12 augustus 1638
Tidde Detmers, end
Geertjen sijn huijsvrouwe

20 januari 1639
Trijne huijsvrouwe van Claes Tijes

20 oktober 1639
Barber, huijsvrouwe van Focke Harmens

19 januari 1640
Jacob huijsvrouwe van Jan Dercks

5 april 1640
Bole Dercks
Stijntje Simons mijn huijsvrouwe

13 december 1640
Jan Rolefs
Reensske huijsvrouwe van Lauwrentz Dercks
Geerte Janssen de maget van Wolter Entes (dewelcke int derde Jaar tot Winsum altevoren gebruickt hadde)

14 maart 1641
Wolter Entes
Anne Gerrits huijsvrouw van Jacob Jansz (dewelcke altevoren het H. Avontmaal te Hollwijrda geholden end gebruickt hadde)
Wolter Teeuwes onse Smidt

13 juni 1641
Scholt Havicks
Gelije de huijsvrouwe van Wolter Eentes
Crijnje huijsvrouwe van Peter Albers

5 september 1641
Anna huijsvrouwe van Zijpke Schomaker
De jonge dochter Jickjen Ipes

29 juni 1642
Frouwke Fockes, dienstmaagt van Amso Eeuwes end Jickijn Ipes Eheluiden

5 mei 1643
Gerrit Jansz Schroer

21 januari 1644
Amzo Eeuwes

21 april 1644
Frerick Jacobs (onsse Weert)

22 december 1644
Reintjen Gerrits (hem wel tot de Gemeente begeven, maer vordat maal niet gebruickt)

16 maart 1645
Reintjen Gerrits (ten eersten maal mede gebruickt)

8 juni 1645
Beetje huijsvrouwe van Willem Hindrix Steenmetzeler
Ave huijsvrouwe van Frerick Jacobs Herbergier

23 november 1645
Willem Hindrix
onsse Regnier Schoelmester

17 mei 1646
Lambert Zijrts

9 augustus 1646
Jacob Luitjens Schomaker

31 januari 1647
Jantjen Haijes, huijsvrouwe van Peter Eppes

18 april 1647 
Claesske, huijsvrouwe van Jacob Haijkes

3 oktober 1647 
Griete Peters (dewelcke het te voren tot Farmsum all gebruicket hadde)

26 december 1647
Zijwert Rolefs end
Anna sijn huijsvrouwe
Eeije Dercks
Frouwke [Dercks doogehaald] Tonnijs

19 maart 1648
Aeltjen Dercks, huijsvrouwe van Peter Hebels

18 juni 1648 
Peter Hebels

4 maart 1649
Wijnelt Pieters met
sijn huijsvrouwe Hidje Reints
Greete de dochter van Jan Bolte

3 juni 1649
Anna Pieters huijsvrouwe van Jan Engelberts Schroer (dewelcke het altevooren in Delfzijl gebruicket hadde, bringende goede attest. van de Ehrw. Pastor Besten alldaer)

2 december 1649
Germent Jansz gortenaker met
sijn huijsvrouwe Greete
Anna Hindrickes huijsvrouwe van Lauwrents Dercks
Trijne weduwe Eppe Jansz

10 maart 1650
Cornelijs Philippus
Jan Hindricks wever

1 september 1650 
Cornelijs Gerrits end
Zijben sijn huijsvrouwe

1 december 1650
Greete Lamberts huijsvrouwe van Jan Hindricks wever

2 maart 1651
Frerick Janssen, soon van Jan Bolte

5 september 1652
Hansz Aepkens end
Fosse Peters Echteluiden

5 december 1652
Menno Bolens
Trijne Aepkens huijsvrouwe van Tidde Tiddes

27 november 1653
Gerrit Luitjens onse Herbergier

5 maart 1654
Tidde Tiddens
Harcke Tiarcks

4 juni 1654
Jantjen Wiggers van Borchsweer, dienstmaget van Jan Hindricks

18 maart 1655
Geertjen huijsvrouwe van Reintjen Gerrits

10 juni 1655
Geertjen Heres huijsvrouwe van Jacob Haijkes
de Jonge Dochter Martjen Boltes

7 december 1656
Remrich Janssen huijsvrouwe van Melcher Hindrix backer (dewelcke het altevoren tot Farmsum gebruickt hadde)
Imke Berents huijsvrouwe van Jan Gerrits Schipper (dewelcke het oock te voren 
tot Leermens gebruickt hadde)

8 maart 1657
Eijsse Dercks

7 maart 1658
Hille Reintjes huijsvrouwe van Fransz Ulricks

12 december 1658
Hindrichen, huijsvrouwe van Wilcken Engelberts
Reen huijsvrouwe van Reeuwen Wolters
Aget Melchers (desse hadde het te.voren te Farmsum al gebruickt hat )

5 juni 1659 
Deeuwer Luies huijsvrouwe van Melcher Hindricks (dewelcke het te voren tot Farmsum gebruickt hadde, blijckende uijt het getuignisse van de E. Pastor aldaer)

10 maart 1661
Albert Geerts kuper

2 juni 1661
Cornelijss Janss end
Greete Echteluden (met vergevede getuichnisse van den Ehrw. Heer Pastor tot Holwijrda, dat sie op Pischen? [Pinksteren?]1656 haer hadden op ’t eerstemaal tot H. Avontmaal te gebruicken hadden begeven, end also met goede getuichnisse zinnen hier gekomen)
Ouwe Willems uijt Lucksset [Laskwerd?] wonent bij Eppo Janss weduwe Trijne
Ente Harmens
Jantjen Peters

15 december 1661
Albert Pieters

[ geen kwartaal notities juni 1662- maart 1664, vacature predikant]
[vervolgens in een ander handschrift]
Den 7. jun. 1662. is de Eerw. Heer Reg. Wolphius in den Heere ontslaepen


Int’Jaer onses Salichmakers Jesu Chr. 
1664 den 3. April, ben ick Cornelius
Themmen als een wettelick beroepen 
Predikant tot Weijwert in de kercke
tot het H. Predick-Ampt bevesticht van den 
Welgeleerden, en Godtsal. dn. Severino
Pastore Farmsumano.

Register van de Ledematen 
onser Gereformeerde Gemeijnte 
int’Carspel Weijwert, beginnende
vant’Jaer onses H.J.Chr. 1664.

5 juni 1664 [eerste Avondmaal Ds Themmen, zeer wijdlopig beschreven]
Ellichjen Berents ( inder tijt mijn dienstmaecht ), met attest. van Groningen
Julle Eebels (deusgtsame) met attest. van Mithuijsen.
Lijsbet Jacobs, weduwe
Griete Sijwerts, weduwe

11 september 1664
Cornelius Wilkens
Jan Hendricks
Geertien Egberts
Jan Timens

11 december 1664
Claes Uldericks smidt en
Willemke Aepkens Eelieden

5 maart 1665
Jan Gerrijts Schipper
Gerrijt Reijntiens
Jan Cornelis
Claes Hermans
Jacob Bouwes
Peter Eppens
Elke Jans
Martien Jans, anders Heerens
Lijsbet Peters

4 juni 1665
Trijne Arents , meester Regneri huijsvrouw
Greetie Koerts (te dier tijt mijn dienstmaeght) met attest. van den Dam

3 september 1665
Sijbelt Garmts
Meerten Pieters
Jacob Freercks
Hendrick Melchers
Jadde Jannissen

3 december 1665
Arentien Schultes
Anje Lauwerens

11 maart 1666
Herman Egberts met attest. van Loppersum

3 juni 1666
Freick Jacobs en
Martien Ottens Eelieden

16 september 1666
Egbert Hendricks

17 maart 1667
Lambert Hermans
Hilje Redmers
Ave Bartelts
Imke Alders

16 juni 1667
Anje Lauwes

8 september 1667 
Aechte Melchers met attest. van Loppersum

8 maart 1668 Tonniske Tijes
Beertien Popkes dienstmaeght met attest. van Ooster-Nijlandt

21 juni 1668 
(mijn lieve Huijsvrouw ) Annichjen Eppens

13 september 1668
Martien Hendricks, de huijsvr. van Lambert Hermans
Rewen Wolters 

13 december 1668 
Jacobjen Geerts, de huijsvr. van Jan Aljes
Eeler Peters 
Aeltien Iles (mijn dienstmaeght) met attest. van Termunten

14 maart 1669
Wobbe Jacobs, de huijsvrouw van Claes Uldricks

6 juni 1669
Anneke Dercks (de moeder van mijn Lieve Huijsvrouw)
Arent Jans en
Geeske Cornelis Ehlieden met attest. van Delfzijl

13 maart 1670
Lutgert Schultes, huijsvrouw van Peter Jans
Aijke Bartelts
Jan Roelefs

12 juni 1670 
Sijert Lamberts
Geertien Jans, huijsvrouw van Hans Aepkes met attest. van UitWijrda

11 december 1670
Peter Boeles

19 maart 1671
Peter jans
Hille Iptes, wed. van Eijlardt Eggerighs met attest. van Losdorp
vertrokken met goede attest. Lijsbet Peters

11 juni 1671 
Ide Popkes (huijsvr. van Peter Boeles [in marge])
vertrokken met attest. naar Delfzijl Arent Jans met zijn huijsvrouw Geeske Cornelis
NB Heeft te deser tijt de Edele Heer, Heero Morits 
Ripperda versocht het H. Avontm. met ons te houden, 
t’welk hem is toegestaen , met believen van onse 
geheele kerckenraet.

17 september 1671
Hendrick Jans, en
Trijntien Hommes zijn huijsvrouw
vertrokken met attest. naar Oterdum Anje Lauwerens

9 juni 1672
Stijne Tammes, huijsvrouw van Sijert Lamberts
Anje Jans weefster
vertrokken met attest. naar Oterdum 9 juni 1672 Gerrijt Reijnties

8 december 1672
Bouwe Bartelts, huijsvrouw van Gerrijt Reijntes, nadat de selve hier wederom met sijn wooninghe gekomen waer
vertrokken met attest. naar Holwijrda Hans Aepkes, en Geertien Jans Ehlieden

9 maart 1673
Wildrick Gerrijts

8 juni 1673 niemand
“Doch hebben ter selver 
tijt twee soldaten van den Heer Capiteijn Westereenen, met 
naem. Roderick de Wolph, en Claes Timens, met een vrouw 
toegenaemt Annichjen Gerrijts huijsvrouw van een seker soldaet 
onder denselven voorgemelten Heer Capiteijn, welcke doen 
ter tijt met sijn volck hier beleght waer, versocht het 
H. Avontm. met ons te houden, ’t welck haer is toegestaen 
nae dat se eerst op eenighe weijnighe vraegen daertoe 
dienende hadden geantwoort”

8 maart 1674
Hero Melchers

7 juni 1674
Frouwke Berents, dienstmaeght van Albert Peters

13 september 1674
Reemke Nombdes huijsvrouw van Hero Melchers
Haijcke Jacobs
Frerick Uildricks met attest. van Heveskes

14 maart 1675
vertrokken met attest. naar Nieuwe Scheemda Meerten Peters

13 juni 1675
vertrokken met attest. naar Garreltsweer, alwaer sij is komen te trouwen, 
Frouwke Berents dienstmaeght van de Rekenmeest. C. Philips

12 december 1675
Lamke Geerts en
Gepke Luijtiens sijn huijsvrouw, met attest. van Oterdum

12 maart 1676
Focke Bennes
Jan Claesen, dienstkneght van Albert Peters

11 jun 1676
oude moeij Jeije Tiasses
Lijsbet Hermans, huijsvr. van Herman Bennes
Grietie Hermans, dienstmaeght van Albert Peters

10 september 1676
de Weduwe Mette Gerrijts met attest. van Mithusen

10 december 1676
Hijcke Sijwerts dochter van Sijwert Roelefs
Meerten Sijwerts
vertrokken met attest. naar Engelbert Jan Claesen
vertrokken met attest. naar Heveskes Jan Roelefs

10 maart 1678
Albertien Wijerts

2 juni 1678
Tiaecktien Boeles weduwe van zal. Meester Egbert Toxopeus, welcke doemaels met 
ons woonde, en al langh te vooren het H. Avondtm. tot Heveskes 
als oock in de Gemeijnte tot Termunten hadde gebruickt

1 december 1678
Derck Peters kuijp.
Tiarck Jacobs
Trijntien Dercks met attest. van Nijkerck

9 maart 1679
Herman Bennes

8 juni 1679
vertrokken met attest. naar Noortbroeck Tiaecktien Boeles 

14 september 1679
Geertien Fransen huijsvrouw van Lamge Geerts Timmerman met attest. van Loppersum
Jan Roelefs met attest. van Heveskes
Martien Jacobs huijsvrouw van Peter Sickes met attest. van Jucquert
(Doch Geertien Fransen is doemaels door kranckheijt verhindert het H. Avondtm. met ons te houden)

7 maart 1680
Uldrick Fransen

13 juni 1680
Grietie Jans huijsvr. van Haijcke Jacobs
Jantien Wijnolts huijsvr. van Tijarck Jacobs
Griete Jans huijsvr. van Eltie Lamberts met attest. van Borghsweer

20 maart 1681
Liefke Henricks onse gewesene dienstmaeght, tegenwoordich huijsvrouw van Derck Pieters kuijper
vertrokken met attest. naar Heveskes Griete Jans huijsvr. van Eltie Lamberts


20 maart 1681 
Naemen der Communicanten, welcke op dese tijt het 
H. Avondtm. hebben ontfangen, en met malkanderen gehouden 
in des Heeren Naeme.

1. Ick Pastor C. Themmen
2. Mijn Huijvrouw Anna Eppens
3. Mijner vrouwen moeder Anneke Dercks
4. Sijwert Roelefs ouderlingh
5. sijn huijsvrouw Anje Jacobs
6. de kerckvooght Cornelis Philips
7. sijn huijsvrouw IJctien Ipes
8. Lambert Hermans
9. sijn huijsvrouw Martien Henricks
10. Lamge Geerts
11. sijn huijsvrouw Geertien Fransen
12. Frerick Ulricks
13. sijn huijsvrouw Anje Jans
14. Jan Henricks Nabuijr
15. Jacob Bouwes
16. Wildrick Gerrijts
17. sijn huijsvr. Anje Louwes
18. Tiarck Jacobs diaken
19. sijn huijsvr. Jantien Wijnolts
20. Cornelis Wilckes
21. sijn huijsvr. Hidde Reijnts
22. Henrick Jans Nieubuur
23. sijn huijsvr. Trijne Hommes
24. Lutgert Schultes weduwe van Peter Jans
25. Oude Moeij Anje weduwe van Reijntien Gerrijts
26. Aefke Bartelts weduwe van Gerrijt Luijties
27. Martien Jacobs huijsvr. van Peter Sickes
28. Derck Peters
29. sijn huijsvr. Liefke Henricks
30. Stijne Tammes
31. Meerten Sijwerts.
32. Jantien Haijes weduwe van Peter Eppes
33. Heero Melchers
34. sijn dienstmaeght Trijntien Dercks
35. Albert Peters ouderl.
36. sijn huijsvr. Hilje Redmers
37. Regnerus Wolphius Schoolmeester
38. Jan Aljes
39. sijn huijsvr. Jacobjen Geerts
40. Claes Ulricks diaken
41. sijn huijsvr. Wobbe Jacobs
42. Ulrick Fransen
43. Riene Ebels weduwe van Rieuwen Wolters
44. Geertien Ulricks weduwe van Egbert Henricks
45. Frerick Jacobs
46. Martien Ottes sijn huijsvrouw
47. Ide Wilricks weduwe van Albert Geerts kuijper
48. Haijcke Jacobs
49. sijn huijsvr. Grietie Alberts
50. Herman Bennes
51. sijn huijsvr. Lijsbet Hermans
52. Albertien Wijerts huijsvr. van Evert Jans
53. Jan Roelefs
54. Claes Hermans
55. sijn huisvr. Aefke Bartelts

Absenten zijn geweest
1. Jan Gerrijts
2. sijn huijsvr. Imke Berents
3. Sijert Lamberts
4. Bouwe Bolts
7. Oude Moeij Jeije weduwe van Benne Fockes
5. Aijcke Bartelts
Trijne Arents huijsvr. van Meest. Regnerus
6. Anne Paters weduwe van Jan Engelberts

12 juni 1681
Trijnje Jacobs huijsvrouw van Aijcke Bartelts
Enneke Cornelis, weduwe van Amse Roelefs met attest. van Heveskes

11 september 1681
Dercktjen Willems, dienstmaeght van Albert Peters

11 december 1681
Lubbe Gerrijts, wed. van zal. Ulrick Fransen

12 maart 1682
Evert Jans

10 december 1682 
Seicke Geerts met attest. van Loppersum
vertrokken met attest. naar Holwijrda IJde Wildricks

10 juni 1683 
Henrick Egberts
Krijne Does en
Henricktien Claesen Ehelied. met attest. van Heveskes 
(doch is Henricktien te deser tijt door kranckheijt verhindert het H. Avondttm. met ons te houden)

9 maart 1684
Peterke Jans huijsvrouw van Claes Hermans
Anje Jurjens dienstmaeght van Cornelis Wilckes

8 juni 1684
Anje Jacobs huijsvrouw van Henrick Egberts
Trijntie Jans (onse tegenwoordige dienstmaeght)

14 september 1684
Geertruijt Sijwerts huijsvrouw van Claes Jacobs
Engel Wolphius
Haijcke Themmen dochter van Pastor Themmen

14 december 1684
Bijwe Jacobs huijsvrouw van Haije Berents

7 juni 1685
vertrokken met attest. naar Mithuijsen Riene Ebels
vertrokken met attest. naar Heveskes Siecke Geerts, huijsvrow van Sijpke Jacobs

12 december 1686
Jantien Hoijckes weduwe van Focke Arents (welcke al voor eenige jaeren het H.Av. tot Tiamsweer mede heeft gehoud.)
Mettie Berents
(Van Oterdum zijn alhier tot ons (in dese noodt van de hooge watervloedt) gekomen om het H. Avondtm. met ons te houd.
Moeij Ave, huijsvrouwe van Berent Pieters Gortemaeker, en
Tieje Allerts, met sijn huijsvr. Trijne)

13 maart 1687
Martien Jans, dochter van Jan Gerrijts
Berent Peters (welcke wegens de laetste hooge watervloedt van Oterdum alhier tot ons gekomen is met de wooninge)

11 september 1687
Trijntie Entes huijsvrouw van Philips Cornelis

11 december 1687
Claes Jacobs
Jan Mennes

11 maart 1688
IJpo Wildricks

9 december 1688
Feije Fransen, dienstmaeght van Tiarck Jacobs

10 maart 1689
Philips Cornelis

2 juni 1689
Geertruijt Wildricks

8 september 1689
Aeltien Jans met attest. van Eenum

9 maart 1690 
Jan Jans
Frouwke Alberts

14 september 1690
(Godefridus Hoisingius S.S. Th. Studiosus welcke doemaels bij mij woonde, om van mij geinstitueert te worden, zijnde andersins een Lidtmaet van de Gemeijnte tot Groningen)

11 december 1690
Mette Meenes huijsvrouw van Berent Peters met attest. van Heveskes

15 maart 1691
Grietie Tomas (onse dienstmaeght)

7 juni 1691
Trijntie Lamges huijsvrouw van Arent Jacobs
vertrokken met attest. naar Zuijdtbroeck Geertruijt Wildricks huijsvrouw van Alef Everts
vertrokken met attest. naar Mithuijsen Jan Jans en Liefke Henricks

6 september 1691
Regnier Wolphius
Louwe Wildricks
Aeltien Claesen dienstmaeght van Lambert Hermans
Tamme Ates, en
sijn huijsvrouw Anje Jans met attest. van Oterdum
vertrokken met attest. naar Termunten Krijne Doedes

13 december 1691
Lambert Jans backer, en
Anje Heres sijn huijsvrouw

13 maart 1692
Elske Rieuwes

12 juni 1692
Arent Jacobs
Aefjen Themmen (onse dochter)

11 september 1692
Peter Tiaerts en
Jantien Dercks, Ehelieden, met attest. van Heveskes

11 december 1692
Henrick Jans Klimp
Peter Alberts
Liefke Henricks weduwe van Jan Jans, met attest. van Mithuijsen

12 maart 1693 
Themmo Themmen S.S.Th. Stud. (onse soon)
Rienje Fricks (onse dienstmaeght)

10 september 1693
(Rudolph Ritzema S. S. Th. Studios. welcke doemaels bij mij woonde om van mij geinstitueerts te worden,
zijnde andersins een lidmaet van de Gemeijnte tot Groningen)
IJktien Jacobs wed. van Peter Alberts smidt

10 december 1693
Peter Hiddes dienstknecht van IJcktien Smitsche met attest. van Bierum

11 maart 1694
vertrokken met attest. naar Uijtwijrda Feije Fransen, huijsvrouw van Eltie Lamberts

9 september 1694
Jacobus Schepel Studios. (welcke doemaels bij mij woonde om van mij geinstitueert te worden)
Bouwe Henricks, nu huijsvrouw van Herman Jans in Oosterwierumer Clooster
Agniete Jans, huijsvrouw van Willem Claesen

10 maart 1695
Tonnis Jacobs
Grietie Siabbes dienstmaeght van Albert Pieters

9 juni 1695
Grietie Rembts huijsvrouw van Frerick Ulricks, met attest. van Schiltwolda
vertrokken met attest. naar Heveskes Bouwe Henricks huijsvrouw van Herman Jans in Oosterwierumer Clooster

8 december 1695
Willem Claesen
vertrokken met attest. naar Termunten Aeltien Jans, voor desen dienstmaeght van onsen overleden broeder Jan Aljes

8 maart 1696
Jantien Pieters, dienstmaeght van Claes Jac.
Lijsbet Sijerts

7 juni 1696
Pieter Alberts
Jan Eijses
Aelten Hansen wed. van Jacob Tiaerts, met attest. van Amsterdam
Frerick Elties, en
Wijpke Henricks Ehelieden met attest. van WagenBurgen
Grietie Bruinsteens, huijsvrouw van Albert Mensinga met attest. van de Wildervangh
vertrokken met attest. naar Farmsum Lambert Jans, en sijn huisvr. Anje Heres

6 september 1696
Tietie Claesen huijsvrouw van Pieter Alberts
Antie Jacobs dienstmaeght van Pieter Tiaerts
Claeske Frericks huijsvr. van Jan Eijses

14 maart 1697
Geeske Henses dienstmaeght van Tamme Ates

12 december 1697
Dercktien Alberts dienstmaeght van Doede Krijnes, met attest. van Farmsum

13 maart 1698 
Luppe Henricks

12 juni 1698
Jantien Lubberts, huijsvrouw van Pieter Tiaerts, met attest. van Delfzijl
Eltie Edzarts met attest. van Heveskes
vertrokken met attest. naar Farmsum Rienje Frix huijsvrouw van Jan Hermans
vertrokken met attest. naar Godlinse Antie Jacobs dienstmaeght van Pieter Tiaerts

11 september 1698 
Henricktien Alberts, huijsvrouw van Albert Mensingh Backer, met att. van Spijck

4 december 1698
(onse dochter ) Anna Themmen
vertrokken met attest. naar Delfzijl Derktien Alberts dienstmaeght van Doede Krijnes 

12 maart 1699
Jan Claesen

11 juni 1699
vertrokken met attest. naar Tiamsweer de naevolgende Ehelieden, naem.
Luppe Henricks en Lijsbet Hermans
Pieter Alberts en Tietie Claesens

10 september 1699
Tettie Aijelts, dienstmaeght van Claes Jacobs

10 december 1699
Grietie Edzarts
Pieter Pieters Smidt met attest. van Holwijrda

10 maart 1700
Anje Lamberts huijsvrouw van Doede Krijnes
IJcke Cornelis dienstmaeght van Frerick Elties
Lijsbet Dercks, woonende met moeij Martien, weduwe van onsen 
overleden kerckvooght Lambert Hermans, met attest. van Noordtbroeck

9 juni 1700 
Aefke Hermans dienstmaeght van Tamme Ates (en daerop oock eerst van mij waer gedoopt)

8 december 1700
Belij Jans, dienstmaeght van Albert Pieters, met attest. van Uijtwijrda

12 juni 1701
Trijnje Jans huijsvrouw van Jan Ockes, met attest. van Meethuijsen

11 september 1701
Oomke Jans
Herman Jans Klimp

4 december 1701 
vertrokken met attest. naar Meethuijsen Belij Jans, gewesene dienstmaeght van Albert Pieters

12 maart 1702
onse nieuwe schoolmeester Berent Lienderts met attest. van Nieuwe Scheemda
Cornelis Alberts met attest. van Losdorp

4 juni 1702
vertrokken met attest. naar Meethuijsen Geertien Fransen, tegenwoordigh huijsvrouw van Jan Jans
vertrokken met attest. naar Heveskes Altien Hansen, weduwe van Jacob Tiaerts
vertrokken met attest. naar Heveskes Tettie Aijelts dienstmaeght tegenwoordigh van Tiaert Jacobs

10 september 1702 
Willemke Arents dienstmaeght van Tamme Ates
Maije Aepkes dienstmaeght van Willem Claesens
Mieme Jans , met
sijn huijsvrouw Martien Meijnerts met attest. van Holwijrda
vertrokken met attest. naar Meethuijsen Liefke Henricks huijsvrouw van Luppe Claesen, schoolmeest. tot Meethuijs.

3 december 1702
Otte Hermans
vertrokken met attest. naar Oterdum IJcke Cornelis dienstmaeght van Frouwke Alberts

11 maart 1703
Hilje Rembts, dienstmaeght van de E. Henrick Jans kerckvooght

10 juni 1703 
Diewer Gerrijts, huijsvrouw van Cornelis Alberts met attest. van Tjamsweer

9 december 1703 
vertrokken met attest. naar Heveskes Hilje Rembts, gewesen dienstmaeght van onse kerkvooght Henrick Jans
vertrokken met attest. naar Farmsum Willemke Arents, gewesen dienstmaeght van Tamme Ates

1 juni 1704
Claeske Claesen wed. van Berent Jans
Jan Haijes met attest. van Termunten
Geertien Hijbelts huijsvrouw van Geert Brunts, met attest. van Oterdum
vertrokken met attest. naar Farmsum Mieme Jans, met sijn huijsvrouw Martien Meijnerts

14 september 1704 
vertrokken met attest. naar Delfzijl Anje Lamberts, huijsvr. van Doede Krijns

14 december 1704
Haijcke Remkes, huijsvrouw van Otte Hermans
Grietie Arents huijsvrouw van Rieuwen Siabbes, met attest. van Losdorp

8 maart 1705
Eppe Roelefs, en
sijn huijsvrouw Hilje Bartelts

14 juni 1705
Geeske Lienerts, suster van onse schoolmr. Berent Lienerts
vertrokken met attest. naar WitteWierum Grietie Arents

13 september 1705
Trijntien Lamberts, weduwe van de E. Jan Buthuijs met att. van Appingadam
vertrokken met attest. naar NieuwWolda Eppe Roelefs en sijn huijsvrouw Hilje Bartels

20 december 1705
Diewer Eppes met attest. van Scheemder Hamrik

13 juni 1706
Sjouke Hindriks met attest. van Farmsum


12 december 1706 
Hebbe ik T. Themmen voor de eerste maal als bevestigde 
Predikant deser Gemeijnte, in de naame des Heeren, het 
Heijl. Avondmaal gehouden en bediend; en hebben sig doen 
ter tijd na voorgaande onderwijs en belijdenisse haars 
geloofs tot de Gemeijnte alhier begeven

Bartelt Aijkes
Redmer Alberts en
Frouwe Bronts
Anje Freerix

Namen der Communicanten die te vooren al Lidmaaten
zijn geweest, en te deser tijd het Heijl. Avondmaal met 
malkanderen gehouden hebben

1. Ik Pastor T. Themmen
2. Mijn Moeder Anna Eppens, wed. Themmen
3. mijn susters Aefien Themmen , en 4. Anna Themmen
5. Hindrik Jans kerkvoogd en Ouderling
6. Berent Pieters ouderling, en 7. Jantien Pieters
8. Jan Mennes Diaken, en 9. Lutgert Schultes
10. Frerik Elties Diaken, en 11. Wijpke Hindrix
12. Klaas Jacobs. Martien Jans huijsvr. van Waalke Jeltes [NB deze heeft geen nummer, wellicht later bijgeschreven]
13. Arent Jakobs, en 14. Trijnje Lamges
15. Trijntien Entes wed. van Philips Kornellijs
16. Martien Hindrix wed. van de kerkv. Lamb. Harm.
17. Trijntien Lamberts wed. van Jan Buthuijs
18. Otto Harms en 19. Haijke Remkes
20. Jan Klaasen en 21. Lijsbet Sijrts
22. Tammo Ates
23. Willem Klaasen en 24. Agnieta Jans
25. Geertien Hijbelts, huijsvrou’ van Geert Bronts
26. Freerik Ulriks en 27. Grietie Rembts
28. Anje Jurriens, huijsvrouw van Derk Klaasen
29. Klaaske Klaasen , wed. van Berent Jans
30. Martien Jacobs, wed. van Pieter Sikkes
31. Oomke Jans en 32. Mettie Berents
33. Harmen Jans op de Klimp
34. Pieter Tiaarts en 35. Jantien Lubberts
36. Jan Eises en 37. Klaaske Freeriks
38. Frouke Alberts, huijsvrouw van Bart. Aijkes
39. Berent Leenderts schoolmr. en 40. Hindriktien Alberts
41. Jan Haijes
42. Pieter Pieters Smit en 43. Diewer Eppes
44. Albertien Wijrts, wed. van Evert Jans , die nogtans wegens siekte absens is geweest
45. Trijnje Jans, wed van Jan Okkes
46. Eltie Edzerts en 47. sijn suster Grietie Edz.
48. Sjouke Hindrix, dienstmaagt van Bart. Aijkes

Absentes waren
Moeij Anne Pieters wed. van Jan Engelberts wegens swakheijd en ouderdom
Tonnis Jacobs
Trijnje Jacobs
Elske Rieuwens en
Geertruijt Wildrix, welke sig lange uijt hartnekkigheijd onthouden hebben, na 
dats eerst wegens ergerlijkheden afgehouden zijn

Nieuwe Ledematen

13 maart 1707 
Bonne Kornellijs en
Tijmen Alberts sijn huijsvrouw
Wibbe Everts Jongman

12 juni 1707
Geert Bronts
Jan Everts
IJktien Philips 
Anje Jans
Martien Kornellijs

11 december 1707
Derktien Pieters
Jiesel Jans huisvrouw van Tonnis Jacobs
Trijnie Aijkes huisvrouw van Mr Rient IJsemts
vertrokken met attest. naar Termunten Anje Freerx

11 maart 1708 
Jan Hindrix en
Sibrig Pieters zijn huisvrouw
Arentien Hindrix huisvrouw van Hillebrant Jans

10 juni 1708
vertrokken met attest. naar ´t Zand IJktien Philips
vertrokken met attest. naar Mithuijsen Anje Jansen

9 september 1709
Jantien Berents
vertrokken met attest. naar Midwoldemer Hamrik Jan Hindrix en zijn huisvrouw Sibrig Pieters

9 december 1708
Wipke Klaasen met attest. van Mithuijsen
Anje Jans met attest. van Mithuijsen
vertrokken met attest. naar Groningen Trijntien Lammerts
vertrokken met attest. naar Heveskes Sjouwke Hindrix 

10 maart 1709
Hiltie Scheltema
Roelef Jansen
Tije Doedes
Grietie Meertens
Trijntien Pieters
Sjowke Berents
Grietien Jurriens
Anje Freerix met attest. van Termunten

9 juni 1709
Meester Klaas Hindrix en
zijn huisvrouw Houke Klaasen met attest. van de Meeden
Klaas Luppes met attest. van Mithuijsen
Tetje Aijelts huisvrouw van Tonke Arents met attest. van Heveskes
vertrokken met attest. naar Uitwierda Redmer Albertsz
vertrokken met attest. naar Termunten Grietie Meertens huisvrouw van de kerkvoogd Bront Derx

8 september 1709
na goed getuigenisse der Broederen in Appingadam bij ons gecommuniceerd Teelke IJzebrands,
huisvrouw van Pieter de Hoijer, tegenwoordig zijnde op Columbo in Oost Indien 

9 maart 1710
Waalke Jeltes
Freerk Haijes
Tonko Arents
Harmen Harmens
Eppe Hindrix, dienst. van Hindrik Jans
Lijsbet Derx dienstm. van Hindr. Jans
Aijelke Amses , dienstm. van Eltie Edzerts
Aaltien Hindrix, dienstm. van Freerk Elties
vertrokken met attest. naar Oterdum Sjouwke Berents

8 juni 1710
Lijsbet Harmens wed. van Luppe Hindrix [met attest.] van Tiamsweer

14 december 1710
Anje Joostens dienstmaagt van de kerkvoogd Hindrik Jans heeft met ons gecommuniceert.
vertrokken met attest. naar Farmzum Grietje Jurriens, huisvrouw van Eenje Sjabbes

8 maart 1711
Pieter Willems
Derk Jaspers
Jacob Pieters Dienstkn. van Rient IJsemts
Jacob Jans Dienstkn. van Hindrik Jans kerkv.
Geeske Meertens, huisvrouw van Harmen Jans
Frouwke Jacobs huisvrouw van Wibbe Everts
Anje Joesten D.M. van de kerkv. Hindr. Jans, met attest. van Mensingeweer

14 juni 1711
Walrik Nantkes en
Jantien Klaassen met attest. van Termunten 
Pieter Jans en
Grietie Klaasen met attest. van Farmzum
vertrokken met attest. naar Delfzijl Klaas Hindrix en Houke Klaasen
vertrokken met attest. naar Farmzum Tonke Arents en Tettie Aijelts

13 september 1711
Eppo Aijelts en
Aaltien Kornellijs met attest. van Heveskes
vertrokken met attest. naar Farmzum Jantien Berents J.D.

13 december 1711
Pieter de Jager S.S. Theol. Studiosus
Nieske Jans J.D. met attest. van Wagenborgen
vertrokken met attest. naar Bierum Anje Joostens J.D.

13 maart 1712
Popko Jans, Dienstkn. van Tammo Ates
Jantien Tammes, Dogter van Tammo Ates
Grietien Hindrix, J.D.
Trijnje Meijnderts Dienstm. van Eppo Aijelts
Anje Heeres onze Dienstmaagt
Derk Geerts en
Kornellijske Geerts, beijde met attest. van Hellum

12 juni 1712
Grietien Harmens huisvrouw van Reijnt Edzerts
Tietien Renses dienstmaagt van Tammo Ates
Reijnt Edzerts met attest. van Heveskes
vertrokken met attest. naar het Zant Trijntien Entes wed. van Philips Cornellijs en
haar dienstmaagd Nieske Jans

11 september 1712 
vertrokken met attest. naar Franeker in Vriesland Mons. Hieltje Scheltema en
Pieter de Jager, S.S.Theol. Studiosis
vertrokken met attest. naar Termunten Jacob Jans

11 december 1712
Marije Aapkes, huisvrouwe van Jacob Hindrix, met attest. van Noordbroek
vertrokken met attest. naar Delfzijll Jantien Harmens huisvrouw van Hindrik Joestens

12 maart 1713 
Jacob Hindrix
Everhardus Petri van der Zwaag
Isebrant Jansen
Albert Ekkes, dienstkn. van Bartelt Aijkes
Julle Jans, dienstkn. van Hindrik Jans kerkvoogd
Louke Jansen, huisvrouw van Tonnis Hiddes

10 september 1713
vertrokken met attest. naar ScheemderHamrik Anje Heeres

10 december 1713 
mijn Lieve Huisvrouw Anna Jullens [ met attest.? ] van Appingadam
Pieterke Alberts, dienstmaagt van Tamme Ates.
vertrokken met attest. naar Winschoot Cornelijske Geerts
vertrokken met attest. naar Ziddeburen Derk Geerts
vertrokken met attest. naar Godlinse Popko Jans

11 maart 1714
Tonnis Hiddes
Tijes Kornellijs , Dienstknegt van Freerk Elties
Aafke Sijrts, huisvrouw van Jan Everts
Geertien Menses
IJktien IJpes
Aafke Klaasen [ is deze tweemaal vermeld? , zie hierna]
Aafke Klasen D.M. van Freerk Haijes
Jantien Bonnes D.M. van Eppo Aijelts [in marge:] van hijr met attest. na Uitwijrda
Auwke Bokkes D.M. van Bartelt Aijkes

[In december 1714 en maart 1715 zijn geen notities]
[Nieuwe predikant Ds Martinus Croons ]

7 juli 1715 
Harmke Peters met attest. van Woltersum

15 maart 1716
Jacob Clasen
Henrik Davidts
Geert Mensingh
Grietie Henriks

1 juni 1716 
vertrokken met attest. naar Wagenborgen Trijntie Meinarts d.m. van Martien Henriks wed. van wijlen Lambert Harmens

16 juni 1716 
vertrokken met attest. naar Borgsweer Grietie Henriks huisvrouw van Jacob Jans

18 juni 1716 
vertrokken met attest. naar Borgsweer Julle Jans
vertrokken met attest. naar Borgsweer Geert Mensing

20 september 1716
Trijntie Peters met att. van Bierum
Imke Waalkes met att. van Bierum

13 december 1716
Harmen Jans met attest. van Nieuwolda

21 maart 1717
Aapke Willems
Jan Entes
Wilmke Willems
Hilje Jans
Meinert Harmens met attest. van Wibelsum
Tietie Renses met attest. van Tiamsweer

20 juni 1717
Hiske Tiaas met attest. van Wijbelsum uit OostFrieslandt

5 september 1717 
vertrokken met attest. naar Losdorp Roelof Klasen 

19 december 1717 
vertrokken met attest. naar Woldendorp Anje Freriks.

27 maart 1718 
Eltio Remkes en 
zijn huisvrouwe Aaltien Luppes
Frerick Jans
Berent Oomkes
Trijnje Jans
Jantien Peters

19 juni 1718 
Johannes Jacobs schoolmr. en 
zijn huisvrouwe Geesjen Tobias met attest. van Appingadam
Liefke Hendriks met attest. van Mithuizen
Henrik Davidts en
Jantien Bonnes zijn huisvrouwe met attest. van Termunten
vertrokken met attest. naar Appingedam Henrikien Alberts wed. van Berent Leenderts schoolmr. 
vertrokken met attest. naar Finsderwoldt Hilje Jans 

25 september 1718 
Bouke Alkes huisvrouwe van Meinert Harmens
Grietie Jans weduwe van wilen Henrik Jans
Redmer Abels en
zijn huisvrouwe Geertien Ajkes met attest. van Oterdum

19 maart 1719
Albert Alofs
Jan Ottens
Derk Peters
Peter Jans
Bonje Tonnis
Trijntie Jans (mijn deenstmaagt)
Grietie Freriks Vos

18 juni 1719 
vertrokken met attest. naar Groningen Trijntien Peters mijn gewesen diensmaagt 

7 juli 1716 Harmke Peters met attest. van Woltersum???????????????????

27 oktober 1719 
vertrokken met attest. naar Appingadam Peter Peters Smit 

17 december 1719 geen nieuwe ledematen.
Ledematen die het sacrament ontvangen hebben 83, absenten 9.

22 maart 1720 
Willem Willems met attest. van Rijsum en 
zijn huisvrouw Maria Dringerborgh van Groothusum

20 september 1720
Trijntie Lamberts wed. van Lukas Vorenkamp met attest. van Groningen
Trijntie Jans met attest. van Wibelsum
Peter Menkes met attest. van Tiamsweer
Tiddo Nantkes met attest. van Nieuwolda
Sibolt Gerbrants en
zijn huisvrouwe Anje Jans met attest. van Appingadam

[ Nieuwe predikant Ds D. Brucherus]

25 december 1720
Hilje Jans met attest. van Finserwolde

23 maart 1721
Corneliske Abels, huisvrouw van Edzert Hindricks met attest. van Oterdum

25 mei 1722 
vertrokken met attest. naar Siddeburen Frerick Jans 

26 juni 1722 
Teetje Geerts met attest. van Rijsum in Oostvriesland

17 november 1722 
vertrokken met attest. naar Woltersum Teetje Renses 

20 december 1722 
vertrokken met attest. naar Farmsum Pieter Menkes en Jantjen Pieters 

26 maart 1724
Geertjen Waalkes met attest. van Bierum
Claes Jans met attest. van Heveskes


7 juni 1746 
Jantje Garms
Jaakje Wibbes
Grietje Harms

20 januari 1747 
mijn huisvrouw Maria Meinsema met attest. van Leeuwaarden

21 juli 1748
“heeft met ons gecommuniceert Anna van Noord uijt Leeuwaarden”

26 juni 1749 
Evert Wibbes 
Tjasse Pieters 

5 januari 1751
Willemke [Jans]

5 juli 1751 
mijn huisvrouw Margareta Abbring op attestatie van Groningen 

2 januari 1752
“ heeft doe ter tijd met ons gecommuniceert G. Abbring S.S. Minist. Candidatus”

8 juni 1752 
Geesche Reevens huisvr. van Sijbrant Jans
Jantjen Claesen huisvr. van Hitje Doedens
Bouke Derks huisvr. van Tjasse Pieters 
Elske Cornellis huisvr. van Bartelt Reints
Geertjen Regniers huisvr. van Bartelt Reints
Anneke Hiddes huisvr. van Roelf Jans 

6 april 1753 
Elisabeth Krijnes mijn dienstmaagd

11 juli 1753 
Harm Meinders en
sijn huisvrouw Ida Jans
Abel Eltjes en
sijn huisvrouw Antje Hinderks


15 juli 1753
Tafel der Ledematen die te deeser tijd
het H. Avondmaal gebruikt hebben
( bovenstaande nieuws aangenomene leeden hebben hetselve meede gebruikt)
1 Cornelius Heeren Pastor loci
2 Mijn huisvrouw Margareta Heeren geb. Abbring
3 Bartelt Aikes Ouderling [ overleden voor okt 1754 , volgende lijst]
4 Isebrand Jans Ouderling
5 Lubbert Pieters Diaken
6 Hinderk Freeriks Diaken
7 sijn huisvrouw Tjake Wibbes
8 Reekenmeestr. Claas Vos en
9 sijn huisvr. Wipke Jans
10 Evert Wibbes
11 Tjasse Pieters en
12 sijn huisvr. Bouke Derks
13 Niene Derks wed. van Claas Jans
14 Frouwe Jacobs wed. van Jacob Hinderks
15 Hinderk Hinderks
16 Jantjen Garmts huisvr. van Cornelis Eppes
17 Meindert Harms
18 Oomke Freeriks en
19 sijn huisvr. Grietje Harms
20 Tetje Geerts huisvr. van Geert Geerts
21 Harm Meinders en
22 sijn huisvr. Ida Jans
23 Abel Eltjes en
24 sijn huisvr. Antje Hinderks
25 Grietje Jans wed. van Eppe Hinderks
26 Venje Ottes huisvr. van Hinderk Jans [ overleden (of vertr.) voor okt 1754 , volgende lijst]
27 Trijneke Jans wed. van Pieter Okkes
28 Elske Cornelis huisvr. van Jan Pieters
29 Martjen Derks wed. van Derk Jaspers[ overleden (of vertr.) voor okt 1754 , volgende lijst]
30 Imke Ottes huisvr. van Edzard Eltjes
31 Jannes Jacobs Schoolmstr. en
32 sijn huisvrouw Aaltjen Waals
33 Anneke Hiddes huisvr. van Roelf Jans
34 Wiard Jans
35 Geertjen Regneers huisvr. van Bartelt Reints
36 Jantjen Claesen huisvr. van Hitje Doedens
37 Sijbrand Jans en
38 zijn huisvrouw Geeske Reevens
39 Willemke Jans

Absenten waren
40 Pieter Tiddes en 
41 sijn huisvr.
42 Trijntje Lammerts wed. Voorenkamp
43 Hinderk Jans
44 Aafke Oomkes huisvr. van Pieter Derks
45 Hemcke Jans wed. van Jan Arends
46 Elijsabeth Krijnes mijn geweesen dienstmaagd[vertr. (of overleden ) voor okt 1754 , volgende lijst]
47 Haike Remckes wed. van Otto Harms
-----------------------------------------------
13 oktober 1754
Tafel der Ledematen die te deeser tijd het H. Avondmaal gebruikt hebben

1 Cornelius Heeren Pastor loci
2 Mijn huisv. Margareta Abbring
3 mijn vrouwen suster W. Abbring [ waarschijnlijk ingekomen na juli 1753, vorige lijst]
4 Isebrand Jans Ouderling
5 Hinderk Freeriks Diacen en 
6 sijn huisvr. Tjake Wibbes
7 Harm Meinders diacen , en
8 sijn huisvr. Ida Jans
9 Reekenmestr. Claas Vos, en
10 sijn huisvr. Wipke Jans 
11 Sijbrand Jans, en 
12 zijn huisvrouw Geeske Reeven 
13 Willemke Jans 
14 Jantjen Claesen huisvr. van Hitje Doedens
15 Geertjen Rengeniers huisvr. van Bartelt Reints
16 Anneke Hiddes huisvr. van Roelf Jans [ overleden (of vertr.) voor oktober 1755, volgende lijst]
17 Wiard Jans
18 Jannes Jacobs Schoolmeestr. en
19 sijn huisvr. Aaltjen Waals
20 Imke Ottes huisvr. van Edzard Eltjes
21 Elske Cornelis huisvr. van Jan Pieters[ overleden (of vertr.) voor oktober 1755, volgende lijst]
22 Lubbert Pieters
23 Grietje Jans wed. van Eppe Hinderks
24 Abel Eltjes en
25 sijn huisvr. Antje Hinderks 
26 Tetje Geerts huisvr. van Geert Geerts
27 Oomke Freeriks en
28 sijn huisvr. Grietje Harms Hinderk Hinderks
29 Meindert Harms
30 Jantjen Garmts huisvr. van Cornelis Eppes
31 Vrouwe Jacobs wed. van Jacob Hinderks
32 Hinderk Hinderks
33 Nijne Derks
34 Pieter Tiddes en
35 sijn huisvr. Lijsebeth Jans
36 Tjasse Pieters en
37 sijn huisvr. Bouwke Derks

Absentes waren
38 Evert Wibbes
39 Trijntje Lammerts wed. Voorenkamp[ overleden (of vertr.) voor oktober 1755, volgende lijst]
40 Hinderk Jans
41 Trijnke Jans wed. van Pieter Okkes
42 Aafke Oomkes huisvr. van Pieter Derks[ overleden (of vertr.) voor oktober 1755, volgende lijst]
43 Hemcke Jans wed. van Jan Arends
44 Haike Remckes 
--------------------------------------------------------------
12 oktober 1755
Hebben volgende personen doenmaels gecommuniceert
1. Cornelius Heeren Pastor loci
2. mijn huisvr. M. Abbring
3. mijn vrouwen suster W. Abbring
4. Isebrand Jans Ouderling
5. Reekenmeestr. Claas Vos Ouderling en
6. sijn huisvr. Wipke Jans
7. Harm Meinders Diacen en
8. sijn huisvr. Ida Jans
9. Oomke Freeriks Diacen en
10 sijn huisvr. Grietje Harms
11 Evert Wibbes
12 Tjasse Pieters en
13 sijn huisvr. Bouwke Derks
14 Pieter Tiddes en
15 sijn huisvr.Lijsabeth Jans
16 Niene Derks
17 Hinderk Hinderks
18 Jantien Garmts huisvr. van Cornelis Eppes
19 Tetje Geerts huisvr van Geert Geerts
20 Abel Eltjes en
21 sijn huisvr. Antje Hinderks
22 Grietje Jans wed. van Eppe Hinderks
23 Lubbert Pieters
24 Imke Ottes huisvr. van Edzard Eltjes
25 Jannes Jacobs schoolmstr. en
26 sijn huisvr. Aaltjen Wals
27 Wiard Jans
28 Geertjen Rengeniers huisvr. van Bartelt Reints
29 Jantjen Claessen huisvr. van Hitje Doedens
30. Hinderk Freeriks en
31 sijn huisvr. Tjake Wibbes
32 Willemke Jans
33 Sijbrand Jans en
34 sijn huisvr. Geeske Reeven

Absentes waren
35 Vrouwe Jacobs wed. van Jacob Hinderks
36 Meindert Harms
37 Hinderk Jans
38 Hemcke Jans wed. van Jan Arents
39 Trijnke Jans wed. van Pieter Okkes
40. Haike Remkes wed. van Otto Harms
--------------------------------------------------------
15 april 1756
Woltje Jacobs huisvrouw van Lubbert Pieters

16 april 1756
Aalf Alberts

9 juli 1756
Jan Hieronimus en
zijn huisvrouw Enneke Eilkes met att. van Meedhuisen
----------------------------------------------------
11 oktober 1756 
Hebben te deser tijt hetzelve [H. A.] gebruikt
1. Cornelius Heeren Pastor loci
2. mijn huisvr. M. Abbring
3. mijn vrouwen suster W. Abbring
4. De reekenmeestr. Claas Vos Ouderling en
5. sijn huisvr. Wipke Jans
6. Lubbert Pieters Ouderling en
7. sijn huisvr. Woltje Jacobs
8. Oomke Freeriks Diacen en
9. sijn huisvr. Grietje Harms
10 Abel Eltjes en
11 sijn huisvr. Antje Hinderks
12 Evert Wibbes
13 Tjasse Pieters en
14 sijn huisvr. Bouke Derks
15 Pieter Tiddes en
16 sijn huisvr.Lijsabeth Jans
17 Niene Derks
18 Isebrand Jans 
19 Vrouwe Jacobs wed. van Jacob Hinderks 
20 Hinderk Hinderks
21 Jantien Garmts huisvr. van Cornelis Eppes
22 Meindert Harms
23 Harm Meinders en
24 sijn huisvr. Ida Jans
25 Grietje Jans wed. van Eppe Hinderks
26 Hinderk Jans
27 Jan Hieronimus en
28 sijn huisvr. Enneke Eilkes
29 Imke Ottes huisvr. van Edzard Eltjes
30 Wiard Jans
31 Jannes Jacobs schoolmstr. en
32 sijn huisvr. Aaltjen Wals
33 Aalf Alberts
34 Geertjen Rengeniers huisvr. van Bartelt Reints
35 Jantjen Claessen huisvr. van Hitje Doedens
36 Sijbrand Jans en
37 sijn huisvr. Geeske Reeven
38 Willemke Jans
39 Hinderk Freeriks en
40 sijn huisvr. Tjake Wibbes

Absentes waren
41 Tetje Geerts huisvr van Geert Geerts
42 Haike Remkes wed. van Otto Harms
43 Hemcke Jans wed. van Jan Arents
44 Trijnke Jans wed. van Pieter Okkes
--------------------------------------------
14 oktober 1756
Jacomijna Jans, huisvrow van Hinderk Barels vulgo Drent

8 juli 1756
Antje Derks, wed. van Tonnis Bajes
Jan Garms en
sijn huisvrou Geeske Pieters met att. van Uitwierda

-----------------------------------------------
23 oktober 1756
[deelnemers H. A. ]
[kennelijk is deze lijst hierna tot 1765 als lidmatenlijst gebruikt, waarop de mutaties aangetekend werden, deze zijn hier tussen haakjes gezet]

1 Cornelius Heeren Pastor loci ( overleden den 3 Maij 1759)
2. Mijn huisvrow Margaretha Abbring (vertrokken na Appingadam)
3. Mijn vrouwen suster Willemina Abbring (vertrokken na Embden)
4. Isebrand Jans Ouderling (overleden 1761)
6. sijn huisvrou Woltje Jacobs
7. Abel Eltjes Diacon
8. sijn huisvrou Antje Hinderks
9. Hinderk Freeriks Diacon ( overl 21 9ber 1759)
10 sijn huisvrou Tjake Wibbes
11 Evert Wibbes (overleden den 9 Julij 1761)
12 De Reekenmestr. C. Vos (overleden 6 Nov. 1760)
13 sijn huisvrou Wipke Jans (overleden 15 nov. 1758)
14 Tjasse Pieters (overleden)
15 sijn huisvr. Bouke Derks
16 Pieter Tiddes (overleeden den 1762)
17 sijn huisvr. Lijsebeth jans (overleden in Dec. 1763 te Wagenborgen)
18 Jan Garms (vertrokken naa Termunten)
19 sijn huisvr. Geeske Pieters (item)
20 Hinderk Hinderks (overleden den 27 Maij 1761 )
21 Frouwe Jacobs wed. van Jacob Hinderks (overleden 1761)
22 Jantien Garms huisvr. van Cornelis Eppes
23 Oomke Freeriks
24 sijn huisvr. Grietje Harms
25 Tetje Geerts huisvr. van Geert Geerts (overleden 29 Junij 1759)
26 Harm Meinders
27 sijn huisvr. Ida Jans (overleeden den 3 aug. 1763)
28 Grietje Jans wed. van Eppe Hinderks (overleden 1762)
29 Hinderk Jans (overleden 1765)
30 Enneke Eilders huisvr. van Jan Hiëronimus (overleden)
31 Antje Derks wed. van Tonnis bajes (vertrokken naa Farmsum)
32 Imke Ottes huisvr. van Edzard Eltjes
33 Jannes Jacobs Schoolmeester (overleden 1768)
34 sijn huisvr. Aaltjen Wals (overleden den Oct. 1763)
35 Wiard Jans (overleden)
36 Geertjen Rengeniers huisvr. van Bartelt Reints
37 Jantien Claesen wed. van Hinderk Barelts
39 Geeske Rieven huisvr. van Sijbrand Jans (overleden 1761)
40 Willemke Willems (overleden den .. 1761)

Absentes waren
41 Niene Derks wed, van Claas jans (gestorven ..1763)
42 Sijbrand Jans weegens siekte ( overleden .. 1765)
43 Haike Remkes weegens hooge ouderdom en swakheit ( overleden 19 oct. 1760)
44 Aalf Alberts (vertrokken naa Heveskes, wedergekomen 1762)
45 Jan Hiëronimus weegens siekte (overleeden 1761)
46 Hemke Jans wed. van Jan Arends en
47 Trijnke Jans wed. van Pieter Okkes beide weegens anhoudende
hartnekkigheid (overleden 1768)
------------------------------------------------------------------
13 december 1756
Bartelt Lubbers (gestorven 31 Maij 1763)

12 juli 1758
Nieske Jans huijsvrouw van Aapke Jacobs
Heilke Cornellis huisvr. van Roelf Jans
Engel Sijfkes huisvr. van Jan Dercks

17 september 1762
Feibe Hindriks met att. van Wagenborgen 
------------------------------------------------------------------
25 december 1763 hebben wij hier wederom des H. H. Avondtmaal moogen houden.
Praesente Leden waren
mans
Pastor F. Kniphuijsen
Ouderling Lubbert Pieters
ouderling Sijbrant Jans [bijgeschreven “overleden”]
Kerkvoogt Tiasse Pieters [bijgeschreven “overleden”]
Diaken Feibe Hindriks
Harm Meinders
Wiert Jans [bijgeschreven “overleden”]
Oomke Freerks
Schoolmr. Jans Jacobs [bijgeschreven “overleden”]
vrouwen
[doorgestreept “mijn”] Vrouw Barta Schelkes [bijgeschreven en doorgehaald “vertrokken naa Ingen”]
Antje Hindriks
Bouke Derks
Woltje Jacobs
Jantje Garms
Griteje Harms
Engel Sijfkes
Heilke Cornelis
Jantje Klasens
Tiake Wibbes
Mijntje Jans

absente waaren
Hindrik Jans [bijgeschreven “overleden”]
Jantien Ottes
Neiske Jans
Enneke Eilkes [bijgeschreven “overleden”]
Geertje Regniers
----------------------------------------------------------

28 juni 1764
Cornelis Martinus Tuijmelaar en
Juurken Stokitte Peuwus met att. van Doornik

---------------------------------------------------
7 april 1765 des heeren Heilig en hoogweerdig Avondmaal gehouden, presente Leden waaren
mans 
Pastor F. Kniphuijsen
ouderling Lubbert Pieters
ouderling Sijbrant Jans [met andere pen toegevoegd gestorven den ]
Diacon Harm Meinders
Diacon Bartelt Rients
Fiebe Hindriks
Abel Eltjes
Oomke Freerks
Willem Detmers [met andere pen toegevoegd vertrokken]
Jacob Tonnijs van ’t Clooster [met andere pen toegevoegd vertrokken na Heveskes]
Vrouwen 
Bartha Kniphuijsen [met andere pen toegevoegd vertrokken na Inge]
Woltjen huijsvrouw van Lubbert Pieters
Geertjen huijsvrouw van Bartelt Reins
Imke huijsvrouw van Feibe Hindriks
Antje vrouw van Abel Eltjes
Grietjen vrouw van Oomke Freerks
Swaantje wed. van Evert Wibbes
Grietjen vrouw van Aalf Alberts
Tiake vrouw van Eilt Jans
absenten waaren 
Wiert Jans [met andere pen toegevoegd overl.]
Jannes Jacobs [met andere pen toegevoegd Olde]
Hindrik Jans
Cornellis Martinus Tuimelaar en
zijn vrouw 
Bouken Derks
Jantje Garms
Engel Sijfkes
Heilke Cornelis
Jantje Klasens
Mijntje Jans
Imke Ottes
Nieske Jans
Enneke wed. Heronimus [met andere pen toegevoegd overl.]
Aalf Albers
---------------------------------------------------------
6 oktober 1765
Derk Tiasses en
Fokken Menkes Kroon [ bijgeschreven met andere pen ] vertrokken
-----------------------------------------------------------
6 oktober 1765
“ alhier gehouden des H.H. Avondmaal, praesent Leeden waren 
mans vrouwen
1. F. Kniphuijsen V.D.M. en sijn vrouw B.S. 1 
2. Feibe Hindriks en sijn vrouw J.D. 2.
3. Oomke Freerks en sijn vrouw G.H. 3.
4. Bartelt Reins Diacon en sijn vrouw G.R. 4.
5. Wiert Jans [in marge] overleden
6. C.M.Tuijmelaar Schoolmr. hebbende deselve voor af berouw van sijn gefdragingen jegens ons betoond, en beleden dat ik hem niets onbehoorlijks in de weg geleid hadde.
7. Willem Dethmers [in marge] vertrokken
8. Jacob Tonnijs met Attestatie van ([veranderd in van en ook weer na]) Heveskes vertrokken [in marge]vertrokken
9. Derk Tiasses en
10 Fokke Menkes Croon [in marge] vertrokken
welke twee laatsten naa datse belijdenisse van haar geloof en ankleeven aan de suijvere leere met belofte van volherdinge door Godts genaad en daar in, gedaan hadden van ons zijn aangenoomen
tot Lidtmaten, en dus de Gemeente voorgestelt.
absenten waren
1 Lubbert Pieters en sijn huijsvrouw
2. Harm Meinders
3. Abel Eltjes en zijn huisvrouw
4. Jannes Jacobs oud schoolmr. [in marge] overleden
5. Aalf Alberts

vrouwen
Grietje vrouw van Aalf Alberts 5.
Tiake vrouw van Eilt Jans 6.
Boutie Derks wed. Tiake Pieters 7.
Jentje Berents wed. 8.
Enneke wed, Hiëronimus 9 [in marge] overleden
Nieske vrouw van Aapke 10.
Jantje Garms wed. van Knellis Eppes 11.
Imke vrouw van Edzert Eltjes 12.

absentes
1 de Meester zijn vrouw
2. Engel Sijfkes
3. Heilke Cornelis
4. Mijntje Jans
5. Woltjen en
6. Antje vide supra [ zijn de onderstreepte huisvrouwen]
7. Swaantje Derks

12 en 10 / 22
5 en 7 / 12
34


20 mei 1782
vertrokken met att. naar Wagenborgen Febe Hindriks en zijn vrouw Imke Derks [*]

1792
Fokke Cornelis met att. van Heveskes
Aaltje Jans met att. van Heveskes
Anna Margaretha Nienhuis met att. van Groningen
Berendina Nienhuis met att. van Groningen

1793
Ida Cornelis met att. van Koevorden

1799 
Jan Geerts
Thijs jans
Anna Cleveringa met att. van Appingedam
Antje Ennes met att. van Winsum, weer vertrokken met att. van Leermens

1800 
vertrokken met att. naar Farmsum Reimt Eilderts
vertrokken met att. naar Farmsum Elske Jacobs
vertrokken met att. naar Leermens Antje Ennes

1802
Jan Geerts Golmann met att. van Schuttrop

1806 
Derk Fokkes met att. van Jukwert
Roelfijn Hilkes met att. van Jukwert

2 maart 1809
Derk Jans
Pieter Arends Laan
Jacobje Hindriks huisv. van Remke Edzards
Martje Berends Bart H.vr. van Derk Jans
Elijzabet Fokkes H. van H.F. Steenhuis
Grietje Berends, H. van Steffen Hindriks
Ailje Jans huisv.v. J. Karstjens

12 oktober 1810
Harm Oomkes
Reintje Bartels wwe. van Okke Freriks
Geertje Okkes Vos
Antje Zacharias


Register der Ledematen der Gemeente zo op voorgaande onderwijzinge, en belijdenis der geloofswaarheid, of ook vertoonde Kerkelijke attestatie van elders, na openbare voorstellinge,
voor en na, angenomen en van den Pastor Loci opgetekend zijn
[ws vanaf 1766]

Mannen
Lubbert Jans (overleden)
Oomke Freriks
Wiert Jans (overleden)
Jannes Jacobs oud schoolmster (overleden)
Abel Eltjes
Harm Meinders (overleden)
Bartelt Rients (overleden)
Febe Hindriks (met Att. na Wagenborg.)
Willem Detmers (met Att. na N.Schans)
Alef Alberts (overleden)
C.M.Tuimelaar Scholmsr.
Ailt Jans
Ocke Peters
Derk Tjasses (met attest. na Heveskes vertrokken)
Jacob Tonnis (met attest. na Heveskes vertrokken)
Fokke Menkes Croon (met attest. na Termunten)
Engbert Engberts
Frerik Hindriks (overleden)
Frerik Vos (overleden)
Derk Tjasses
Eme Folkerts Boss
Fokke Loewerts (overleden)
Jacob Harms
Remke Edzards
Jan Derks (overleden)
Jan Pieters
Fokke Cornelis
Aise Derks
Simon Ekens
Jacob Tonnis
Kornelis Fokkes

Vrouwen

Juliana van Bronsema Geb. Meiners (vertrokken na Emden)
Jantje Garremts (overleden)]
Tjake Wibbes ( overleden) 
Jantje Clasen (overleden) 
Hemke Jans (overleden)
Trijntje Jans (overleden)
Grietje Harms (overleden) 
Woltje Jacobs
Geertje Regniers 
Bouwke Derks (met att. vertr. na d…..) 
Imke Derks (met Att. na Wagenborg…)
Antje Hindriks
Grietje Peters
Mijntje Jans (overleden)
Juirke Stekste Reuwes (overleden)
Heilke Cornelis
Engel Sieuwkes (overleden)
Imke Ottes
Nieske Jans
Enneke Eilkes (overleden)
Swaantje Derks
Trijntje Harms ( met Att. vertrokken na Sp[ijk?])
Ludente Jurgens (met Att. vertrok. na N. Sch[ans?])
Juiltje Wibbes (overleden) 
Anna Tonnis (overleden)
Lijbe Janssen
Aaltje Jans
Haike Hindriks
Jantje Roelfs (met att. vertrok. na Delfzijl)
Hindrikje Aapkens
Anje Hindriks (met att. vertrok. na Farmsum
Bouwke Peters
Trijntie Harms (overleden)
Tonniske Derks
Maria Harmanni
Lutgertie Oomkes
Trijntie Meinders
Anje Albartus en
Bregtje Jakobs (beide met attest. van Farmsum, en weer daarheen met attest. vertrokken)
Maria Derks
Trijntje Arents


INDEX der PREDIKANTEN in de Gem. van Weiwert ’t zedert de Reductie

1599. Joann Artopoeus beroepen van Scharmer overled. 1616
1616. Regnerus Wolphius beroep. van Solwert overled. 1662
1664 Cornel. Themmen (Cand.) overleden 1705
1706 Themmo Themmen, Cornel. fil. beroepen van Oterdum
vertrokken na Sapmeer 1714 en van daar na Groningen
1715 Martinus Croons, beroep. van Woltersum, vertrokken na Heveskes 1720
1720. Joh. Deodatus Brucherus, beroepen van Rodewolde, vertrokken na Heveskes 1727
1727. Joh. Fabritius (Cand.) vertrokken na Bedum 1734
1734. Petrus Somberg (Cand.) vertrokken na Stitswert 1742
1743 Anton Joha (Cand.) vertrokken na Britswert en Wiewert in Vriesl. 1749
1750. Cornelius Heeren (Cand.) overleden 1759
1761 Fokke Kniphuisen, beroep. van Siddeburen, vertrokken na Ingen 1766 (en vandaar na Hellum)
1766. And. Nombd. Bronsema beroep. van Freepzum in OostF.land, alwaar van Wiebelsum komen,
nadat voor Manslg en Neermoer bedankt had.
1771 voor ’t beroep van Hellum bedankt.
1781 Bedankt voor Nijkerk
en uit den dienst van hier gegaan 1787
1787 Dec.2 Wijnandius van Sijdenborgh Groninganus
1794 Maij Willem Diderik van Halsema Wirduma Omlandus. vertrokken naar Uitwierda 1796
1797 Aug Jan Jansonius Goeredijka Frisius vertrokken naar Hellum 1809
1809 Octob. 15 Thole Lupkes Poel Emdamus Frisiie Orientalis

OUDERLINGEN 1665-1723

[voor 1665 niet vermeld, volgens het reglement van de kerk van Weiwerd van 1665 tot 1707 steeds op 1 januari verkozen met zittingstijd van 2 kalenderjaren, na 1707 volgens kerkeraadsbesluit levenslang ,
indien aftreden ambsdrager wordt vermeld is dit aangegeven ]

1665 Hans Aepkens 
1666 Lauwerens Dercks
1667 Lambert Sierts 
1668 Jan Bolt 
1669 Lauwrens Dercks, overleden voor februari 1670
1670 Herman Jans voor Jan Bolt
25 februari 1670 Jan Bolt voor overleden Lauwrens Dercks
1671 Wolter Entens
1672 Lambert Sierts voor Jan Bolt
1673 Rekenmeester Cornelis Philips voor Wolter Entes
1674 Albert Peters voor Lambert Sijerts 
1675 Lambert Sijerts voor Cornelis Philips
1676 Sijwert Roelefs voor Albert Peters
1677 kerckvooght Wolter Entes voor Lambert Sijerts
1678 Albert Peters voor Sijwert Roelefs
1679 Lambert Sijerts voor Wolter Entes 
1680 Wolter Entes voor Albert Peters
1681 Sijwert Roelefs 
1682 Lambert Hermans voor Albert Peters
1683 Jan Aljes voor Sijwert Roelefs
1684 Cornelis Wilckes voor Lambert Hermans
1685 Aijcke Bartelts voor Jan Aljes
1686 Haijcke Jacobs voor Cornelis Wilckes 
1687 Claes Uldricks 
1688 Lambert Hermans voor Aijcke Jacobs
1689 Cornelis Wilckes voor Claes Ulricks
1690 Tiarck Jacobs 
1691 Albert Peters
1692 Jan Aljes voor Cornelis Wilckes
1693 Lamge Geerts voor Albert Pieters
1694 Albert Pieters voor Jan Aljes
1695 Lambert Hermans voor Lamge Geerts 
1696 Lamge Geerts voor Albert Pieters
1697 Albert Pieters voor Lambert Hermans, in januari 1699 met 1 jaar verlengd
1698 Lambert Hermans kerckvooght 1698, overleden voor 29 januari 1699
1699 Henrick Jans kerckvooght 
1700 Claes Jacobs voor Albert Pieters
1701 Pieter Tiaarts voor Henrick Jans kerckvooght 
1702 Jan Mennes voor Claes Jacobs
1703 Henrick Jans kerckv. voor Pieter Tiaerts
1704 Arent Jacobs voor Jan Mennes
1705 Berent Pieters voor Henrick Jans, hij is oveleden tussen 1 en 15 januari 1708
1706 Henrick Jans kerckv. 
1707 kerkenraad en lidmaten besluiten dat ouderlingen voortaan zullen continueren. 
15 januari 1708 Arent Jacobs voor overleden Berent Pieters 
1722 Pieter Tjaars- 
DIAKENEN 1665-1723

[sinds 1665 verkozen op (soms een paar dagen later) 1 januari voor 2 kalenderjaren, laatste jaar als boekhouder]

1665 Jan Bolt
1666 Sijwert Roelefs 
1667 Albert Peters 
1668 Wolter Entens
1669 Lambert Hermans 
1670 Herman Peters , overleden februari 1670, voor Wolter Entens
25 februari 1670 Cornelis Philips voor overleden Herman Peters
1671 Sijwert Roelefs voor Lambert Hermans 
1672 Albert Peters voor Cornelis Philips 
1673 kerkvoogd Wolter Entens voor Sijwert Roelefs
1674 Lambert Hermans voor Albert Peters
1675 Jan Tijmens anders Aljes voor Wolter Entens
1676 Frerick Jacobs voor Lamnert Hermans 
1677 Rekenmeest. Cornelis Philips voor Jan Aljes
1678 Sijwert Roelefs voor Frerick Jacobs
1679 Aijcke Bartelts voor Cornelis Philips
1680 Tiarck Jacobs voor Sijwert Roelefs
1681 Claes Ulricks smit voor Aijcke Bartelts
1682 Wildrick Gerrijts voor Tiarck Jacobs
1683 Lamge Geerts voor Claes Ulricks
1684 Lambert Hermans voor Wilrick Gerrijts
1685 Henrick Egberts voor Lamge Geerts
1686 kerckvooght Henrick Jans Niebuur voor Lambert Hermans
1687 Tiarck Jacobs 
1688 Aijcke Bartelts voor Henrick Jans
1689 Wildrick Gerrijts voor Tiarck Jacobs
1690 Philips Cornelis 
1691 Lamge Geerts 
1692 Henrick Jans kerckvooght voor Philip[s Cornelis
1693 Tamme Ates voor Lamge Geerts
1694 Claes Jacobs voor Henrick Jans
1695 Pieter Tiaerts voor Tamme Ates
1696 Jan Mennes voor Claes Jacobs
1697 Regnerus Wolphius schoelmeester voor Pieter Tiaerts 
1698 Philips Cornelis voor Jan Mennes
1699 Frerick Eltjes (Vos) voor Regnier Wolphius
1700 Jan Eijses voor Philips Cornelis 
1701 Willem Claesen smidt voor Frerick Eltjes
1702 Arent Jacobs voor Jan Eijses
1703 Tamme Ates voor Willem Claesen
1704 Pieter Tiaarts voor Arent Jacobs
1705 Jan Mennes voor Tamme Ates
1706 Freerk Elties 
1707 Otto Hermans 
1708 Klaas Jacobs voor Freerk Elties NB broer van de tegelijk bevestigde ouderling Arent Jacobs
1709 Bartelt Aijkes voor Otto Hermans
1710 Jan Eijses voor Klaas Jacobs
1711 Pieter Tiaarts voor Bartelt Aickes 
1712 Jan Mennes voor Jan Eijses
1713 Willem Klaazen voor Pieter Tiaarts
1714 Walrik Nantkes voor Jan Mennes
[1715] Wibbe Everts 
1716 Frerik Elties Vos 
1717 Otto Harmens voor Wibbe Everts
1718 Bartolt Aikes
1719 Peter Tiaarts voor Otto Harmens
1720, verkozen 1 jan, bevestigd 2 juli Jan Mennes als eerste diaken die 2 jaren zal moeten continueren
1722 Frerick Vos 
1723Tidde Nantkes 

INDEX 
der ouderlingen en diaconen ’t zedert den Jan. 1743.
na Kerk. gebruik, voor en na, verkoren, voorgestelt en bevestigt.
te Weiwert [ bij de vervolgtabellen staat] voor 2 jaar

Ouderlingen 
1743 Bartelt Aikes, overl voor 1755 en 
Derk Jaspers , overl begin 1746 
1746 Isebrand Jans voor d’overl. Derk Jaspers [13 juni 1746 verkozen]
1755 Claas Vos voor d’overl. Bartelt Aikes
1756 Lubbert Peters voor d’afgaande Isebrand Jans
1757 Isebrand Jans voor d’afgaande Claas Vos
1758 Claas Vos voor d’afgaande Lubbert Peters
1759 Lubbert Peters voor d’afgaande Isebrand Jans
1760 Claas Vos op nieuw ingekoren
1761 Evert Wibbes voor d’overl. Claas Vos
1762 Sibrand Jans voor d’overl. Evert Wibbes
1763 Lubbert Peters weer in gekosen
1764 Sibrand Jans opnieuw verkoren
1765 Lubbert Peters opnieuw verkoren [bedankte 17 april 1765]
1765 Febe Hindriks voor d’overled. Sibrand Jans[ verkozen begin oktober 1765]
1766 Wiert Jans voor d’afgaande Lubbert Peters
1767 Febe Hindriks opnieuw in gekosen
1768 Harmen Meinders
1769 Febe Hindriks continueert
1770 Harmen Meinders continueert
1771 Febe Hindriks continueert
1772 Harmen Meinders continueert
1773 Febe Hindriks -----etc.
1774 Harmen Meinders ------
1775 Febe Hindriks -----
1776 Harmen Meinders -----
1777 Febe Hindriks -----
1778 Harmen Meinders -----
1779 Febe Hindriks continueert
1779 Oomke Freriks voor het jaar 1779
1780 Oomke Freriks continueert
1781 Bartelt Rients
1782 Oomke Freriks continueert
1783 Cornelius Tuimelaar
1784 Abel Elties
1785 Bartelt Rients
1786 Cornelius Tuimelaar
1787 Abel Elties
1788 Derk Tjasses
1789 Jacob Harms
1790 Abel Eltjes
1791 Jacob Harms
1792 Abel Eltjes
1793 Jacob Harms
1795 Abel Eltjes
1796 Jacob Harms
1798 Remke Edzards
[1799]Engbert Engberts
1800 Remke Edzards
1801 Engbert Engberts
1802 Remke Edzards
1803 Engbert Engberts
1804 Remke Edzards
1805 Jan Karstjens Schoolm.
1806 Kornelis Fokkes
1807 Remke Edzards [ uit drietal met Engbert Engberts en Jan Geerts]
1808 Engbert Engberts [uit drietal met afgaande ouderling Kornelis Fokkes, en Jan Karsjens]
1809 Jan Karstjens Schoolm.
1810 Remke Edzards [uit drietal met Engbert Engberts en Jan Geerds]
-------------------------------------------

Diaconen (voor 2 jaar)

1743 Isebrand Jans, en
Oomke Freriks
1744 Lubbert Peters voor d’afg. Isebrand Jans
1745 Claas Vos voor d’afg. Ommke Freriks
1746 Hindrik Freriks voor Lubbert Peters
1747 Lubbert Peters voor Claas Vos
1748 Sibrand Jans voor Hinderk Freriks
1749 Oomke Freriks voor Lubbert Peters
1750 Claas Vos voor Sibrand Jans
1751 Tjasse Peters voor Oomke Freriks
1752 Lubbert Peters voor Sibrand Jans [ waarschijnlijk moet dit zijn voor Claas Vos]
1753 Hindrik Freriks voor Tjasse Peters
1754 Harm Meinders voor Lubbert Peters
1755 Oomke Freriks voor Hind. Freriks
1756 Abel Eltjes voor Harm Meinders
1757 Hind. Freriks voor Oomke Freriks
1758 Tjasse Peters voor Abel Eltjes
1759 Harm Meinders voor Hind. Freriks
1760 Bartelt Lubberts voor Tjasse Peters
1761 Oomke Freriks voor Harm Meinders
1762 Abel Eltjes voor Bartelt Lubbers
1763 Febe Hindriks voor Oomke Freriks
1764 Harm Meinders voor Abel Eltjes
1765 Bartelt Rients voor Febe Hindriks
1766 Oomke Freriks voor Harm Meinders
1767 Abel Eltjes voor Bartelt Rients
1768 Cornelis Tuimelaar , schoolmst.
1769 Bartelt Rients
1770 Frerik Vos
1771 Oomke Freriks
1772 Derk Tjasses
1773 Abel Eltjes
1774 Frerik Hindriks
1775 Bartelt Rients
1776 Engbert Engberts , Schipper
1777 Oomke Freriks
1778 Folle Louwert
1779 Frerik Hindriks
1780 Emo Folkerts Boss
1781 Jacob Harms
1782 Engbert Engberts, Schipper
1783 Remke Edzards
1784 Derk Tiasses
1785 Aise Derks
1786 Jacob Harms
1787 Jakob Tonnis
1788 Simen Eeckens
1789 Remke Edzarts
1790 [ Emo doorgekrast] Folkert Boss
1791 Jan Karsjens schoolmeester 
1792 Aisse Derks
1793 Remke Edzards
1795 Eme Folkers
1796 Cornelis Fokkes
1798 Cornelis Fokkes
[1799]Jan Karssens
1800 Jan Geerts
1801 Thijs Jans
1802 Regnier Bartels
1803 Cornelis Fokkes
1804 Jan Geerts
1805 Thijs Jans [had zitting tot en met 1807]
1806 Regnier Bartels [bedankte 1 januari 1807]
1807 Jan Geerds [ uit drietal met Jan Polman en Derk Fokkes ]
1808 Waldrik Luppes [uit ingezetenen, uit drietal met afgaande diaken Thijs Jans en Hindrik Steenhuis als ingezetene]
1809 Derk Jans
1810 Pieter Fokkes [uit ingezetenen niet ledematen uit drietal met Reint Jans en Hendrik Beerends]


HANDELINGEN CONSISTORIE

--------------------------------------------
Regulen en Artijkelen der Consistor. of kerckenraedt tot Weijwert, meestendeel getrocken 
uijt de Nederlandsche kerkenord. gemaeckt in de Sijnode Nation.tot Dordrecht Anno 1619

Reg. en Art.1.
Het eerste, en voornaemste dat de Kerckenraedt heeft te beooghen , en te bemercken, is dat alle kerckel. saecken in de Consistor. verhandelt worden ter eeren des Allerhoochsten Godts, tot Stichtinge en opbouwinghe der Gemeijnte.
Juxta Art. 30. der Nederl. kerken-ord. v. oml.k.o. art.6.
2.
Sal de Consistoriale vergaderinghe bestaen uijt den Pastor, twee Ouderlinghen en twee Diakenen.
Art. 37.38. v oml. k.o. art. 25.
3. 
Sal de Consistor. vergaderinghe altijt begint worden met den gebede tot Godt om zijn Zeghen, en genaedighe bijstandt, en wederom met den gebede, en dancksegg. geeijndight worden.
Art.32. siet daervan den Nederl. Liturgie.
4.
Sal een ieder Lidtmaet van dese Gemeijnte aen de E. Kerckenraedt , en Consistor. vergaderinghe gehoorsaemheijt, behoorlijck eerbiedigheijt, en respect bewijsen, en daervoor citeert zijnde, niet naelaeten of weijgeren te komen
v. Heb. 13. v. 17.
5.
Sal een ijeder de Resolutien en Besluitjten der Consist. aennemen, en gehoor geven; of het contrarie doende tegen het Woort des Heeren, gecensureert worden en na kerckel. order strafbaer zijn, volgens de kerckel. Discipl.
Matt.18.v.15 - 18 
6.
Indien ijemant in Consistor. meijnt verongelijckt te z. mach hij tot den Class, in den Dam appell.
Art. 31.
7.
Sal alle jaeren op nieuwjaersdagh, bij de rekeninghe der diakenen, een nieuw ouderlingh, en 
diaken na aenroepinghe der Godtl. Naem, met gemeijne stemminghe der Gemeijnte verkooren worden.
Juxta Art.27. v.Conf.Belg. art.31. oml. kerck. o. art.40.42.
8.
Sullen tot Ouderlinghen en Diakenen verkooren worden Verstandighe, Voorsichtighe, aensienlicke, en voornaemlick Godtvruchtighe Mannen, welcke ijverich en naerstich zijn het Woort des Heeren aen te hooren, en andere met een goet exemp. voorgaen.
9.
Sullen voorst eenighe mannen in de consistor. van de kerckenraedt opgestelt worden ende de selve daerna de Gemeijnte voorgedraegen worden , om uijt de selve een ouderl. en diaken in plaetse der afgaende te verkiesen.
Art.22.24. v. oml. k.o. art. 40.42.
Doch sal dese opstellinghe hier ter plaetse geschieden, in tegenwoord. van de eijgen-erfden kerckvooghd en ’t overighe deel der Gemeijnte
10.
Sal altijt Consistorie gehouden worden op de Sondach voor en na het H.Avontm. ¶
[toegevoegd in marge ] ¶ Voor die Sondach nae het H.H. sal liever terstondt nae die Proefpred. Consist. gehouden word. indien sulcks van nooden zij. 
of oock op andere tijden, indien het de nootwend. vereijscht, en dat in de kercke, of in de pastorije, t’welck alsdan na gedaene predicat. van de Pastor sal bekent gemaeckt word. of van ijemant anders omme gesecht sal. w.
11.
Het sal niemant van de kerckenraedt geoorloft zijn sich van de Consistoriale vergaderinghe af te sonderen, sonder wettel. oorsaecke; onder poena van -2-st. voor den armen.
12.
Indien t’eenige tijt bijsondere swaere saecken in Consist. mochten voorvallen, sal het geoorloft zijn, boven de gestelde ouderlinghen en diakenen, een of twee van de qualificeerde eijgenerfden, als mede de kerckv. te versoecken, om mede in Consistor. te delibeeren , en haer behulpelijcke handt te verlienen tot rust, en vrede der Gemeijnte.
13.
T’geene in Consistor. niet kan afgedaen word. sal tot den Class. in den Dam gebracht worden

Dese Regulen, en Artijkel. zijn de Chr. Gemeijnte hier tot Weijwert den 27. Octob. 1667, opentlick in de kercke voorgelesen, en geapprobeert; uitgenoemen het 9- artijk. t’welck daernae ten believen van sommige oock verandert, en alsoo aengenomen is.
Cornelius Themmen. Pastor tot Weijwert.
------------------------------------------
Vraegstucken, welcke den Chr. Gemeijnte hier tot Weijwert nae’t eijndighen van de Proefpred. voor
t’H. Av. word. gestelt.

1. Vraegh ick u of ghij niet geloovet dat de boecken des Oud. en N.T. het eenighe ’t volkomen waerachtighe woort Godts zijn, waerin de H. aen ons sijn wille van onse salichheijt heefft geopenb. en of ghij dienvolgens niet verwerpt ’t gene daerteghen strijdt, of daervan verschilt? 
2. Datter is een eenigh eeuw. alm. en waeracht. Godtl. Wesen , onderscheijd. in drie pers. vad. soon en H. G. ?
3. Dat wij door den val, en ongehoors. van Adam, en Eva alle tot sondaers geworden sijn, in sond. ontfangh. en geboor. z. en door de sonde gantsch verdorv. z. van ons selven, onnut ter eenigh goedt en genegh. tot allen quade en daerom den doodt en verdoemenisse onderworpen zijn.?
4. Dat J. Christ. waeracht. G. en Mensch in een pers. de eenighe Middel. en Sal. des Wer. is, en dat een ijegel. die in Hem gelooft , uijt loutere genaede des H. door hem van sijn sond. en straff. der sond. verl. met G. versoent, en tot een erfgenaem des eeuw. lev. gest.w. ?
5. Of ghij niet van voornemen zijt bij dese suijwere Leere , en en belijden. des gel. door G. gen. tot den eijnde uwes Lev. te volhard. de sond. te haeten, en te verlaet. en voortaen een nieuw godtsal. lev. te leij. in waere liefde nevens G. en den evennaest. te wand. ter eeren G. en Stichtinghe sijner Gemeijnte ?

Die dit geloov. en belijd. en van soodanighen voornemen zijn, segghen met mij , Jae

De groote G. en vader aller genaede welcke ons tot J. Chr. gerop. h. en ons het geloove in J. Chr. geschonck. h. die verstercke, en bevest. ons meer en meer in dit geloove en veliene ons de genaede dat wij ’t selve wel in heijl. moughen bel. tot dat wij sullen ontfagh. het eijnde onses geloofs, nam. de sal. der ziel. Hij die ons geroep. h. is getrouw, die het oock doem sal. Hem zij de eere en prijs in der eeuw. AMEN
--------------------------------------------------------------------------------------
[Handelingen consistorie en Tuchtzaken, begint 1665 ]

Anno 1665 deb 1. januarii is in onse kercke van de Gemeijnte tot Ouderlingh verkooren Jan Bolt, en tot Diaken Hans Aepkens, welcke beijde nae 3. gedaene publicatien den 29. januar. zijn bevest.

[Soortgelijke verslagen aan het begin van ieder jaar, worden verder niet vermeld tenzij er bijzonderheden zijn. De namen zijn terug te vinden in de lijsten van ouderlingen en diakenen]

16 september 1666 “Gelijckerwijs is doemaels Jan Cornelis aengeseght, sich van ’t H. Av. te onthoud. tot dat hij etc. “ 

1 december 1667 “Consistorie vergaderinghe geschiet des Sond. nae de laeste predic. in de pastorije, waerin van verscheijden saecken gehandelt is, welcke dese Gemeijnte aengaen; “

[ deze, of soortgelijke inleidende zin wordt in het vervolg steeds weggelaten]

“ onder andere mede van Cornelis Gerrijts, en Moeij Sijben sijn Huijs-vr. nam. dat men deselve wederom soude versoecken tot het H. Nachtm. te komen “
“en nae verhandelinghe van alles, is men eerbiedichl. met den gebede gescheijden”

[ deze, of soortgelijke slotzinnen zijn in het vervolg ook weggelaten.]

29 december 1667 “is wederom Consistoriale Vergaderinghe gehouden, waerin van verscheijden saecken gehandelt is, welcke dese Gemeijnte aengaen; besonderlich wat mannen wel bequaem souden zijn, om wederom tot Ouderlingh , en Diak. verkooren te worden” 

1 maart 1668 Over “ Cornelis Gerrijts en sijn huijsvr. namelick dat de selve opt nieuw wederom van ’t H.A. sullen afgehoud. worden, van wegen waersegginge, welcke sij door een seker duijvelsbann, aen haer hadden laeten plegen”

6 december 1668 “insonderheijt is besloten in de vreese des Heeren dat Cornelis Gerrijts, en sijn huijsvrouw Sijben zullen ge-excommuniceert worden, en dat haer sulcks sal aengeseght, en bekent gemaeckt worden, dewijle sie niet alleen de voorige ergerlijcke handel en wandel niet hebben verbetert, maer sich daerenboven oock noch tot dieverije hebben begeven”

“NB. den 22. aug. [ 1669] hebbe ick de Catachisatie des Sondaeghs om 6. uijr voor de eerstemael in de kercke aangevanghen “

7 maart 1670 Schulte Havincks ” aengeseijt sich voor dit mael van het H.Avondm. te onthoud. van wegen een ergerlijcke daet, welcke hij door dronckenschap in een seker kercke op des Heeren dach, ter tijt der predicatie, hadde gepleeght “
In dezelfde visitatie is “Meest. Regneri huijsvrouw Trijne gecensureert, en bestraft over haer ijdel, lichtveerdigh en onverbaerlick spreecken; waerop sij selfs (sonder dat haer noch sulcks consistorial. aengeseght waer) met een hevich gemoet en (als het scheen) onboetveerdigh Herte , van het H. Avondtmael sich heeft onthouden” 

5 juni 1670 Besluit “dat men Meest. Regneri huijsvrouw Trijne niet wederom soude noodighen tot het gebruick des H. Avondtm. soo langh als sij haer soo hartneckich aenstelde en niet wederom quaem tot het gehoor van Godts H. Woort.”

4 september 1670 “is Meest. Regneri huijsvrouw Trijne wederom tot de Tafel des Heeren toegelaten te komen na datse van te vooren Ernstlich waer vermaent en oock een tijtlangh beterschap des Levens hadde betoont”

4 december 1670 “Bijsonderlick en voor goet gekendt dat men onder ’t gebruijck des H. Avontm. oock alhier in dese Gem. eenigehe Stichtel. Psalmen, ’t zij onse Vader, den 51, of den 103.Ps. ter eeren Godts , en tot stichtinghe der Gem. singhe”

5 december 1670 Visitatie “waerin Gerrijt Luijties ernstlijck vermaent is sich van sijn dronckenschap te onthoud. en hem aengeseght is, sich voor dit mael van de Tafel des Heeren diesweghen af te houden”

10 maart 1671 Besloten “dat men Gerrijt Luijties en Schulte Havicks wederom soude versoecken tot het H. Av. op haer beijder beproevinghe.”

15 maart 1671 Gerrijt Luijties “wederom ernstlijck vermaent en daernae versocht tot het H. Avontm. werderom te komen op sijn beproevinghe, doch heeft sich selfs doemaels noch van de Tafel des H. ofgehouden”
“Maer Schulte Havicks is sulcks noch niet voorgedraegen en noch niet wederom versocht tot het H. Nachtm., dewijle hij in de visitatie niet bij der handt waer; en daernae is ’t selve om reden oock noch naegelaeten”

5 en 6 juni 1671 “moeijte en twist is bevonden tusschen Melcher Hendricks en Cornelis Wilckes, wegens een verpanninghe, welcke daernae in vrede is afgemaeckt”

10 september 1671 “is eenpaerichlich geresolveert en besloten dat Griete Hendricks van Oldenburgh om haer lichtveerdich en schandelick wegh loopen uijt de Gemeijnte , sich voor dit mael van de tafel des Heeren soude onthoud. t’welck haer, als sij waer wederom gekomen , waer geroep. om Schult-Bekentenisse te doen, oock is aengesijt.”

3 december 1671 Besloten ”dat Peter Jans sich voor dit mael , om sekere reden, en wegens sekere klachten over hem, van het H. Avondtm. soude onthouden; en dat men Griete Hendricks wederom tot de Tafel des Heeren soude noodighen.”

4 december 1671 Peter Jans “aengeseght sich voor dit mael van het H. Avontm. te onthouden”
“Griete Hendr. tot de Tafel des Heeren wederom te komen genoodicht is, t’welck sij oock in Godts Naem heeft belooft te doen”

3 maart 1672 Geresolveert “dat men Peter Jans wederom tot de Tafel des Heeren soude toelaten; en
Peter Boeles soude aengesoght worden sich voor dit mael om sekere reden daervan te onthouden.”

29 mei 1672 “dat men Gerrijt Luijties voor dit mael noch niet wederom soude versoecken tot het gebruijck des H. Av.”

[ in de marge]
Van den -30-Jun. tot den -20-Sept. is hier alle morg. om 8 uijren, en s’Sond. avondts om 6 uijren, een capitt. of Psalm in de kercke gelesen, en een gebedt gedaen; als de Bisschoplijcke Volckeren van Ceulen, en Munster in dese Provincie waeren gevallen, en de stadt Groning. hadden belegert.

9 september 1672 “dat Gerrijt Luijties noch van de Tafel des Heeren soude afgehouden worden van wegen sijn dronckenschap, waermede hij noch laestmael ter tijt des H. Avondtm. groote ergernisse hadde gegeven “. In de visitatie op dezelfde dag werd hem dit aangezegd en werd hij ernstig vermaand.

27 november 1672 “dat men het noch wat soude aensien met Gerrijt Luijties, of dat men hem op sijn eijgen beproevinghe tot de Tafel des Heeren wederom soude mooghen toelaten”

8 december 1672 “ Gerrijt Luijties is noch niet wederom aen de Tafel des Heeren geweest”

2 maart 1673 “dat men Gerrijt Luijties wederom soude versoecken, en toelaeten te komen tot de Tafel des Heeren, dewijle hij sich nu een tijdtlangh stichtelick en wel gedraegen heeft”

14 september 1673 “Gerrijt Luijties heeft voor de eerste mael, nae de gehoudene censure over hem, het H. Avondtm. wederom met ons gehouden”

7 december 1673 “en alsoo wij met droefheijt hebben verstaen dat Gerrijt Luijties, terstondt nae het laatst gehouden Avondtm. tegens sijn voorgaende beloften, buijten aller hoope, en meijninghe, sich grootelicks wederom tot dronckenschap heeft begeven, en dat tot verscheijden reijsen; en daermede groote ergernisse hebbe gegeven aen de kercke Godts, soo is hij daerover eerst wel ernstlick bestraft soo opentlick voor de Gem. als oock int’ bijsonder. “ Besloten wordt dat hij afgehouden wordt totdat hij een tijdlang beterschap betoont.

7 september 1674 “dat men het noch een vierendeel jaars soude aensien met Gerrijt Luijties, indien hij selfs geen bijsondere treck tot het gebruijck des H. Avondtmaels hebbe of betoont” “In de visitatie van de Gemeijnte , is het geheel anders bij Gerrijt Luijties bevonden als men hadde gehoopt, en derhalven veblijft het met hem bij de voorgaende resolutie”

29 november 1674 Peter Jans wordt dit maal afgehouden “om sekere reden”. “Nae gedaene visitatie is de saecke van Peter jans wat naeder ingesien, en nae dat alle bekende verhinderinghen geweert, en uijt de wegh genomen waeren, is hem toegelaeten op sijner selfs beproevinghe , tot des Heeren Avondtm. te gaen, t’welck hij oock gedaen heeft”

6 december 1674 “Gerrijt Luijties is op sijnes selfs beproevinghe tot de Tafel des Heeren wederom toegelaeten, de wijle hij daertoe een goed treck, en ijver scheen te hebben”15v

14 maart 1675 “Oock is Peter Jans te deser tijt om reden aan de Tafel des Heeren niet mede geweest.”

5 september 1675 “NB Oock is doemaels van de tegenwoordige vergaederinge geapprobeert en voor goet gekent, dat de schoolkinderen des Winters op Maandagh of Woensdagh in de kercke gecatechizeert worden”

5 december 1675 “En alsoo veel klachten waeren over de oneenigheijt, en, onliefde in het Houwlick van Melcher Henricks , en Mooi Geertien hebben wij Melcher bij ons in de Consist. laeten komen, en hem selfs verstaen, en daerop ernstlick vermaent tot vreede , liefde, en eenigheijt met sijn huijsvrouw “

27 mei 1677 “Voornaemlick dat Jan Gerrijts, en sijn huijsvrouw Imke sal aengeseght worden, datse haer beijde voor ditmael van het H. Avondtm. moeten onthouden, en van wegen een ongodtlijcke, en heijdensche manier van doen, welcke sij in haer huijs door eenige landtloopers hebben laeten pleegen, om vermeerderinge van gelt en goet te verkrijghen. “

2 september 1677 “voornaemel. dat Jan Gerrijts soo langh van de Tafel des Heeren sal afgehouden worden, tot dat hij berouw, en leedtwesen toont te hebben van het bovengeschrevene gepasseerde in sijn huijs; maer dat men sijn vrouw op haer belijdenisse van berouw, nu wederom tot het H. Av. soude laeten gaen. Item dat men Peter Jans op sijnes selfs beproev. tot het H. Nachtm. mede soude laeten gaen, tot dat hem klaerlick bewesen zij, waerover hij van sommige beschuldight wort “

1 september 1678 “ Bijsonderlick zijn M. Regnerus, en Peter Jans beschuldight, en van ons gecensureert over sekere begaene feijten “

11 maart 1681 “Bijsonderlick is gehandelt van onse med lidtmaet Bouwke Bolts, welcke sich om eenighe questien die sij een tijdtlangh met andere haere mede lidtmaeten heeft gehadt, en selfs met ons Pastor, en kerckvooght voorgeeft te hebben, wegens sekere tien graesen kerckenlandt, die voor desen onder haere plaetse mede zijn gebruiickt, sich, segghe ick, niet alleen van het H. Avondtm. afhoudt, maer oock, tegen veelvoudige vermaeningen van mij Pastor aen haer gedaen, een lange tijt uijt de kercke, en van het gehoor des Godtl. Woorts sich heeft onthouden; en als sij daerover nu voor de twede mael geciteert waer, om voor desen tegenwoordighen E. kerckenraet te komen, op dat wij t’saemen haer reden mochten hooren om de welcke sij haer van onse gemeijnschp tegen woordich afhoudt en afscheijdt, heeft sij tot ons ( als wij hebben verstaen) niet willen komen. Waerover (nae het sluijten, en scheijden van deze vergaderinge, met den gebede) sij in de volgende visitatie geschiet den 14 Mart. van mij Pastor in de tegenwoordicheijt van onse ouderlingh Sijwert Roelefs ernstlick berispt zijnde, heeft sij veel ongefundeerde, impertinente, en vreemde redenen voortgebracht en gebruckt, en onse goede vermaeninghen genoeghsaem veracht. Waerop wij eijdelick, met toewenschinge van Godts genaede, en dat de Heere haer een ander en beter hert en sin mochte geven, van haer gescheijden, en weghgegaen zijn. “

5 juni 1681 “doch van Bouwe Bolts is niet verder, en meerder gehandelt de wijle sij tegenwoordich van ons nae Olingh is vertrokken “

4 september 1681 “NB. Voornaemelick is van de tegenwoordighe vergaderinghe geapprobeert, en voor goet geoordeelt, dat men Sondaeghs voor de middagh, hier in onse kercke, met den buijdel oock ommegae, om aelmoessen voor den armen te vergaederen, gelijck in andere kercken geschiet. En dat dit selve in die aenstaende visitatie aen de Lidtmaeten onser Gemeijnte soude bekent gemaeckt, en voorgedraegen worden, om haer gevoelen daerover te hooren, en te verstaen. In de volgende visitatie, geschiet den 5 – en 6. Sept. is dese bovengeschr. saecke van de meeste leden der Gemeijnte mede geapprobeert, en voor goet gekeurt. “

“Den 25- Septemb. heeft onse Diaken Tiarck Jacobs alhier voor de eerste mael, in des Heeren Naem, met den buijdel ommegaen, om de aelmoessen voor den armen te vergaderen. “

4 december 1681 “In de volgende visitatie is Bouwe Bolts neerstelick en met ijver vermaent, om wederom tot het gehoor van G.W. hier ter plaetse, en vervolgens tot het H.A. te komen “

7 maart 1682 “hebben wij Pastor, en Ouderlingh Lambert Hermans, die saecke, en questie tusschen Tiack Jacobs, en Herman Bennes, mitsgaeders des selfs huijsvrouw Lijsbet, in der minne afgemaeckt, en die persoonen wederom met malkanderen versoent en bevredight. “

4 maart 1683 “ is voorgestelt dat Albert Peters om eenighe gegevene ergernisse, sich ditmael van de Tafel des Heeren behoorde te onthouden. (t’welck oock geschiet is ) “ 

7 september 1683 “Nae gedaene Proefpredicatie, hebben wij Pastor , en ouderligh Jan Aljes, ondsen mede lidtmaet Meerten Sijwerts bij ons laeten komen, en hem ondevraeght, of hij oock ijet seker wiste te seggen, van Albert Peters weghgenome ploegh schijve, waermede sijn wijf Elske beruchtight wierde, als of sij die selve soude weghgenomen hebben. Waerop Meerten Sijwerts voorgenoemt bij sijn hooghste waerheijt verklaerde, als voor Godts aengesichte, daervan niet te weten, en dat hij het H. Avondtm. daerop wel wilde ontfangen, t’welck hem dienvolgens oock toegelaeten is “

9 maart 1684 “Maer Lambert Hermans Diaken en Martien Henricks Ehelieden zijn te dezer tijt van ’t H. Avondtmael afgehouden nae voorgaende Consist. Resol. van den 6 Mart. ; van wegen die quade , en smaedelijcke bejegeninge en handel, welcke sij aen haeren Pastor den 3 – Mart. in de visitatie hebben betoont, en gepleeght, en waerover sij haer met den Pastor voor t’gebr. des H. Av. niet hebben willen versoenen, als haer sulcks van den Pastor en ouderlingen voorgedraegen, en voorgehouden wierde. “

14 maart 1684 “is wederom consistor. gehouden om de bovenverhaelde saecke van Lambert Hermans, waerin, nae aenroepinge van Godts H. Naem de Pastor Themmen, van de twee ouderlingen, naemel. Jan Aljes , en Cornelis Wilckes heeft begeert, dat sij bij gelegentheijt Lambert Hermans, en sijn huijsvrouw souden vermaenen, en aenspreecken tot versoeninge met haeren Pastor over die quade bejegeninge aen den Pastor in die laetste visitatie van haer gepleeght; of anders soude Lamb. Hermans , volgens ordre des E. Classis van Appinga-Dam aengeseght worden, om sich van het ampt der diakenschap soo lange te onthouden, tot dat hij met sijn Pastor versoent zij. “

1 juni 1684 Lambert Hermans, en zijn huisvrouw Martien Henricks weer geciteerd, “maer alsoo sij daeghs te vooren waeren uijtgereijst nae haere vrienden, en niet wedergekeert, zijn niet gekomen “
2 juni 1684 “is de gewoonlijcke visitatie deser Gemeijnte, voor t’gebruijck des H. Avondtm. geschiet, waerin Lambert Hermans, en sijn huijsvrouw Martien Henricks sich met haeren Pastor, in tegenwoordicheijt van den ouderlingh Cornelis Wilckes, over die quade bejegeninge voor desen verhaelt, ( waerover sij eenige maelen opentlick zijn bestraft, en tot beterschap vermaent) volgens kercken ordre hebben versoent, en belooft voortaen in Liefde en vrede met haeren tegenwoordigen Pastor te leven, gelijck oock de Pastor aen haer heeft belooft te sullen doen, en daerop zijn sij wederom toegelaeten, en genoodight om tot het aenstaende H. Avondtm. nae behoorlicke beproevinge mede te komen, t’welcke sij oock hebben belooft te sullen doen. “

7 september 1684 “is van den Pastor voorgestelt, en bekent gemaeckt, dat alsoo de staet en saecken van de kercke alhier seer zijn komen te vervallen, van de kercke dieswegen niet meer het broodt, en Wijn tot het gebruijck des H. Avondtm. sal betaelt worden, maer van de Diakoniije (gelijck op verscheijden andere plaetsen geschiet) als welcke oock het gelt geniet dat alsdan geven wort”

7 december 1684 “Is ter selver tijt mede geresolveert dat Claas Hermans voor dit mael van het H. Avondtm. soude afgehouden worden om de echtscheijdinge van sijn wijf, waertoe hij mede oorsaecke gegeven heeft”.

8 maart 1685 “alleen is Bouwke Bolts wederom tot het H. Avondtm. geweest, nae dat sij in eenige jaeren niet hadde gecommuniceert.”

2 juni 1685 “Lamge Geerts met sijn huijsvrouw, en Bouwke Bolts (welcke questie met malkanderen hadden) geciteert om in de Consistorie bij den Past. en ouderl. te komen; alwaer Bouwke Bolts wel gekomen is , en sich genegen betoonde tot versoeninge, en om in liefde, en vrede, met Lamge Geerts en sijn Huijsvrouwe Geertien Fransen te leven, maer bovengenoemde Lamge Geerts en sijn huijsvr. zijn daer niet gekomen , en dieswegen oock van t’H.Av. afgebleven. “

6 september 1685 “voorgestelt dat Stijne Tammes litmaet van dese Gem. al over de 2. jaeren sich uijt de kercke hadde onthouden en eenige maelen van den pastor nae de oorsaecke , en reden daervan gevraeght zijnde, t’elckens daerop dan stille sweegh; waerop gersolv. dat de Past. en ouderlingh voorgenoemde Stijne noch eens ernstilijck nae de reden van haer uijtblijven uijt de kercke sullen vraegen”
“In de visitatie is Stijne gevraeght nae de reden van haer naelaeticheijt in den kerckengangh, maer heeft daervan geen reden weten voor te brengen, als elleene dat haer man Sijert Lamberts ( welcke in sijn sinnen wat gekrenckt is) op een seker tijt tot haer seer qualick hadde gesproocken als sij van t’H. Avondtm. waer gekomen; waerover Sijert is berispt, gelijck oock Stijne over haer groote naelatich. in den kerckgangh is bestraft, en tot meerder ijver, en neerstich. in den Godts-dienst vermaent. “

4 december 1685 “NB Hebbe ick Pastor in de kercke nae de Proefpredic. voorgestelt, dat ick begeerde dat op elcke vraeghstuck van die gewoonlijcke vraeghstucken nae de proefpredic. jae mochte geantwoort worden, gelijck soo in de nabuijrige als oock in andere Gemeijnten van Stadt, en lande tot Godts eere, en stichtinge der Gemeijnte geschiet; t’welcke ( gelijck te vooren van onse kerckenraet in Consistor. doo oock te deser tijt) van de samptlicke Gemeijnte is geapprobeert, en ingewillight.”

29 augustus 1686 “Nae gedaene visitatie, naemel. den 1- septemb. zijn Albert Peters, en Herman Bennes wederom met malkanderen versoent, en vereenight over haer questieuse saecken. En also Bouwke Bolts haer wederom een tijtlangh sonder wettel. reden uijt de kercke, en van t´gehoor des G. W. heeft onthouden, en wij in de visitatie haer niet in hijs bevonden is sij nae gedaene proefpred. naem. den 5- sept. door onse beijde ouderlingen, w.t. Aijcke Bartelts en Haijcke Jacobs in haer huijs aengesproocken, en tot het gehoor des G. Woorts vermaent.”

5 september 1686 “ Sijwert Roelefs zijnde een tijdtlangh om sijn blintheijt tot het H. Av. niet geweest, heeft t´selve op deze tijt wederom met ons gebruijckt. “ 

5 december 1686 “ Oock is Bouwke Bolts (dewijle sij noch even naelaetigh verblijft) geciteert`” maar zij is niet gekomen.

12 december 1686 “ Van Oterdum zijn alhier tot ons (in dese noodt van de hooge watervloedt) gekomen om het H. Avondtm. met ons te houd. Moeij Ave, huijsvrouwe van Berent Pieters Gortemaeker, en Tieje Allerts, met sijn huijsvr. Trijne” 

6 maart 1687 “ In de volgende visitatie is Bouwke Bolts berispt over haere naelaeticheijt, doch de wijle sij nu op verscheijden tijden wederom in de kercke waer geweest tot het gehoor van Godts Woort, is sij wederom vermaent tot het gebruijck des H. Avondtm. “ 

5 september 1687 “ In de visitatie heeft Geertien Fransen, huijsvr. van Lamge Geerts, sich seer oneerbiedich, en onbetaemelick tegen haer Pastor aengestelt, en betoont, en lasterlick van den selven gesproocken, waerom haer aengeseght is datse niet bequaem waer het H. Avondtm. voor dese tijt met ons te houden, ten sij dan datse haer eerst met haer Pastor versoende, t`welck oock terstondt aen onse 
ouderlingh Claes Uldr. is bekent gemaeckt “ 

4 december 1687 “ Zijn ter selver tijt doch oock wederom met malkanderen versoent de E. Henrick Jans , en Wildrick Gerrijts huijsvrouw Anje, over eenige gesproockene scheltwoorden.” … “ In de volgende visitatie, geschiet den 5-Decemb. heeft Geertien Fransen huijsvr. van Lamme Geerts sich oock wederom met haer Pastor versoent, en is daerop wederom toegelaeten , en genoodicht tot het bebruijck des H. Av. “ 

26 mei 1689 “ En alsoo Jan Aljes, hebbende sich een tijtlangh van het H. Avondtm. geabsenteert (t´welck hij voor desen in de visitatie niet hadde willen doen) heeft dit alleen tot een excuse voortgebracht, dat hij menichmael om de coude soo langh daer niet konde duijren, en met het bloote hooft sitten; waerop hij vermaent is tot meerder ijver en neesricheijt in het gebruijck des H. Avondtm. Maer alsoo Bouwke Bolts oock waer geciteert om reden te geven , waerom sij haer nu eenige jaeren langh, niet allen van het gebruijck van het H. Avondtm. (t´welck den Christenen gesondt, en wel zijnde, niet betaemt) maer oock van het gehoor des G. Woorts hadde geabsenteert, nae dat sij soo menichmael in de visitatie tot het gehoor des G. W. en gebruijck des H. Av. ijverich waer vermaent, is sij niet verschenen” . “ in de naevolgende visitatie, den 27- Maij- met onse ouderlingh Cornelis Wilckes, ten Huijse van Bouwe Bolts komende, om haer berispende over haer langhduijrige naelaeticheijt in den kerckgangh en aenhooringe van G. Woort, heeft sij haer oneerbiedelick, onfatsoenlick en verkeert tegen haer Pastor, in haer woorden, aengestelt, en gedraegen, niets voortbrengende van eenigh belangh, maer alleen ijdele, en vreemde reden met groote hevicheijt, en onstuijmicheijt spreeckende, die nergens toe dienden; en wel veel seggende van den overleden kerckvooght Cornelis Philips, maer die den Pastor, en kercke niet raeckten. Waerom wij Pastor, en ouderlingh van haer wegh gegaen zijn, berispende haer over haere verkeertheijt, en hardtneckicheijt. en hebben beslooten ons voor een tijdtlangh met haer niet meer te bemoeijen, maer aen Godts genaede over te geven, biddende dat Godt in haer wercke betere gedachten, en betere sinnen, en genegentheden. “ 

3 juni 1690 “ Is de langhduijrige qustie, en verschil tusschen Claes Ulricks en Aijcke Jacobs in vrede afgemaeckt, en zijn sij beijde wederom met malkanderen versoent “ 

25 mei 1691 De kerckvooght Lambert Hermans, die “ sich tot noch toe hartneckichlick, sonder wettelicke reden van t´H. Av. afhoudt, is van den Pastor tot hem geseijt dat hij sich selven moste beproeven, en indien hij geen goet herte, en genegentheijt tot sijn Pastor hadde, die geerne met hem in vrede wilde leven, en daernae oock allsins trachtede…..” 

13 maart 1692 “ Oock heeft Lambert Hermans kerkvooght, met sijn huijsvrouw het H. Avondtm. wederom met ons gehouden ” 

4 december 1692 “ Oock is geresolveert dat men voortaen op de jaerl. Feestdaegen in de plaetse van de Lutersche gesangen , Davids, of andere Psalmen soude singen gelijck in andere kercken, volgens kercken ordre geschiet. “ 

28 mei 1693 “ In de volgende visitatie geschiet den 29- Maij- hebben wij Pastor, en ouderlingh Lamge Geerts Elske Rieuwens consistorialiter aengeseght om sich voor ditmael van t´H. Avondtm. te onthouden, van wegen haer obnrechtveerdige handelinge, welcke sij tegenwoordich tegen haer Pastor onder handen heeft, en van wegen haer quaetspreeckentheijt, en leugentael daermede vermenght. Waer op sij onstuijmich, en oneerbiedich tegen haer Pastor met quaetspreeckenth. is uijtgevaeren.” 

4 juni 1693 “ Maer Louwe Willems heeft sich selfs voor dit mael van t´H. Avondtm. onthoud. van wegen eenigh geruchte en beschuldinge welcke van seker vrouw tegen hem uijtgestroijt, en voortgebracht wierde., welcke saecke hij nochtans voor mij Pastor , en ouderlingh Jan Aljes ontkende met eenigh quaet gemoet, of voornemen geschiet te zijn “ 

10 december 1693 “ Elske Rieuwes is op haer voorgaende belijdenisse, en berouw van haer mis handelinge, en quaetspreeckentheijt, wederom tot het gebruijck des H. Nachtm. toegelaeten “ 

7 juni 1695 Consistorie gehouden op verzoek van Ds. Haselbeeck, Pastor tot Heveskes, die “heeft geklaeght met bijgevoeghde hevige woorden over onsen eenen ouderlingh Lambert Hermans, verklaerende dat hij hem een volle verzeg. quitantie brief noopende Sijpke Jacobs tot Heveskes, ter goeder trouwe hadden overgelevert op sijn beloften dat hij aen Sijpke Jacobs die 590 gl. op die naestvolgende sondach , wegens sekere erffenisse die aen voorgenoemde Sijpke Jacobs vervallen was, en nu hem gerichtelick toegekent waer, soude uijttellen, maer dat nu weijgerde te doen, en haer die gemelte verzeg. quitantie niet wederom wilde overleveren, maer ten onrechte onthielde, en dierwegen niet waerdich waer om mede tot hat H. Av. te gaen; waerop voorgenoemde ouderlingh Lambert Hermans antwoorde , dat hij de verzegelde quitantie wel bij sich behielde en om reden niet wederom wilde overleveren, doch dat hij de schulde evenwel niet ontkende, maer noch andere rekeninge daertegen hadde, en niet wiste te seggen wie dat geldt noch soude konnen in de handt komen, dat hij nochtans die verzeg. quitantie wel in handen van t’Gerichte wilde overleveren, en dat oock op aenstaende Rechtdagh soude doen, en Sijpke Jacobs en die met hem hielden, niet onrecht sochte te doen. Waerop de E. Lambert Hermans uijtgaende, en voor een weijnich tijt buijten staende, heeft het E. Consist. bestaende uijt den Pastor C. Themmen, ouderlingh Albert Peters , Diacon Claes Jacobs, en Diacon Pieter Tiaerts, geoordeelt dat Lambert Hermans die verzeg. quitantie niet behoorde bij sich te houden, om quaede opspraeck te vermijden, die alriedes in swangh gingh, maer aen de Erfgenaemen wederom te geven tot dat de beloofde penningen betaelt hadde, en heeft het Consistorium hem daertoe oock vermaent om sulcks te doen, doch sich hiermede ten laetsten vergenoeght dat hij deselve volgens sijn beloften aen het E. Gerichte ter bewaeringe wilde overleveren. En eijdelick heeft het Consistor. geresolv. dat de E. Lambert Hermans op sijnes selfs behoorlicke beproevinge tot het H. Avondtm. mede mochte gaen. “

9 juni 1695 “ Is Lambert Jans backer te deser tijt van t’H. Avondtm. afgebleven, van wegen eenige scheltwoorden tegen onsen ouderlingh Albert Pieters , en sijn swaeger Mr. Regnier uijtgesproocken, waerover geciteert zijnde op den 2-Jun. van het E. Consistor. heeft niet willen komen, en daerover gevraeght zijnde nae gedaene proefpredic. in de kercke, seijde daervan niet te weten, en nae geen vermaeninge tot versoeninge luijsterende, is met een boos hooft wegh gegaen en oock niet wederom voort’ gebruijck des H. Avondtm. bij den Pastor gekomen; als hij vermaent waer te doen. “

4 september 1695 “Alsoo Lambert Jans bovengenoemt, sich noch onversoenlick aenstelt, waer toe hij wederom is vermaent, en tot noch oock niet wederom in de kercke bij ons is geweest tot het gehoor van Godts Woort, is hem in de visitatie aengeseght dat hij sich soo langh van de Tafel des Heeren moste onthouden, tot dat hij sich versoenlick, en gehoorsaem betoonde “

1 december 1695 “is toegestaen dat Lambert Jans, nae dat nu eenige maelen wederom in de kercke is geweest, op sijnes selfs beproevinge wederom tot het H. Avondtm. mach gaen alsoo hij voorgeeft , met Albert Pieters niet te doen te hebben, en Albert Pieters mede toestaet dat hij ten Avondtm. gae. 
Mede is geresolveert dat onse schoolmeester Regnerus Wolphius t’elckens eerst voor andere Manlieden het H. Avondtm. ontfange, opdat hij daer nae int’ voorsingen onverhinderlick mach konnen voortvaeren. “

29 augustus 1697 “ gesproocken van Albert Pieters (welcke niet tegenwoordich waer) met sijn schoonzoon Regn. Wolphius waermede hij groot verschil hadde, welcke voor andere ergerlicki waer, wederom te vereenigen “.

30 augustus 1697 “Geeske Henses, dienstmaeght van Tamme Ates in de visitatie bestraft over haeren onbetamelicken wandel, en eernstlick vermaent tot beterschap, welcke sij oock belooft heeft, en is op haeres selfs beproevinge toegelaeten tot het H. Av. mede te komen, en haer geseijt dat het anders beter waer dat sij sich daervan onthielde ”

5 september 1697 “ Geeske Henses is op haeres selfs beproevinge daer mede toegegaen,; maer onse ouderling Albert Pieters, en Diaken Regnius Wolphius zijn van ´t H. Av. afgebleven, omdat se met malkanderen noch niet waeren versoent en vereenight”

6 september 1697 “Alsoo wij terstondt op den volgenden dagh, nae t’ gehouden Avondtm. wederom op t’nieuw quaede geruchten van Geeske Henses hebben gehoort is, daernae Consistorialiter geresolveert, en besloten, dat men haer van t’H. Avondtm. sal afhouden, tot dat se een tijt langh beterschap betoone en bewijse, en haer oock geen attestatie sal geven, om in een ander gemeijnte het H. Nachtm. te ontfangen “

5 december 1697 Tonnis Jacobs is ”aengeseght om sich voor dese tijt van ’t H. Avondtm. te onthouden van wegens sijn te vroegh bijslaepen.”

12 december 1697 “Hebben bovengenoemde ouderlingh Albert Pieters, en Diaken Regnier Wolphius het H. Avondtm. wederom met ons gehouden nae dat se voor de proefpredicatie met malkanderen waeren versoent” 

5 maart 1699 Besloten “dat Tonnis Jacobs in de aenstaende visitatie niet soude genodight worden tot het H. Avondtm. maer tot neerstiger aenhoren van Godts Woort, waerin hij een tijtlangh traegh en naelatigh is geweest”

3 september 1699 ”Onse kerckvooght Henrick Jans met Willem Claesens wederom versoent en bevredight over eenige harde en schelt woorden die voorgenoemde Willem Claesens tegen gemelte kerckvooght hadde gesproocken”

1 september 1700 Consistorie gehouden “Doch onse Boekh. diaken Frerick Elties doemaels niet tegenwoordich geweest”

1 december 1700 Consistorie gehouden “is onse ouderl. Henrick Jans te deser tijt niet tegenwoordigh gew. “

4 september 1701 “dat Aefke Hermans dienstmaeght (nu woonachtigh in den Dam) niet wederom bij ons ten H. Avondtm. soude toegelaeten worden, voor en al eer sij met haar oude Huijsheer Tamme Ates versoend sij; gelijckerwijs dat Elske Rieuwes van t’H. Nachtmael soo langh soude afgehouden worden, tot dat sij haer als een recht Lidtmaet J. Chr. betoont, bijsonderlick int’aenhooren van Godts Woort”

5 maart 1702 Tonnis Jacobs wordt weer genodigd

11 maart 1703 “Onse schoolmeest. Berent Lienderts heeft sich te deser tijt selfs, om reden van ’t H. Avondtm. afgehouden, waervan anders, alleen voor dit mael, soude afgehouden zijn geweest.”

3 juni 1703 “onse Diakonije, tot besten van van welcke mede geresolveert is, dat wij oude Moeij Anne, weduwe van Jan Engelb. goederen en huijsgeraet binnen korten sullen opschrijven, en inventariseeren”

23 september 1703 “geresolveert dat Trijnje Jacobs, wed. van Aijcke Bartelts niet soude vermaent en toegelaeten worden to het H. Avondtm. voor, en al eer sij sich versoene met onsen Schoolmeest. Berent Lienderts en des selfs Huijsvr. en oock wederom neerstelick tot het gehoor van G. Woort kome”

2 maart 1704 Pieter Pieters Smidt afgehouden “wegens sijn veelvoudige dronckenschap”
en Eltie Edzarts “van wegen eenig quaet geruchte”

3 juni 1704 “Louwke Jans weduwe van Frans Haijckes (hoewel geen lidtmaet der Gemeijnte) bij ons in de Pastorije komen laeten en haer ernstlick afmaent van haer ergerlick en schandaleus veven, en wandel en tot beterschap des levens en goede wandel vermaent op dat sij mochte voorkomen de straffe welcke haer anders door het Gerichte soude over komen, en aengedaen worden; waer op sij ons allen met de handtlanginge heeft belooft afstandt te sullen doen van haer quaeden wandel, en sich (door Godts genaede) voortaen beter aen te stellen, te houden , en te draegen. “
7 december 1704 “ geresolveert dat Pieter Pieters Smidt, de wijle hij in sijn ergerlijcke dronckenschap continueert en daerin meer, en meer, tot groote schaede, en ruijn van sijn huijs en kinderen voortgaet soo lange van het gebruijck des H. Avondtm. sal afgehouden worden, tot dat hij een tijtlang beterschap des levens hebbe betoont. ” 

18 december 1705 Attestatie van Scheemderhamrik voor Diewer Eppes, huisvrouw van Pieter Pieters Smit behelst dat zij enige tijd van het H. Avondmaal was afgehouden wegens”eenige sonden”, maar indien ze daar gebleven was zou ze weer toegelaten zijn . De kerkenraad besluit haar “na voorgaande betoninge van berouw” ook in Weijwerd toe te laten.

9 december 1706 Pieter Pieters Smit, enige tijd afgehouden wegens dronkenschap, betuigt berouw en wordt weer toegelaten. Trijnje Jacobs weduwe van Aijke Bartels wordt niet toegelaten “eer sij haar versoend heeft met de schoolmeester Berent Lienderts, tegens welke sij haar onliefde, bittere haadt en onversoenlijkheijd schandelijk en ten eenemaal onchristelijk betoond”

1 januari 1707 “is in de kerke kerkelijke vergaderinge gehouden, waar in na anroepinge van Gods Heijlige nae\am tot Diakon verkooren is Otto Hermans; Is doen ter tijd ook éénpaariglijk van den Ledemaaten goedgevonden en geresolveert, dat wegens het kleijn getal der Ledemaaten, de ouderlingen in haar bedieninge souden continueren en verblijven. t’welk ook van haar beijde angenoomen is; “

12 juni 1707 ” ook heeft Trijnje Jacobs wederom met ons gecommuniceerd na datze voor de Proefpredikatie zig met de schoolmr. Berent Lienders eerst verzoendt hadde” 

28 augustus 1707 “ is overwoogen de ergerlijke en schandelijke daad, zoo van Trijnje Jakobs , als ook van Frouwe Bronts, en daar op eenpaarig beslooten dat haar beijde het gebruik der H. Sacramenten zou worden verbooden, ter tijd toe zij zig bekeeren en ernstig berouw over haar Godloos bedrijv bewijzen, gelijk ook in de visitatie geschiet is “

9 maart 1708 “heeft zig ontdekt de groote bitterheijd van Bonne Kornellijs en zijn huisvrouw, tegen de schoolmr. Berent Lienders, welke weigerende haar met hem te versoenen, tot des H. Heijl. Avondmaal voor dese reijse niet genoodigt zijn “

3 juni 1708 “zijn Bonne Kornellijs en de schoolmeester Berent Lienders ook wederom verzoend “

8 juni 1708 ” Tammo Ates en de Schoolmr. Berent Lienders, welke jegens malkanderen hevige en anstootelijke woorden hadden gebruikt, verstaande wederzijds beklag, zijn beijde te saamen verzoend en tot Broederliefde vermaand.” 

7 september 1708 “Verschenen de E. Jan Mannes en Lutgert Schultes, klaagende over eenig misbedrijv gepleegt van Geert Bronts en Geertien Hijbels; waarop Geerts Bronts, ook tegenwoordig zijnde, schuld bekentenisse heeft gedaan, en is zoo deze zaake in der minne bijgelegt. Dog Geertien Hijbels heeft geweijgert voor het Consistorie te verschijnen, waar op beslooten is, dat zij zig , ten zij dan verzoend zijnde, van des H. tafel zal onthouden” 

7 december 1708 “ Jantien Pieters, klaagende over quaade bejegeningen, zoo Mr. Berent Lienders an haar betoond had; welke mede tegenwoordig zijn schuld bekende, beloovende voortaan zin zijn gedrag voorzigtiger te zullen zijn, waar op onderlinge verzoeninge is geschied.”

8 maart 1709 Elske Rieuwens die voor enige jaren van het H. Avondmaal was afgehouden, en daarna uit nijd en bitterheid zich onthouden had, verzoekt weer toegang, dit wordt toegestaan

25 mei 1710 Zaak van “Harmen Harmens en Teelke IJzebrands, welke berugt wierden van begaan overspel; edog wijl de zaake nog niet bekent en zeeker waar, goedgevonden haar daar over te verstaan en na gelegenheijd van zaaken, volgens kerkelijke wetten met haar te handelen”

12 december 1710 Tonnis Jakobs vraagt en krijgt weer toelating tot het H. Avondmaal, had lang geabsenteerd.

6 maart 1711 Berent Lienders schoolmeester afgehouden “wegens zijn ergerlijk comportment en quaad gedrag. Voor deze reijse”

12 juni 1711 Trijnie Jacobs vraagt om toelating en wordt na betoond berouw en tegenwoordig goed gedrag weer toegelaten 

6 september 1711 Pieter Willems “wegens zijn quaad gedrag” niet tot de tafel toegelaten, tenzij hij eerst voor ’t Consistorie verschijnt

2 juni 1713 Jan Everts “wegens eenige ergelijke zonden “ ditmaal niet genodigd

8 september 1713 “de zaak van Jan Everts blijft in staat als vooren”

8 december 1713 “de zaak van Jan Everts die nog in staat blijft “

25 februari 1713 Besloten “dat Freerk Haijes, wegens bedrevene misdaad, waar over alreede door ’t Ed. Gerigte angesprooken is, van de Tafel des Heeren zoude worden afgehouden, gelijk hem ook in de visitatie angezegt is; de zaak Jan Everts blijft nog in staat als vooren “

27 mei 1714 De zaken Jan Everts en Freerk Haijes zullen in de visitatie nader onderzocht worden.

10 juni 1714 Freerk Haijes na schuldbekentenis en betoning van berouw weer toegelaten. 
“De zaak van Jan Everts blijft nog in staat als bevoorens”

29 juli 1714 Consisorie gehouden “waar zig presenteerden Freerk Elties met zijn dienstm. Aaltien Hindrix, nevens Berent Lienders schoolmr. en Diewer Eppes huisvrouw van Pieter Pieters; klaagende voornoemde Freerk Elties gelastert en beschuldigt te zijn van Diewer Eppes wegens vleeschelijke gemeijnschap met zijn maagd, ’t welk zij hier en daar opentlijk verspreijt hadde; Diewer Eppes verstaan zijnde en gevraagt of zij dezen angaande zeekerheijd hadde en zulkx wilde staande houden, zeijde dat zij het van anderen wel hadde gehoort, die zij nogtans niet noemde, dog van de waarheijd der zaake niet konde getuigen; waar op zij bestraft over haar losse en onvoorzigtige taale, gevraagt wirde of zij dan Freerk Elties voor een eerlijk man erkende, antwoorde dat zij hem in deze zaak met zijn maagd, juist wel voor eerlijk konde houden. Meester Berent Lienders betuigde opentlijk van Diewer Eppes ook zulx gehoort te hebben, en voegde hier bij, dat hij dit an Freerk Elties bekentmaakende, dezelve hier, mede zijn knegt beschuldigt had; waar op Freerk Elties zeijde, dat hij zulx niet wisten, edog zoo hij het mogte hebben gezegt, dat zulx uit alteratie moest geschiet zijn, verzoekende dat hem zulx dan ten besten mogte worden gehouden worden;” Verdere behandeling uitgesteld..

19 augustus 1714 “Van de zaak tusschen Freerk Elties en Diewer Eppes , is verstaan dat van zelvige zaake voor het Hoog E. Gerigte waar afgedaan; dog ontstont bij gegeven gelegentheijd een nieuw gerugte, dat Diewer Eppes Freerk Elties op het nieuw met een zeer ergerlijke zaake beschuldigde; naa ’t welk vernomen zijnde, houdt zij zulx staande met zeer sterke betuigingen en bevestigingen; welke zaake in de Vreeze des H. overwegende , is eenparig van alle leden des kerkenraads beslooten dat Diewer Eppes zoude worden aangezegt zig, voor deze reijse van de Tafel des H. te onthouden; insgelijx dat Freerk Elties zoude worden geraaden , wegens anstoot en ergernis van veelen, zig voor deze reijse te absenteeren, tot dat van die leelijke blaamen en vuijle beschuldigingen mogt gezuijvert zijn”. Jan Everts zal weer worden toegelaten, maar Aaltien Hindrix dienstmaagd van Freerk Elties zal deze keer worden afgehouden “omdat door haar Broodvrouw Wijpke Hindrix, in tegenwoordigheijd van veelen, met zeer leelijke en schandelijke zaaken waar betigtigt en beschuldigt.” Dit verslag ondertekend door
T. Themmen Pastor, Hindrick IJans, Dese letteren A I heeft Arent Jakobs getrokken met eijgener hand, ter presentie van mij ondergeschreven T.Themmen Pastor, Willem Claesen, Waldrik Nantkes.

2 september 1714 Jan Everts heeft weer gecommuniceerd, Wijpke Hindrix, huisvrouw van Freerk Elties, heeft zich vrijwillig onthouden

3 juli 1715 “ Questie tusschen de ouderling Arent Jacobs en Waalke Jeltes ontstaan in vrede bijgelegt” en “De huisvrouwe van Peter Peters, Dewer Eppes om boven gemelde reden tot de gemeenschap van des Heeren tafel niet genodigt”
“ is besloten dat voortaan om reden in plaats van Spansche wijn Fransche int H. Nachtmaal zal gebruikt worden.”

20 september 1715 Dewer Eppes nog niet genodigd.

13 maart 1716 Dewer Eppes nog niet genodigd “om dat zij zich noch niet onthoudt van zich zelf in haar begaane misdaat te regtveerdigen. Anje Freriks is wederom genodigt na dat zich met haar Oom de ouderling Henrik Jans over haar misslag hadde verzoent. Wijders zijn Jan Mennes en zijn huijsvrouwe en Walrick Nantkes met zijn huisvrouwe wederom verzoent en genodigt”

19 juni 1716 Zaak Dewer Eppes blijft in vorige staat

18 september 1716 “is door de Pastoor ingebracht dat mr. Berent Leenderts schoolmeester en zijn huisvrouwe Henrikien Alberts zich zelfs van het H. Avondm. zouden onthouden wegens gegeven ergernis maar de E. kerkenraadt heeft daarenboven beslooten dat zij niet zouden mogen toegelaten worden om dat ergerlijke wangedragh begaan an Eltio Edzars deenstmaagt Anna….”

19 september 1716 “Op verzoek van Dewer Eppes wederom kerkenraadt gehouden in de Pastorie, om de versoening te verkrijgen met Frerik Elties en zijn huisvrouwe Wijpke Henricks, maer heeft (niet tegenstaande alle angewende middelen van de Pastoor en ander leden van de kerkenraadt) noch niet kunnen geschieden. blijft dan deze saak noch in vorige staat”

10 december 1716 Besloten “dat de schoolmeester Berent Lenerts wederom zoude genodigt worden de wijl zijn zaake voor het E.E. Gerichte tot Farmsum was afgedaan van gelijken ook zijn huisvrouwe Henrikien Alberts welke daarop heeft gecommuniceert dog haar man niet”

19 maart 1717 Visitatie rapport van Pastor M. Croons en ouderling Arent Jacobs. “dat Tamme Ates, Frerik Hajes en zijn huisvrouwe Arentje Henriks, Peter Jans en Grietie Klasen zijn huisvrouwe wederom met Berent Lienderts schoolmr. verzoent waaren en zijn ook weer genodigt.” Ook verklaren pastor en ouderling dat Berent Lienderts schoolmr. en zijn huisvrouwe Henrikien Alberts tegen het besluit van de kerkeraad van 18 september 1716 niets hadden , maar daarin berusten “ en zeiden dat zij daarin niet van de E. kerkenraadt waaren verongelijkt gelijk als vantevoren wel gezegt hadden en beloofden noit daar van wederom te zullen spreken en zijn daaop ook wederom genodigt”

12 september 1717 “dat Louwke Jans huisvrouwe van Tonnis Hiddes zich van het H. Avontmaal hadde geabsenteert (dat gekomen is op den 20 Junius laast) om dat de kerkenraadt haar wilde verstaan over de slagerie begaan met Grietie Jans de huisvrouwe van Henrik Jans en dat zij dit ganse vierendeel jaars maar zeer weinig maalen is in de kerke geweestm en nu onlangs wederom met de zelve Grietie Jans , zij en haar man Tonnis Hiddes beide handgemeen zijn geweest zo dat de nabuiren zijn tot hulp geroepen en zij ook door Reint Edzarts zijn gescheiden” Ze worden voor vrijdag 15 september opgeroepen voor de kerkenraad te verschijnen.

15 september 1717. Tonnis Hiddes en zijn huisvrouwe Louwke Jans “zijn voor de kerkenraadt verschenen en hebben berouw en leedtwezen getoont over haar gegeven ergernis met beloftenis van zich in het toekomstige voor zulks te wagten en zijn daar op wederom na een ernstige vermaning tot de gemeenschap van des Heeren tafel toegelaten.”
In de saken van Dewer Eppes heeft de kerkeraad verzoening gezocht tussen Frerik Elties en zijn huisvrouw Wipke Elties, zodat Dewer weer naar het H.A. mocht gaan, maar dit mislukt en “alzo Dewer noch niet na behoren te werk gaat. blijft derhalven in vorige staat “

25 maart 1718 Zaak van Dewer Eppes blijft nog in voorige staat

17 juni 1718 Zaak van Dewer Eppes “ is zeer verergert alzo zij het lasteren van haar evennaasten niet wil nalaten”.

16 december 1718 Zaak van Dewer Eppes blijft in vorige staat

31 jul 1719 “Een groote onlust was gerezen tusschen Maije Aapkes huisvrouwe van Jacob Henriks en Auke Bokkes huisvrouwe van Jan Joosten”. Auke zou Maije in heer eer hebben gekrenkt. Verzoening lukt niet.

22 september 1719 Deze zaak blijft onafgedaan omdat Maije zeer ziek was.

10 december 1719 nog steeds geen verzoening tussen Maije en Auke, beide wordt het H.A. voor dit maal ontzegd.

21 juni 1720 Zaak tussen Maje Aepkes en Auwke Bokkes bijgelegd, worden weer toegelaten

22 december 1720 “een saak van Frerik Eijses dat hij met een meijd soud vleeslijke conversatie gehad hebben , en sij seijde , dat sij van hem kramen soud, dog hij onkent sulks, word dierhalven het nagtmaal bij provisie uit aller naam ontsegt”

21 maart 1721 Frerick Eijses weer genodigd.

--------------------------------------------------------------------
1723-1743 ontbreekt
--------------------------------------------------------------------

10 juli 1743 “ De schoolmeester ernstig vermaant en aangezet, om in den zomer zo wel als in den winter school te houden, alzo zulks ten hoogsten noodzakelijk en nuttig is, voornamentlijk voor deze plaatze”

20 december 1743 Kerkenraad heeft besloten “om Derk Hindriks Smidt en zijn huisvrouw aan te zeggen, datze alhier het avontmaal langer niet konden houden nu zij al over het jaar tot Delfzijl hadden gewoont”

28 februari 1744 Besloten “om Grietje Jans, huisvrouw van Eppe Hindriks en Hindrik Hindriks aan te zeggen zig van wegen de voorgevalle slagerijen, van het avontmaal te onthouden”

2 maart 1744 “voorgeroepen wierd Meinert Harms die daarover geergert was geweest om dat de Predikant geleert hadde dat openbare gruwelstukken tegen godsvreze streden, dog hier zulks nu als een waarheit beleet met den Predika… en darom met een vermaning weggezonden”

2 oktober 1744 “ voorgemelte Grietje Jans wedu. van Eppe Hindriks in plaatze van leetwesen te belijden over hare schandelijke en aanstotelijke wanbedrijven, in tegendeel haar godloos doen goetkeurde, en hare schult door vele schandelijke en smadelijke uijtdrukkinge vermeerde, waarom zij niet eerder tot de tafel des Heren konde toegelaten worden, ten zij ze ten minsten, daarover berouw beleet”

5 maart 1745 “ bekent gemaakt wiers dat Grietje Jans weduwe van Eppe Hindriks erkentenisse beleed van hare ongeregelde daden en woorden met verzoek om wederom tot de Tafel des Heren toegelaten te worden “
[hierna doorgekrabbelde regels]

19 juli 1749 “ goetgevonden dat de gene die zig in de voorledene weken aan twisten en gekijf aan schelden en slagerijen, dat onmogelijk in Christus koningrijk kan plaatz hebben, voor ditmaal van het H. Avontmaal zig onthouden zouden, tenzij zij wederom waarlijk verzoent waren “

27 september 1748 “ voorafgemelde leden betuigden onder malkander verzoent te zijn “

16 oktober 1750 Grietje Jans wed. van Eppe Hindriks en Hemme huisvrouw van Jan Arends, die enige tijd in vijandschap met elkander hadden geleefd, werden voor en door de kerkeraad met elkaar verzoend en beloofden beterschap en verzochten om weer in de gemeenschap der Kerk, waarvan zij enige tijd verstoten waren geweest, weer opgenomen te worden. Dit werd toegestaan.
“wierde ter selver tijd in omme vrage gebragd hoe men sich omtrent de schandelijke op voering van Hinderk Jaspers vulgi Vischer gedragen sou, als geevende door sijn onordentlijk suipen en swelgen, oneenig leeven met sijn huisvrouw vloeken sweeren en misbruiken van Gods, en ovrigen ergerlijken wandel een ijgelijk anstoot en ergernis, en wierd goedgevonden, om dat hij doch door het blindweer des Satans geen vreese Gods meer besatt, om sich dieswegens bij den Politijnen Rigter te beswaren, dat die na formen regtens met hem handelen mogte. “ [ afschrift van acte, ondertekend door Cornelius Heeren Pastor, Bartelt Aikes als Ouderling, Isebrand Jans als Ouderling, Claas Vos als Diaken, Oomke Freeriks aks Diaken]

5 januari 1751 ”seeker vrouw deeser gemeinte, namen Willemke, die sich reeds ¼ jaer van te voren had angegeven, om hier te willen communiceeren, maer om haer gedrag wat nader na te vorschen tot dato deeses was terug geweesen, om dat se sonder opspraek leefde tot de Tafel des Heeren toegelaten, sij had hier anders in langen tijden niet gecommuniceert, angesien sij van haer laeste woonplaetse sijnde Scheemderhamrik geen attestatie konde becomen, dog dewijl sij hier geboren en tot lidmaet der gemeinte regtens was angenomen en voorts onergerlijk leefde, wird se des niet tegenstaende toegelaten”

8 oktober 1751 “ De Diaconen tot hun pligt wierden aengemaant, om naukeurig agt te geven, op de Diaconie kinderen, of die vlijtig ter school gaan, als mede na te zien, of die menschen bij welcke soo danige kinderen sijn uitbesteed omtrent deselve sich wel quijten en behoorlijx behandelen “. 

1 januari 1752 “ dog bragte ik te dier tijd met in Consistorie ons oude kerkenprotocol, en las daaruit voor de wetten des Confesten? die ingevolge van welcke op niuws Jaars dag soo wel een nieuwe Ouderling als Diaconen moet verkoren worden, twelck hier in opsigt der ouderlingen een geruimen tijd versuimt was, en wilde derhalven die welke nu gaern ter uitvoer brengen, dog dwijl Bartelt Aijkes tegenswoordig ouderling reeds een man van hooge ouderdom, is die post nog een jaar lang wenschte te contunueeren, soo is om dat er niets op hem te seggen viel beslooten die bijsondere wet nog een jaar sonder effect te laten, maar hem alsdan te executeren.” 

16 januari 1752 “ of een seekere Jan Alders, die versogt had om een weeklijks onderstand, sijn begeerte sou genieten, twelck hem is toegestaan onder Conditie van vlijtig te moeten komen in Catechisatien en Predicatien om dus van sijn Helwaardige onwetenheid berigt te worden; en teffens afstand te doen van sijn ergerlijk suipen en swelgen, waarop de Diaconen sullen moeten toe sien, en soo haest hij sich in desen koomt te buiten te gaan, hunne gaven wederom sallen moeten inhouden “. 

19 januari 1752 “ wierde beslooten dat Hinderk Jaspers op sijn anhoudend veelvuldig versoek, de versochte 100 gl. op Rente sou hebben, onder die mits dat hij sijn leven sou beteren, en sich neffens sijn huisvrouw in privaat Catechisatie sal laten onderwijsen in de gronden des Xtendoms, waar van een acte geslagen is, van hem en de kerkenraad ondertekend, die bij het kerken Protocol te vinden is en daar bij sal moeten blijven “

31 maart 1752 “ voor ons verscheen, Trijncke Jans, wed. van Pieter Okkes, die door eene seer slegte opvoeding van haar kinderen, en sondige huishouding, veelen immers den Predicant en kerkenraad al lang geërgert hadde, waarom se, dewijl ik in de huisvisitatie haer tsedert een en ander reisen niet had konnen spreeken, om dat se tegens den tijd dat bij haer kwam uitging, nu int openbaar ernstig teffens vrindelijk vermaent wierde haer leven en gedrag te beeteren; en om niet haar selven het oordeel te eeten en drinken, haar voor deese Reise, ja soo lange van de Tafel des Heeren te onthouden, tot dat beeterschap en berouw uit haar woorden en daden blijken sal .”

9 juli 1752 Trijne Jans wed. van Pieter Okkes “ (te vooren gemeld ) “ blijft nog onder Censuur.

13 oktober 1752 Trijne Jans wed. van Pieter Okkes vraagt en krijgt weer toegang tot het H. Avondmaal “omdat se sich immers voor ’t uiterlijke onberispelijk gedroeg”

18 januari 1754 “ dat Trijne Jans wed. van Pieter Okkes van mij in de huisvisitatie ernstig vermaent is, om de ergernissen die soo se seide sonder haar weeten en in haar afwezigheid, in haar huis bijzonder op die dag des Heeren, weg te doen; twelck sij heeft aangenomen , dog mogelijk haar kwaad siende, God geeve haar levens betering, tot des Heeren Tafel niet is genader, waertoe sij trouwens van mij ook in geenen deele gedodigt was”

12 april 1754 “ Proefpredicatie gehouden, maar geen kerkenraad, omdat beide ouderlingen en een diacon absent waren “

12 juni 1754 “ dat Hemcke Jans sig eenige tijd alleen uit haat teegens Grietje Jans wed. van Eppe Hinderks van des Heeren tafel heeft onthouden en in dat duivels werk ook nog volherd, waarom haar in de visitatie terwijl sij wegens dodelijke onkunde en vleeschelijke gerustheid geen meedelijden met haer selven heeft, haer hebbe opgedragen an de hartveranderende genade Gods, haer voorts seggende dat sij in dien staat ook als een onnut en verrot lid van ons wede angemerckt; als meede heeft Aafke Oomkes huisvrouw van Pieter Derks, en Trijncke Jans wed. van Pieter Okkes sich eenigen tijd van de tafel des Heeren onttrokken, waervan haer de reeden, bij de naaste gelegenheit sal afgevraagt worden”

6 oktober 1754 ”ook besloten, dat Hemcke Jans wed. van Jan Arends, als meede Jan Alders tegens aenstaende vrijdag geciteert zouden worden “.

11 oktober 1754 omtrent Hemcke Jans “dat genoemde vrouw door veel schampere woorden en hatelijke uitdrukkingen geweigert had an die citatie te voldoen; ten blijke van hare volharding in den dienst der sonden en dat Jan Alders door gemaakte siekte te bedde lag en is besloten genoemde vrouw an den Heere op te dragen, en hare bekeering in den gebeede te soeken voorts ook ter naasten te besluiten , wat weegen men verder met haer sal inslaan; en dat Jan Alders sijn genot van de Diaconie sal onthouden worden heen ter tijd dat hij compareert.”

10 november 1754 “in omvrage gebragt of dat Antje Derks op haer veelvuldig versoek (daer sij anders te Jukwert woonde, maer daer geen verblijv meer konde hebben ) hier een woning mogte hebben, en is besloten , dat sij de hutte soude vergunt worden voor desen winter, onder die mits dat wij ons om haer person geensins verpligteden, maer omtrent haer kinderen de helfte neffens die van Jukwert wilden contribueren.”

17 november 1754 “geciteert was Wiard Jans, die op eene onbetamelijke wijse onderstand voor sijn soontje geeischt hadde, om hem daerover in ordentelijkheit te verstaen en dies noods sijnde hem te helpen; maer terwijl hij sich onttrolken heeft van de citatie te gehoorsamen, soo is de inwilliging van sijn versoek, ook heen ter tijd dat hij compareert verschoven “

24 januari 1755 “ Proefpredicatie gehouden en daerna kerkenraad, waerin berigteden, dat in de visitatie met de Reekenmr. Vos als ouderling, wederom ten huise van Hemke Jans geweest was, om dewijl deslve an de Citatie te voren niet voldaen hadde, haer op die wijse ware het mogelijk door een vrindelijke vermaning te winnen, dog dat ook dit te vergeefs geweest is, waerom haer aen de bekeerende genade Gods te hebben anbevolen, wij van haer waren gegaen gelijk ook Trijneke Jans nog geen gezigte heeft betoont te hebben van haer wangedrag, en dus ook tot nog toe van des Heeren Tafel diende geweert te worden. “

11 april 1755 “ geen nieuwe ergerlijkheeden deeden sich door Gods Goedheid op; blijvende ondertuschen voornoemde , wegens haer hartnekkigheid in het kwade nog onder Censur “

13 juli 1755 Besloten “ dat Anje Tiddens, onmagtig om haer selven langer te geneeren, op haer versoek, een weeklijks onderstand sou hebben , waer van het hoeveel an de discretie der Diaconen na mate de Cas vermag, is overgelaten “

18 juli 1755 “ blijvende ondertuschen Hemke Jans en Trijnke Jans nog onder Censur. “
16 april 1756 “ dat Hemke Jans wed. van Jan Arends, en Trijke Jans wed. van Pieter Okkes nog hartnekkig voortgaan in ongeregeltheeden, en dus ook nog tot hier toe buiten den gemeenschap der Kerke gehouden worden. “

9 juli 1756 “ dat Hemke Jans en Trijnke Janstot ons leedweesen als nog onder Censur blijven “

4 oktober 1756 Besloten “1.Dat de diacenen Hindrik Wessels timmerman, om dat het de kooppenningen van het huis, gelijk het eerste termijn niet betaelt , en na alle waarschijnlijkheid van die man in vervolg van tijd niets goeds te hopen is, an te seggen dat de koop vernietigt is en hij anstaende maij wederom moet vertrekken, mits dit lopende jaar behoorlijcke huir gevende” 
2. Dat de laast afgegane boekhouder Harm Meinders ingevolge verpligting, Cornelis Fockes van de warven sal anseggen om in korten tijd, de beloofde 14 guldens, soo Hilje Jans voor anderhalf jaar bij hem verdient heeft, te betalen, of anders hem direct door gerigtelijk mandaat antespreeken
3. Dat deselve ook de agterstallige renten, van Geert Geerts op de beste wijse sal innen.
4. Sijn de diaconen geauthoriseert om de Armen hut of Diaconiehuis, waer het nodig is, te laten repareren.”

15 oktober 1758 “is wegens mijn siekte proefpredicatie gehouden, door Dom. Hofman van Uitwierda”

22 oktober 1758 “Is, (om die selve reeden ) het H. Avondmaal hier uitgedeelt door Dom. J. Sissingh van Tjamsweer”

1 januari 1759 “Den 1 sten Januarij sijn de Mans Leedematen door het aantrekken der Klock geconvoceert in de Pastorij weegens mijn lichaams swakheid, om volgens gewoonte een nieuwe Ouderling en Diaken te verkiesen ….”

14 januari 1759 “weegens mijn anhoudende swakheid proefpredicatie gehouden door Dom. Gockenius Pred. te Delfzijl “

21 januari 1759 “om die selve reeden het H. Avondmaal hier uitgedeelt door mijn swager G. Abbring Pred. te Oosterwijtwert”

12 juli 1761 “ben ik Fokke Kniphuijsen Farmsumo Omlandus van Siddeburen alhier beroepen zijnde, ingezeegent door D. Brucherus van Heveskes en D. Pabus van Farmsum, predikende de laatste over Luc. 10 : 5,6 en ik mijn intree doende met 1 Cor 10 : 23,24 dog wij prediken C. den gekruijsten etc. 
Naa 4 Jaar 9 maanden en 15 dagen zijnde den 27 April des Jaars 1766, hebbe ik wederom hier mijn afscheids-reden gedaan uijt Openb. 3 vs 3a……zijnde hier op vertrokken naa Ingen in Gelderland in de Neder betuwe “

29 september 1762 “hebben wij Consistorie naa voorgaande proefpredicatie gehouden, en de rollen der Ledematen voorgeleest zijnde, hebben wij bevonden dat die nog in leeven sijnde, soo verre ons bewust was, wel konden toegelaaten worden tot ’t heilig avondtmaal “…
”so beslooten met eenparigheid van stemmen om het geld, dat ’s achtermiddaags vergadert word, dewijle het hier bevoorens noeijt in gebruijk is gweest om voor de armen ’s achtermiddaags de buul te laaten omgaan, afsonderlijk aan te teikenen en te bewaaren om het in cas van nootsakelijkheid tot een Godtvrugtig einde te gebruijken “.
[ondertekend door voltallige kerkenraad] F. Kniphuijsen Pastor, Lubbart Pieters Ouderlingh, Sijbrant IJans, Oomke Frreriks als djaken, Abel Eltjes als djaken.

23 maart 1763 [ doorgehaald verslag zitting Consistorie, alleen de namen Tjasse Pieters en Bouke Derks zijn huisvrouw zijn nog leesbaar, en de ondertekening door F. Kniphuijsen Pastor, Lubbert Pieters Ouderlijng, Abel Eltjes als Diacon en Fiebe Hindriks als djaken]
[het vervolg op ander blad is niet doorgehaald: “ Het oordeel des Kerkenraats Tiasse Pieters bekent gemaakt zijnde heeft deselve sig gewillig onderworpen, en in teegenwoordigheid van Lubbert Pieters Schultbelijdenisse gedaan en dus weder de hand van Vrindtschap gegeeven. “

26 december 1763 “In welke ons voorgedragen wierde van Harm Meinders en de kerkvooght Tiasse Pieters hoedat de Hoog Wel Geboren Heer van Farmsum als Unicus Collator van Weiwert wel wilde toestaan aan de begeerte deeser Gemeinte om in plaatse van de Schoolmeester Jans Jacobs die door ouderdom en lichaams swakheeden niet wel in staat meer is om de Kerk en Schooldienst naa behooren waar te neemen, een bequaam en Godtvreesent man te stellen mitz wij den ouden Meester voornoemt van de Diaconij penningen behoorlijk onderstandt deeden, waar op eenparig beslooten is met volcomen genoegen van de meester Jans Jacobs dat Hem ’s Jaarlijks soude worden toegelegt sestig gl. ’s weeklijks te trekken beginnende met de komste van de nieuwe Schoolmeester, mitz de Schoolmeester Jans jacobs voornoemt, zijn wooninge of verblijf hier te Weiwert steedts bleef behouden dog alles onder approbatie van de Hoog Wel Geb. Heer van Farmsum Unicus Collator. aldus met wederzijts genoegen beslooten, en met onderschrijvinge onser naamen verteekent.
F. Kniphuijsen Pastor, Lubbart Pieterz alz ouderlingh, Abel Eltjes als diacon, Fiebe Hindricks als dijaken, Jannes Jacobs schoelmester “

2 april 1764 Klaas Pieters verzoekt om 33 gl. van de Diaconie penningen op rente te mogen hebben, wat geaccordeerd werd. “gevraagt of er ook iemand iets hadde in te brengen teegen deese of geene van de voorgeleesene Leedematen wierde geantwoord van neen” . Sibrant Jans vraagt uit naam van Derk Geerts en Jan Derks “op wat wijze ik haar uijt de kerke geweesen hadde , ende geantwoord sij sulx zelfd wel te weeten, soo dit soo was. “ Omdat deze personen zelf niet gekomen waren, “niettegenstaande thuis zijnde”, werd besloten niets te doen, “te meer om dat geene van beide Lidtmaat is” [weer ondertekend door voltallige kerkenraad]
F. Kniphuijseb V.D.M., Lubbart Pieterz alz ouderlingh, Sijbrant IJans, Fiebe Hindricks ald dijaken , Harm Meinders.

17 april 1765 Kerkenraad met Pastor F. Kniphuijsen, ouderlingen Sijbrant Jans en Lubbert Pieters en diaconen Harm Meinders en Bartelt Reins. 
Aalf Albers wil gaan verhuizen naar de woning van Grietjen Jacobs, waarbij hij het achterhuis en zij in de kamer zal wonen. Indien de eigenaar wilde toestaan het huis te vergroten en Aalf het op eigen kosten bewoonbaar wilde maken, gaat de kerkenraad accoord, omdat de boekhoudende diaken te kennen geeft dat hij “geen geld en hadde om dat huijs gelijk het behoorde te laaten opmaaken”
Voor Jan Vegter heeft de diaconie van Eppenhuizen en ’t Zand in Weiwert een woning gemaakt. De kerkenraad wil weten of “de kinderen die sij hier mochten komen te gewinnen op onse of hunne Lasten souden sijn, gelijk ook de reden, als Jan wijders onderstandt nodig mogte hebben. “ De diaken harm Meinders heeft hierover met de Richter gesproken, die gezegd had dat de kinderen tot de lasten van de diaconie van ’t Zand en Eppenhuizen, die daarop moest worden aangesproken. De diakenen werd opgedragen met de eerste gelegenheid “dit tot een effect sullen tragten te brengen , en daarvan ons weder rapport doen” [Met andere pen bijgeschreven ] “ gelijk ook geschiet, maar van geen voldoenend gevolg geweest is, waarom dat stuk bij ons levendig blijft en eindelijk gewonnen is”
“Wierde voorgesteld of Klaas Bruges geboortig van Farmsum getrouwt aan Trijnje Pieters van hier, en hier tans ingehuurt, of dezelve ons niet behoorde te besorgen eene dugtigen verklaringe, dat de diaconie van Farmsum hem en de kinderen half tot hunne laste wilden blijven behouden bijaldien hij eens tot armoede mogte te vervallen.dit voorstel wierde voort goed gekeurt en beslooten het hem bekent te maken.
Dit besluit is ook genoomen in opzigte van Hilke Pieters en sijn huijsvrouw Hindriktien [Met andere pen ingevuld ] Aapkens geboortig van Loppersum “
“voorgesteld zijnde of er ook iets in opsigte van mijn doen of spreeken te berispen viel, is geantwoord van neen; maer wanneer ik mijn ongenoegen toonde over de gedraginge van Harm Meinders in opzigte van mij, is ( naar dat de ouderling Lubbert Pieters sijn ouderlingschap neerleggende weggegaan is, en Harm Meinders sig hier over geheel verstoort tonende, dagende sijn meede Diacon uijt naa buijten) de vergaderinge vrugteloos in ’t geene nog hadde moeten vereffent worden; gescheiden. F. Kniphuijsen “

14 juli 1765 
“ gehouden des H.H.Avondtmaal, praesente Leden waaren
Manspersonen F. Kniphuijsen V.D.M., Feibe Hindriks, Oomke Freerks, Bartelt Reins en anderen meer
Vrouwspersonen Bartha Kniphuijsen geb. Schelkes, Imke Derks huijsvr. van Feibe Hind. en andere meer
Absenten Lubbert Pieters , Harm Meinders, 
Schoolmr. Tuijmelaar en sijn huijsvrouw welke wel een attestatie van Lidtmaatschap vertoond heeft, maar nog niet eens aan de tafel des Heeren verscheenen, zijnde naa ons oordeel het zeker ook niet waardig, als seer ongodtsdienstig en onverbeeterlijk. de Heere ontferme zig over dat arme schepsel gelijk ook over de man, en geeve de bekeeringe ten leeven , neffens alle de indrukkeloosen en hartnekkigen in deese Gemeente F. Kniphuijsen”

6 oktober 1765
“ alhier gehouden des H.H. Avondmaal, praesent Leeden waren [zie lijst lidmaten]
12 en 10 / 22
5 en 7 / 12
34

.. oktober 1765 [randje afgescheurd] “Js in plaatse van den overl. ouderling Sijbrant Jans weeder met [meerd]erheid van stemmen tot ouderling in des[sen] plaatse verkoosen de EE. Feibe Hindriks, [die] naa dat de selve tot drie reisen toe de Gemeinte [in ‘t] openbaar als sodanig is voorgestelt, op den 27. daar an volgende ook is bevestigt geworden “

1 januari 1766 is volgens gewoonte de verkiezinge van ouderlingen en Diaconen geschiet en in plaatse van Lubbert Pieters, die sig [de] kerkelijke bijeenkomste tot hier aan toe onttrokken heeft, [en] niet gepoogt sig met ons te vereenigen, schoon wij niet weten …. de minste reeden gegeeven te hebben, dewijlen het getal der ………..eren volledig behoort te zijn, verkosen de EE. Wiert Jans, tot Diacon in plaats van Harm Meinders Oomke Freeriks, welcke personen naa drie malige voorstellinge op den 19. janu. 1766 in hunne bedieninge bevestigt zijn “

20 maart 1766 “art.3. aangaande het visiteeren, voor deese reise wegens mijnen beroepinge naa ergens elders t.w. Ingen, ontslaagen “ [ondertekend door voltallige kerkenraad]
F. Kniphuijsen V.D.M., Fiebe Hindriks als ouderling, Wijert Jans [bijgeschreven “ overleden”]
Bartelt Rients als Boeckho……, Oomke Freeriks als diaaken.

27 april 1766 [ doorgehaalde aantekening van Ds Kniphuijsen, waarin hij de tuchtgevallen in de gemeente bespreekt, deels nog leesbaar ]
“……….dese reis met deese Gemeinte het H. Avondtmaal des Heeren gehouden hebben, en het grootste gedeelte der Gemeinte daar met ons gecommuniceert , uijtgezondert als [ volgt volledig doorgehaalde naam of 2 namen] , schoon onse uijterste poging [ weer compleet doorgehaalde woorden] zelfs nog ten derden maale naa sijn huijs geweest en de vrouwe versogt om met haar man die ik niet thuis vonde des avonds aan mijn huijs te komen, willende Feibe Hindriks ook versoeken sam[en] het verschil tusschen haar ……………….. te leggen, dog niet teegenstaande de ouderling … Hindriks en zijn …………….. en sijn vrouw agter gebleeven, gelijk se ook tot het einde toe halsterrig zijn geweest, en haar boosaardigheid en vijandtschap vertoond hebben, en ook in opzigte van mijn afscheidtspredicatie sij selfs niet hebben willen bijwoonen, als daarom wij die menschen als onverbeterlijk overgeven , de Heere ontferme sig over hen……………bekeeringe, gelijk ook onsen Meester Tuijmelaar en sijn vrouw, die wederom ten 2den male sig teegens ons angekant heeft, en sijn ingekankerden bitterheid, wegens ons ontdekkent prediken, ’t geen hij niet heeft kunnen verdringen, en door ongegrondwe gevolgtrekkingen wat wij hem evenzo wezen end ………van hebben zoeken te onderrigten, dog tevergeefs, op velerleij wijse vertoond heeft.
daar en booven Lubbert Pieters en zijn vrouw als ook Harm Meinders, welke door de ouderl. Feibe Hindriks en Diacon Oomke Freerks tot aflegginge van alle quaatheid en boosheid vermaant sijnde, en van haare onbetamelijke handelwijse eenigsins belijdenisse te doen, en tot ons weder te keeren, sulx evenswel niet hebben willen doen, of de meester, die ons niet de minste blijk van smerte of berouw, maar wel het teegendeel op veelderleij wijze vertoond heeft van sijn schandelijke, Godts Pastor nadeelige en ons in ’t herte bedroevende gedragingen, en 2de maal openbaar afwijkinge, soude gebots weder met haar toegelaten worden, ’t geene wij volgens den Woorde Godts en Conscientie nalaten het hebben kunnen doen ons in het hart de hardigheid en onbekeerlijkheid van die menschen. De Heere ontferme sig hunnes, en geeve se bekeeringe.
Aalfs Alberts wegens verschil met Lubbert Pieters is meede afgebleeven
Mijntje Jans, die ook een gedaante van Godtsaligheid vertoond , dog de kragt daar van aan ons soo lang wij hier sijn geweest niet vertoond heeft, maar grotelijk het teegendeel; als ook
Engel Sijfkes en deesen en geenen ………kkelose halsterrige en onbuijgzame , met dien wij op geenderleij wijse, wat lanckmoedigheid wij ook gebruijkt hebben……………getrouw en openbaar de weg ten leeven voorgehouden hebben, sich kunnen overreeden, alwaarom se hebben moeten overgeeven gelijk wij den Heer mede overgeven en onsze arbeid sluijten 
27 April 1766 F. Kniphuijsen “

4 mei 1766 “Hebben de Ringbroeders dese herderlose Gemeente beginnen te stigten door Prediken, Sacramenten te Administreeren en alles te doen wat haar dies angaande op lag, tot den 20 Juli incluis. zijnde den 15 Juni het Avondmaal bediend door Ds Brucherus van Appingedam nadat den 8 Juni Proefpreek, en consistorie waar weest (waarbij niets bijsonders voorviel) “

27 juli 1766 “ben ik Andreas Nomdes Bronsema Dammona Omlandus, door den Hoog Welgeb. Heer Rengers, Heer van Farmsum, Siddebuiren etc. als primarius collator, neffens andere collatoren, sonderling de HoogWelgeb. Mevrouw, weduwe Rengers, vrouw van Oosterwijtwert etc. etc. van Freepsum in OostF.land beroepen en ingezegent door de V.D. D. Pabus en Waalkes, predikanten”

28 september 1766 “ des Heeren Heilig Avondmaal gehouden , en uitdeeld door A.N. Br.sem. hujus Loci Pastor. , na reets voorafgegane Proefpreek, en Consistorie, na gewoonte, met den gebede begonnen, en geeindigt; bij welke gelegentheid van Proefpreek en Consistorie niets bijsonders is voorvallen als dat
Art. 1 gebleken is dat voor vermelde, verschillige personen, weer verenigt zijn.
Art.2 dat Hemke Jans en Trijnke Jans, wegens wangedrag, in vorigen vermelt, den Tafel des Heeren verboden, ten tijt van erkentenis, en beterschap des levens, daar op nu beide ingevolge begeerte, tot genoegen, weer tot de genieting van ’t H. Avondmaal zijn toegelaten.”

4 oktober 1767 “is Grietie Peters, wegens wangedrag aangeduid, dat ze zig had te beteren of dat men anders met haar vervaren moten. En daar bij ook Oomke Freriks , en Imke Derks, Huisvrouwe van Febe Hindriks, in ’t vriendelijke geraden om zig, wegens onderling verschil, ten eersten te verzoenen.”

15 meert 1770
“is de vrede tusschen Febe Hindriks, en Imke Derks Eh.… met den Pastor gesloten, onder conditie dat gemelde Eh… den Pastor, wegens het aangedaane leed, en verdriet, om excuis zullen vragen , en geen heerschappij meer voeren.”

17 december 1772
“is Derk Tjasses, wegens wangedrag, bij zeker gelegentheid met een ernstige vermaninge, aangeraden, zig voort, van het gebruik des naastkomenden H. Avondm. te onthouden, om de Gemeente geen aanstoot te geven, en ook, onder betuiging van zond en schuld, van den zelven aangenomen “.

31 oktober 1780 “is het verschil tusschen den Pastor, en de Schoolmr. (Tuimelaar) bijgelegt, en dat wel op een schriftelijke betuiginge van den Schoolmr., hier, om reden, geplaatst”.
“Ik ondergeschreven betuige hier door eigenhandig, dat ik zeer genegen ben, de afgebroken vrede tusschen mij en onze Ds. A.N. Brontsema weder te herstellen, en zorgvuldig te bewaaren, al waarom ook hertelijk verzoeke dat zijn eerw. mij het aangedaane leed, en verdriet vergeven, of allen aanstoot en gegeven ergernisse, ten besten houde. Met belofte , dat mij voortaan , ten zijnen opzigte, en de Gemeente, of ’t kerkelijke, zoo zal tragten te gedragen dat zijn Eerw. geen reden van misnoegen , of klagen weer hebben zal; terwijl ook de Heere hartgrondig smeken om verzoeninge mijner verkeertheden, en om heil, en zegen over zijn Eerw. persoons Heilig dienstwerk, en dus ook over de gansche Gemeente. 
onderstond. Weiwert den 31 oktober 1780 C:Tuimelaar meester “

28 november 1780 “heeft Febe Hindriks, en zijn huisvrouw, Imke Derks, haar begeerte, ter herstellinge van de afgebrokene Vrede met den Pastor, onder betuiginge van Schuld, laten anduiden door Emo Folckerts. thans Diacon alhier; dan als man daar over op ’t Kerkchoor saam kwam, kon’t op verre na niet gevonden worden; want, daar den Pastor billijk vorderde dat Febe Hindriks, en zijn huisvrouw, Imke Derks, wegens haar groote belediging, Gods zaak , in de grond, zeer nadeelige handelwijze, en gegeven aanstoot , en ergernis, Schuld zouden belijden, en beterschap beloven gelijk de Meester, als boven, zoo eischte ook zulks, Febe Hindriks, tot verwondering van den Past. slegts voorgevende, dat men wedersijds tegen malkander misdaan had, maar door dien de Past. niet na haar hoofd leven, en het in geenen deele, voor Schuld kon rekenen, maar veeleer, als zijn pligt, dat hij de waarheit, de eer, zijnes naams, zijner H. Bedieninge, en zielen verzorginge, hem zo dier aanbevolen, tegen haare bezwalking, redelijk, volgens conscientie, en den Woorde Gods had voorgestaan, en haar zoo schadelijk , en ergerlijk, niet langer konde, of wilde, laten meesteren , of nog te gedogen, dat opgemelte heerschen, haar reeds ontzegd pag.38.[ zie 15 maart 1770] , om haar penning te meer te doen gelden, volgens haaren aan zijn persoon, en H. Dienstwerk te prostitueren, en bij allerlei gelegenheden, tragten in kleinagting te brengen en nutteloos te maken, zoo verre gaande dat ze ze de zodanigen die bij hem verkeeren , met een Scheel oog aanzien, of blameren, en binnen, en buiten, her afraden, afkerig van hem maken , en tegen hem opzetten en, volgens eigen bevinding , en andere gewisse getuigenissen, zelfs gelijk, behalven de, daar op zoo stout gewordene Hindrikie Aapkes [ en Martien Jans …… onleesbaar gemaakte regel ] , om maar geen meer te noemen, Emo Folkerts, thans diacon alhier, gebeurt is, dien ze, volgens zijne ongevraagde, openhartige betuiginge, wie moet er niet over inkrimpen ! op zekere tijd, in haare huisen, voorgehouden hadden, hoe hij tog wel met een goed gemoet bij opgemelte Past. verkeeren kon, zoo blijft de zaak met reden, in statu quo, en Gode bevolen”. [ Zonder nadere feiten te noemen gaat het nog een pagina door om te besluiten met] “ evenwel zal men het de Past. niet kwalijk nemen dat hij haar niet eerst weer zal konnen bezoeken, zoo lang ze zoo staan, om ’t gemoed niet buiten noodzaak opnieuw te ontroeren, en schadelijke gevolgen voor te komen , als zig wilden schikken, konden ze bij hem komen. “

17 december 1780 “is Hindrikie Aapkes door de Weiw. Kerkenraad, om reden zij even voor ’t H. Avondmaal, ’t Spelen, en Stuit Snijden,’s nagts van een troep jong volk, in haar huis, daar zij als meester van was, gelijk over bekend is, gedoogd had, op gewisse getuigenissen, uit vriendschap geraden, om niemant der Gemeente aanstotelijk, of hinderlijk te zijn, onder hoop, en wensch van inschikkelijkheid, beterschap, en heil, zig voor dat maal, liever van ’t H. Avondml. te willen onthouden. “
30 december 1780 “op de eenpaarige Schriftl. klagte van een 11 tal, dus alle destijds, in de kerk tegenswoordig geweest zijnde Catechizanten, met naame Jacob Harms, Fokke Louwerts, Maria Tuimelaar, Grietie Pieters, Arendie Hindriks, Grietie Siurts, Bouwke Pieters, Haijke Hindriks, Trijnje Pieters , etc.
Naamlijk dat Hindrikie Aapkes, den 27 hujus in d’openbare Weiw. Kerk Av. Cathechizatie den Past. meer dan eens, of tot 3 keeren toe, stoutelijk in de rede was gevallen, en zoo als heeft tegen gesproken, als reeds beantwoorde waarheden nader uitlegde, en als dan den Past. haar billijk herinnerde ( gelijk ook alle tegenwoordige approbeerden ) dat zulks geen leerling paste, en zij zig daar van moste onthouden, als voortaan in de Catechizatie met andere wilde gaan antwoorden,
zoo sterk, en aanhoudend hebbe geroepen, getijrt, geraast, op bank, en kniuj geklopt, dat zoo Past. als alle tegenwoordige Catechizanten, uit de Kerk hebben moeten uitgaan, en haar, die voor geen billijkste reden bloot stond, wat laten hene razen, zonder de Catechizatie, ook volgens gewoonte, en na behoo, met toepassinge, en den gebede, te konnen sluiten. en tegelijk; op deszellfs instantelijk verzoek, naaml. om daar tog ten allen eersten in te willen voorzien, eer ’t van kwaad tot erger kwame, aangezien ze met zulk een schepzel, t.w. dat zoo boosaartig, en schaamteloos was, en als nergens meer na vraagde, zoo niet langer konden, of wilden Catechizeren, of ten Avondml. gaan, zoover ook Lidmaten der Gemeente waare.
heeft de Weiw. kerkenraad boven vermelde Hindrikie Aapkes , uit nootzaak, door de zaak publijk, en klaar, zoo erg, en processans was, wegens Catechiz. ( na laaste vergeefs tot boetveerdigheid aangemaant te hebben) zonder tijd verzuim, of verderen omslag, als wel overtuigt van den waarheid der zaak, als zijnde het nopens den tegenwoordigen Past. zelve gepasseert onder 11 getuigen, en ook niet belust zijnde, om met zulk een mensch, welke zelfs voor geen billijkste reden, vermaningen, en bestieringen , na den Woorde Gods, bloot staat, als ’t haar niet na ’t sin is, gelijk uit de klagte blijkt, en ook de Past. zelfs, tot zijn smerte, al meer, dan nu, ondervonden heeft, nog eerst wat waar te harrewarren, later affronteren, of bedreigen, hoezeer ook alomme haar zaken weer op te sieren, en schoon te maken.
om allen verderen onheil voor te komen, ’t Antw. in d’openb. Weiw. Av. Kerk Catechizatie, en ’t gebruik des H. Avondmaals ontzegt, gelijk door dezen doed, bij provisie, of volstrekt, zoo ver ’ t kon, of moste, om gemelde reden ten zijdze berouw heb, en openbaar in de kerk voor God, en de Gemeente Schuld belijde, en beterschap belove, en betoont. Waartoe haar de Heere genade geve, en de Kerkenraad haar ook ernstig wil vermaand hebben, en als zij daarna ook gantsch niet hoorde, maar als een onbezonne kwaardaartig voortging daar tegen aan te druisen, dreigen, blameren, verdraaien, gelijk ze ook ten tijde des naastvoorgaande Avondmaals maar dapper gedaan heeft (gevende ook nog zelfs daarbij tot het uiterste toe, in de kerk , aanschijn datze zou willen aangaan) als men haar, dog slegts, wegens ’t Spelen en Stuitsnijden, in haar huis gedoogd (op hoop van beterschap ’t Avondml. alleen voor dat maal, had afgeraden ) dat men dan anders met haar zou moeten vervaren.
Act. Weiw. dn. 30 10br. 1780. A.A. Bronsema P.L., Febe Hindriks, Oomke Freriks ouderl., Eme Folkerts dia. “

25 september 1781 “is op begeerte van Hindrikie Aapkes alhier Kerkenraad gehouden , op hoop, dat ze nu eens eenmaal, tot nadenken, en ware boetveerdigheid zou gekomen zijn. maar die hoop verdween haast. “ Zaak blijkt net zo te verlopen als vorige maal. Kerkenraad besluit “datze nooit wederom tot onze Kerkgemeenschap of ’t gebruik des H. Avontmaals alhier zou worden toegelaten worden, voordat ze haar kwaad in dezen met een waare boetveerdigheid opentlijk in de kerk voor God , en de gantsche gemeente betuige en beterschap belove, en eenigszons zig ook na den inhoud des formuliers nopens de wederopneminge der censureerde of eene afgesnedene bepaald, gedrage.” 
“ Als de Past. bij deze gelegenheid vraagde, of de Leden des Kerkenraads ook iets tegens zijn leer, of leven, hadden in te brengen , zoo was daarop aller antwoord van neen, gelijk het ook was op zelvige vraag nopens de overijge Leden des Kerkenraads an der Gemeente”
Actum Weiwert den 25 Septemb. 1781 A. N, Bronsema P.L., Oomke Freeriks als ouderljng, Bartelt Rients olderlijng Emo Folkerts Diaken en Jacob Harms diaken “

2 december 1781 Predikant verklaart dat hij ditmaal niet in de visitatie zal kunnen gaan “om bijsondere reden”. Tevens dat hij 7 oktober, voor het laatste Avondmaal, alle huizen , slechts één uitgezonderd, had bezocht, en overal alles wel bevonden, met name dat het beleid van de kerkenraad in tuchtgevallen als genoegzaam werd beoordeeld, gezien ook een eigenhandige bevestiging door Fokke Louwerts, C. Tuimelaar Schoolmr., Remke Edzers, en Jacob Harms Nieboer van 19 oktober. De mensen onder censuur- Febe Hindriks en zijn vrouw en Hindrikie Aapkes - heeft hij niet weer bezocht. “als zig wilden schikken, mogten zij bij hem komen”. Volgen nog 2 pagina’s met een terugblik over die tuchtgevallen.

20 mei 1782 “betuigde Febe Hindriks vir zig en zijn vrouw Imke Derks, tot genoegen van den Past. met leedweezen voor dem kerkenraad , in de Naame des Heeren op ’t Choor der kerk vergadert, plegtig, datze zig, om’t maar zagt en kort uit te drukken, in’t kerkl. nopens den Pastor en de Gemeente, niet zoo hadden gedragen, en gehandeld, als ze mosten. en dat ook voortaan, als hier met de woon gebleven waaren, zouden getragt hebben, te verbeteren. Op welke betuiging haar ook de kerkl. attest. na Wagenborgen toegestaan; en onder zegenwensch. afgegeven zijn. “

24 februari 1783 “ ( gelijk ook de gansche Gemeente van den Predikstoel zal bekent gemaakt worden) heeft Hindrika Aapkes, welke, gelijk over bekent is, in ’t bijzonder, wegens haar openbare, ongehoorde, en strafbaare opstant in onze Kerk Catechizatie, waar door ze zig tegen God, tegen haar Wettigen Leeraar, en tegen de Gemeente bezondigt had, door de Kerkenrd. billijk gecensureert, en opgelegt was, daar over zig te verootmoedigen en openbaarlijk in de Kerk Schuld te belijden, en beterschap te beloven, alvorens zij weder tot het gebruik des H. Avondmls. zou toegelaten worden, in zoo verre voldaan, datze heden dato, op haar begeerte, door de meeste toegestemt, in plaats van voor de gansche Gemeenste, volgens beklijfde sententie, alleenlijk voor den Kerkenraad, die ook de Gemeente repraesenteert; op ’t Choor der Kerke plegtig saam vergaderd, hier over breouw betoont, schuld beleden, verzoening, en bevrediging, verlangt, bekomen , en ook tegelijk belooft heeft zig voortaan te zullen gedragen als een gehoorzaam leerling, en waardig lidmaat dezer Gemeente betaamt, en is daar op ook, volgens begeerte, weder in onze Kerk-Gemeenschap op en aangenomen en tot het gebruik des H. Avondmaals toegelaten. Wij twijfelen niet, of de geheele Gemeente zal daar over voldaan zijn, en zig verblijden, datze als een afgedwaald en verlooren schaap, eindelijk eens tot de kudde zijn wedergekeert , en voortaan ook wel weder met haar willen communiceeren, terwijl wij ook hartgrondig bidden, dat de Heere haar en de gansche Gemeente genadig zij, en met aller heil en zegen bekroone “. 

13 maart 1783 “en vernamen , tot ons leedweezen, dat een, en ander der Ledemaaten dezer Gemeente, zelfs 2 van onze Kerkenraad, zig onlangs bij zekere gelegenheid, zeer slegt, en ergerlijk hadden gedragen, waar over de eene praesente onderhouden zijnde, haare schuldt beleed, beterschap beloofde, en tot een heiligen voorbeeldigen wandel aangespoort wierde, gelijk ook nopens de andere, t.w. Engbert Schipper etc. op zijn tijd , gedaan zoude worden. waarmede de vergaderinge behoorl. geslot. wierd. “

-- geen datum—[1787, slotwoord Ds Bronsema ]
“Schoon meermaal kerkenraad gehouden, evenwel na dezen, door denzelven niets meer aangemerkt, wijl men hier in’t gemeen, helaas ! niet zeer voor stichting, waarheid en godvrucht, order, en regel is !, en ook het gezegde, en gedane, niet graag gestaat, nog getekent ziet, zoo niet misduid, of zelfs willen ergerlijk tegen gaat, en den Past. smaad, waar in Eme Folkerts met Hindrikje Aapkes, en Engbert Schipper, ook boven allen heeft uitgemunt. En eindelijk ook zelfs den arbeid geheel geslooten, en uit den dienst van hier gegaan na verzogte, en verkregene honoraire dismissie, en afscheid nemen met Deut. 30 :19,20a den 20 Maij 1787. onder betuiging, dat hij bij die Leere leeft, en sterft, die alom, in zijn voorige Gemeentens, sedert ’t jaar 1748 met zegen, en hier zonder verwin, circa 21 jaaren zuchtend verkondigt heeft, met uitgebreide handen tot God ( en hertelijke wenschbede ) dat de Heere zich noch eens over dezen volke ontferme, en haar tot betere gedachten brenge, en bekeeringe ten leven schenke, opdat een waardig opvolg. ’t geen Antecessoren met traanen hebben gezaait, met geluich, en onder een blij Hozanna roep, dat nooit in een droevig kruisig hem, verkeeren, moge maijen, en, met dezelve, afgewerkt, den Loon van God. trouwe knechten erlangen. “

30 september 1793 speciale kerkenraads vergadering, waarin Ds E. Ducellieé, predikant te Farmsum als praeses, Ds N.E. van der Swaagh predikant te Heveskes als scriba fungeerden, met Abel Eltjes als ouderling, Aisse Derks als diaken, en Eme Folkerts als lidmaat aanwezig waren, “zijnde wegens duchtige redenen de andere Ouderling en Diaken absent”. Ds W. van Sijdenborg verzocht , uit hoofde van een beroep te Enum, dat hij had aangenomen “zijne dimissie van de gemeente te Weiwert”. Hierna wordt “hoewel de gemeente het gaarne anders gehad hadde, de dimissie geredelijk toegestaan “.

12 oktober 1796 speciale kerkenraads vergadering, waarin Ds E. Ducellieé, predikant te Farmsum als praeses, Ds N.E. van der Swaagh predikant te Heveskes als scriba fungeerden,
met verdere aanwezigen de ouderlingen Abel Eltjes en Jacob Harms, en de diakenen Emo Folkerts en Kornelis Fokkes, waarin Ds W.D. van Halsema “die bekend maakte in de gemeente van Uitwierda te zijn beroepen, en die beroeping te hebben aangenomen, waarom hij verzocht van zijnde betrekking, als predikant te Weiwert, te worden ontslagen “ werd “volvaardig” toegestaan.

20 maart 1803 Barelt Hindriks verzoekt “Attestatie van zijne , zedert ruim 40 jaren, inwoning alhier en van zijn onberispelijk gedrag, welke hem toegestaan en gegeven wierd. Doch naderhand, nog daar te boven een attest verzoekende van zijn onvermogen om zijn vervallen huis te repareren ten einde , gesterkt met hetzelve, eene geleidebrief van het E. Gericht te bekomen - tot het doen van een Collect ter opbouwing of reparering van zijn huis – heeft de kkenraad hem hetzelve geweigerd, wijl zij, qua kkenraad; zulk een attest niet konde geven – en het ook beschouwende als al te verre buiten den kring haarer werkzaamheden . Bij deze gelegenheid heeft de kkraad tevens provitioneel besloten om voortaan geene andere attestatien , die gene betrekking hebben tot het kerkelijke, af te geven, als alleen van inwoning en goed gedrag. Waarvan aantekening gedaan zoude worden in het Protocol gelijk geschied is door dezen op last des kerkenraads voomd. J. Jansonius pred. ”

1 januari 1807 “ Deze vergadering kwam naar gewoonte bijeen tot het maken van Nominatien voor een Ouderling en Diaken. Tegenwoordig waren de Pred. J. Jansonius, de Ouderlingen Jan Karstjens en Kornelis Fokkes en de Diaken Thijs Jans. Absent was de Diaken Rengnier Bartels omtrent welken de ouderlingen berichtten dat zij aan zijn huis geweest waren en verzocht hadden dat hij mogt medegaan – maar dat zij van hem een weigerend antwoord hadden ontvangen zonder meer. – hier over gedelibereerd zijnde wierd besloten genoemde Diaken dadelijk te citeren om te compareren door den kerkenraadsbode. De kerkenraadsbode brengt bericht dat Rengier Bartels aan hem ten antwoord op de citatie heeft gegeven dat hij niet voornemend was te komen en bedankte voor zijn Diakenschap. na raadpleging over dit antwoord is besloten genoemde Diaken R. Bartels nader te verstaan over de redenen die hij voor dit zijn gedrag heeft en inmiddels, daar reeds de gemeente opgeroepen is ter verkiezing, tot het maken van Nominatien te procederen – en den Boekhouder Thijs Jans te verzoeken (gelijk dadelijk geschiedde) in zijn post voor dit maal te continueren- twelk door hem wierd aangenomen.” Drietal Ouderling Remke Edzards, Engbert Engberts en Jan Geerts, gekozen Remke Edzards. Drietal Diaken Jan Geerts, Jan Polman en Derk Fokkes, gekozen Jan Geerts.

28 juni 1807 Predikant heeft ontvangen “een extract uit den Resolutien van het Ed. Gericht van t Fivelingo kwartier de dato 20 junij 1807 behelzende eene requisitie van den kerkenraad om eenige vragen betrekkelijk den Armenstaat dezer plaats te beäntwoorden in geschrifte voor of op 6 julij eerstkomende. Hier toe wierd verzocht en gecommitteerd den predikant – die ook dezen last heeft volbragt. Nog werd door den oudsten diaken bericht dat hij ontvangen had eene Missive behelzende aanschrijving om opgave te doen van het getal der genen die uit de diakonie kas onderhoud genoten – om daaruit te kunnen opmaken wat elke gemeente van iedere gezindte in dit departement zoude moeten worden toegedeeld uit het Ommelander Comptoir – 
t welk aan dien oudsten Diaken Thijs Jans opgedragen wierd en door hem volbragt is.” 

29 juli 1807 Verzoek van de “ Drost dezer Jurisdictie “ om op 30 Juli 1807 ’s morgens om 10 uur in de Gouden Zwaan te Appingedam toelichting te geven op de ingeleverde antwoorden, “waartoe De Predikant op vriendelijk verzoek zich verledigde en hetzelve volvoerd heeft”. 

1 januari 1808 Drietal nominatie Ouderling de afgaande ouderling Kornelis Fokkes, Engbert Engberts en Jan Karsjens. “Doch wegens het gering aantal ledematen welken men het Diakenschap konde opdragen en in welk geval men nog, of den afgaanden diaken die reeds een jaar gecontunueerd, en dus drie jaren agter een dien post had waargenomen of een reeds gewezen ouderling zoude moeten kiezen; - verder overwegende dat het armenbestuur een last was, welke de gehele plaats aanging, en dat aan (personen uit) weinigen alleen, maar uit allen, die er geschikt toe waren, behoorde opgelegd te worden, te meer daar het niet enkel ledematen zijn, die tot het onderhoud contribueren – en ook die onderhouden worden – maar ook het armebestuur thans, niet kerkelijk, maar burgerlijk is; hoe zeer het ook, tot dusverre, alleen door ledematen wierd waargenomen. Om dit een en ander vond de kerkenraad zich genoodzaakt - om mede van de aanzienlijkste ingezetenen dezer plaats op de Nominatie tot armbestuurders te stellen, gelijk dan ook genomineerd wierden Uit de ledematen de afgaande diaken Thijs Jans. Uit de Ingezetenen Hindrik Steenhuis en Walderk Luppes.
Mids het vervolgens zo veel mogelijk geschikt worde, dat, bij gebrek an ledematen, er doorgaans toch één uit dezelven en één uit de ingezetenen, om het andere jaar verkoren worde. Uit welke nominatien ten zelven dage - door de mansledematen - verkoren zijn tot Ouderling Engbert Engberts tot mede armenbestuurder Walderk Luppes ” 

1 januari 1809 vergadering kerkenraad ter nominatie ouderlingen en diakenen. dan volgt niets.

3 april 1809 vergadering kerkenraad waarop Ds E. du Celliée pred. te Termunten als Preses en Ds D. Bredée van Farmsum en Oterdum als Scriba fungeren, met ouderlingen Engelbert Engelberts en Jan Karsjens en diakenen Walderck Luppes en Derk Jans, waarop Ds J. Jansonius meedeelt beroepen te zijn in in de gemeente van Helm en dat heeft aangenomen.

1 januari 1810 Kerkenraad 
“2. Tegenwoordig waren T.L Poel Predt., de ouderling Jan Karsjens ( en Engbert Engberts door onpaaelijkheid afwezig) en de diaken Derk Jans en Waldrik Luppes was door den dood weggerukt. 
3. Op het drietal tot Ouderling wierden geplaats de afgaande Ouderling Engbert Engberts, Remke Edzards en Jan Geerds. 
4. De kerkenraad in aanmerking nemende het gering aantal van Ledematen, welken men het Diakenschap konde opdragen; tevens ook overwegende dat het Armen-bestuur eene post was die ieder in de Gemeente aanging, het zij Ledematen of niet om dat ze allen tot onderhoud der Armen contribueerden, bovendien nog, daar het armen-bestuur thans niet kerkelijk maar burgerlijk is- om dit een en ander vond de Kerkennraad zich genoodzaakt om de aanzienlijksten van de ingezetenen dezer plaats op de niminatie tot Armen- bestuurders te stellen. Gelijk dan ook genomineerd wierden uit de ingezetenen Pieter Fokkes, Reint Jans en Hendrik Beerends. Uit welke nominatiën ten zelve dage door de mansledematen verkozen zijn tot Ouderling Remke Edzards en tot mede-Armebestuurder Pieter Fokkes.”

 

Beheerder van deze site is RHC Groninger Archieven. Je bent bezoeker sinds 28 januari 2006.